1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Wel of geen nieuwe arbeidsovereenkomst in de zin van de ketenregeling?

Wel of geen nieuwe arbeidsovereenkomst in de zin van de ketenregeling?

Is er sprake van een nieuwe arbeidsovereenkomst in de keten wanneer partijen gedurende de looptijd van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd overeenkomen dat een medewerker een andere functie gaat verrichten, (daarmee) een hoger salaris krijgt en de arbeidsomvang wijzigt? De kantonrechter te Limburg heeft zich onlangs (27 mei 2016) over deze vraag gebogen.De casusHet ging in deze casus om een werknemer bij Stichting Slachtofferhulp. Het volgende vond plaats:(1) Partijen sluiten een arbei...
Leestijd 
Auteur artikel Aletha Dera-ten Bokum
Gepubliceerd 07 juni 2016
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Is er sprake van een nieuwe arbeidsovereenkomst in de keten wanneer partijen gedurende de looptijd van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd overeenkomen dat een medewerker een andere functie gaat verrichten, (daarmee) een hoger salaris krijgt en de arbeidsomvang wijzigt? De kantonrechter te Limburg heeft zich onlangs (27 mei 2016) over deze vraag gebogen.

De casus

Het ging in deze casus om een werknemer bij Stichting Slachtofferhulp. Het volgende vond plaats:

(1) Partijen sluiten een arbeidsovereenkomst met ingang van 1 augustus 2014, voor de duur van één jaar. De werknemer gaat de functie van ‘administratief medewerker juridisch’ vervullen.
(2) Vervolgens komen partijen overeen dat de arbeidsovereenkomst wordt verlengd, van 1 augustus 2015 tot 1 januari 2016. Een en ander wordt vastgelegd in een stuk dat partijen duiden als ‘aanhangsel bij de arbeidsovereenkomst’.
(3) Op 1 september 2015 komen partijen overeen dat de werknemer vanaf die dag de (hogere) functie van ‘juridisch medewerker’ gaat verrichten, wat gepaard gaat met een hoger salaris en een hogere contractsomvang. Een en ander wordt opnieuw vastgelegd in een stuk dat partijen duiden als ‘aanhangsel bij de arbeidsovereenkomst’.
(4) Vervolgens komen partijen overeen dat de arbeidsovereenkomst wordt verlengd van 1 januari 2016 tot 1 april 2016.

Tussen partijen ontstaat discussie of de arbeidsovereenkomst op 1 april 2016 al dan niet van rechtswege geëindigd is. De (ex-)werknemer stelt zich op het standpunt dat ieder van de documenten zoals hierboven opgesomd moet worden aangemerkt als een separate arbeidsovereenkomst voor de ketenregeling. Op basis van de ketenregeling converteert een vierde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De (ex-)werknemer stelt dan ook voor onbepaalde tijd in dienst te zijn. Stichting Slachtofferhulp stelt zich echter op het standpunt dat hooguit de documenten (1), (2) en (4) kunnen worden aangemerkt als separate arbeidsovereenkomsten voor de ketenregeling en dat de arbeidsovereenkomst derhalve niet geconverteerd is in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

De overwegingen van de kantonrechter

De kantonrechter overweegt dat doorslaggevend is of de per 1 september 2015 tussen partijen overeengekomen urenuitbreiding en functiewijziging een nieuwe opvolgende arbeidsovereenkomst oplevert in de zin van de ketenregeling (artikel 7:668a lid 1 onder b BW). Hij komt mijns inziens tot de juiste conclusie dat Stichting Slachtofferhulp gelijk heeft.

Het startpunt om tot deze conclusie te komen zijn:
(a) de Europeesrechtelijke Raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, die op 18 maart 1999 gesloten is door het EVV, de UNICE en het CEEP (de Europese vakbond en werkgeversverenigingen); en
(b) de Richtlijn 1999/70/EG van 28 juni 1999, welke Richtlijn dient ter uitvoering van de Raamovereenkomst.
De kantonrechter overweegt dat hij bij de toepassing van het nationale recht gehouden is om dit recht zoveel mogelijk uit te leggen in het licht van de bewoordingen en het doel van de betrokken richtlijn, teneinde het daarmee beoogde resultaat te bereiken. Tegen deze achtergrond oordeelt de kantonrechter als volgt.

