1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Wetsvoorstel wettelijke verankering gedragscode franchise

Wetsvoorstel wettelijke verankering gedragscode franchise

Eind 2016 kondigde Minister Kamp van Economische Zaken al aan de Nederlandse Franchise Code (NFC) wettelijk te willen verankeren. Het wetsvoorstel van 12 april 2017 is hierop een vervolg. Het wetsvoorstel voorziet er in dat de NFC automatisch op een tussen een franchisegever en franchisenemer gesloten overeenkomst van toepassing wordt, tenzij hier duidelijk en gemotiveerd in de franchiseovereenkomst van af is afgeweken.Met het wetsvoorstel wordt voor het eerst een bijzondere wettelijke regeli...
Leestijd 
Auteur artikel Natascha Linssen (uit dienst)
Gepubliceerd 20 april 2017
Laatst gewijzigd 31 mei 2022
Eind 2016 kondigde Minister Kamp van Economische Zaken al aan de Nederlandse Franchise Code (NFC) wettelijk te willen verankeren. Het wetsvoorstel van 12 april 2017 is hierop een vervolg. Het wetsvoorstel voorziet er in dat de NFC automatisch op een tussen een franchisegever en franchisenemer gesloten overeenkomst van toepassing wordt, tenzij hier duidelijk en gemotiveerd in de franchiseovereenkomst van af is afgeweken.

Met het wetsvoorstel wordt voor het eerst een bijzondere wettelijke regeling voor de franchiseovereenkomst getroffen. Het doel van de regeling is om de positie van de franchisenemer – die volgens de wetgever doorgaans zwakker is dan die van de franchisegever – te versterken en er op die manier voor te zorgen dat zowel voorafgaand aan als na het sluiten van een franchiseovereenkomst de belangen van de franchisegever en die van de (aspirant-) franchisenemer onderling meer in balans worden gebracht. Het wetsvoorstel impliceert dan ook vooral nieuwe verplichtingen voor de franchisegever.

In de eerste plaats beoogt de voorgestelde regeling een versterking van de informatiepositie van de franchisenemer. Het moet niet langer mogelijk zijn dat de franchisenemer zonder dat hij dat goed beseft, instemt met een franchiseovereenkomst waarin bepalingen zijn opgenomen die in de praktijk onredelijk voor hem kunnen uitpakken. Daarnaast leidt de voorgestelde regeling ertoe dat wanneer de franchisenemer wel met een dergelijke situatie wordt geconfronteerd, het hem gemakkelijker wordt gemaakt om – al dan niet met een beroep op de rechter – de voor hem nadelige consequenties terug te draaien en genoegdoening te krijgen voor de schade die hij als gevolg hiervan heeft geleden.

Toepassing van de gedragscode is weliswaar het uitgangspunt, maar partijen kunnen in voorkomende gevallen besluiten een of meer van de gedragsnormen buiten toepassing te verklaren of daarvan af te wijken. Dit dient wel expliciet overeen te worden gekomen en deugdelijk te worden onderbouwd op een voor de franchisenemer transparante wijze.

De regeling geldt voor alle nieuwe overeenkomsten. Op overeenkomsten die gesloten zijn vóór de datum van inwerkingtreding geldt de nieuwe regeling pas vijf jaar na inwerkingtreding. Dit betekent dat franchisegevers vijf jaar de tijd hebben om bestaande overeenkomsten in overeenstemming met de nieuwe regeling te brengen.

Het wetsvoorstel ligt tot 25 mei 2017 voor ter consultatie. Dit is voor zowel franchisegevers als franchisenemers het moment om nog invloed uit te kunnen oefenen op de tekst van het wetsvoorstel. Na deze consultatie zal een definitieve versie van het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

Voor hulp bij het opstellen van uw reactie of voor vragen of advies over dit onderwerp en de toepassing van het mededingingsrecht op franchiseovereenkomsten in het bijzonder, kunt u contact opnemen met Natascha Linssen, Selma van Ramele of Sjaak van der Heul.