De woorden ‘keten’, ‘reeks’ en ‘opvolgen’ impliceren een lijn in tijd van eenheden die van elkaar te onderscheiden zijn. Van een reeks is sprake wanneer de arbeidsovereenkomsten elkaar naadloos of met een onderbreking van ten hoogste zes maanden opvolgen. Van ‘opvolgen’ in de zin van de ketenregeling is dus volgens de kantonrechter in beginsel slechts sprake indien de nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aanvangt nadat de eerder overeengekomen bepaalde tijd is verstreken. De kantonrechter overweegt aanvullend nog het volgende. Indien tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd een wijziging in de arbeidsovereenkomst wordt overeengekomen zonder dat de einddatum daarbij later wordt gesteld, dan zal het volgens de kantonrechter van de bedoeling van partijen afhangen of het slechts gaat om een wijziging van de inhoud van de bestaande arbeidsovereenkomst dan wel om een beëindiging van de oude en het aangaan van een (aansluitende/opvolgende) nieuwe arbeidsovereenkomst. Partijen mogen immers bij arbeidsovereenkomsten zowel voor bepaalde als voor onbepaalde tijd nadere afspraken maken en wijzigingen in de bepalingen van die overeenkomsten (de arbeidsvoorwaarden) aanbrengen. Er is geen dwingendrechtelijke regel die dit verbiedt.

Het aanhangsel bij de arbeidsovereenkomst dat ik hierboven met (2) heb aangeduid, heeft betrekking op de periode 1 augustus 2015 tot en met 31 december 2015. Het aanhangsel bij de arbeidsovereenkomst dat ik hierboven met (3) heb aangeduid, betreft de rechten en verplichtingen binnen diezelfde periode. De kantonrechter oordeelt dat om deze reden de aanvulling die ik met (3) heb aangeduid niet als een zelfstandige, opvolgende arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:668a BW kan worden aangemerkt. Er worden afspraken in gemaakt over andere arbeidsvoorwaarden (namelijk functie, salaris arbeidsomvang) dan de duur van de overeenkomst. Er zijn geen aanwijzingen (gegeven) dat partijen het aangaan van een nieuwe arbeidsovereenkomst hebben beoogd.

De kantonrechter overweegt dat toetsing aan de normen van aanvaardbaarheid naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid - in het bijzonder aan de norm van goed werkgeverschap - kan leiden tot het oordeel dat een tussen werknemer en werkgever gemaakte nadere afspraak over de arbeidsvoorwaarden in de bijzondere omstandigheden van het geval buiten toepassing moet blijven. De kantonrechter overweegt dat het enkele feit dat de ex-werknemer in een zwakkere, afhankelijke positie verkeerde ten opzichte van Stichting Slachtofferhulp naar zijn aard echter niet een omstandigheid van het geval is op grond waarvan het Stichting Slachtofferhulp niet vrij zou staan de (ex-)werknemer te houden aan de gemaakte (nadere) afspraken. Niet is gesteld of gebleken dat de tussen partijen gemaakte afspraken in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. Er zijn tot slot geen omstandigheden (aangevoerd) op grond waarvan de handelwijze van Stichting Slachtofferhulp als ontduiking van (de beschermende werking van) de ketenregeling of misbruik van recht zou kunnen worden aangemerkt.

Conclusie

De conclusie luidt dan ook dat slechts de documenten (1), (2) en (4) kunnen worden aangemerkt als separate arbeidsovereenkomsten in de zin van de ketenregeling en dat de arbeidsovereenkomst derhalve niet geconverteerd is in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De arbeidsovereenkomst is van rechtswege afgelopen.

Het oordeel van de kantonrechter is wat mij betreft een juiste. Als partijen in het aanhangsel bij de arbeidsovereenkomst (ook) een wijziging waren overeengekomen waarmee het eindtijdstip van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd naar de toekomst toe was verschoven, dan had dit aanhangsel wel als een nieuwe arbeidsovereenkomst in de zin van de keten aangemerkt moeten worden. Oók wanneer die wijziging was overeengekomen voordat de lopende periode geëindigd was.