Op 15 maart 2017 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een aantal uitspraken gedaan waarin de toepassing van het in artikel 8:69a van de Algemene wet bestuursrecht vastgelegde relativiteitsvereiste aan de orde komt.1 Deze uitspraken illustreren dat dit vereiste inmiddels een belangrijke rol speelt in de bestuursrechtspraak. In dit artikel wordt ingegaan op de bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke relativiteitsvereisten en de toepassing daarvan door de Hoge Raad en de Afdeling bestuursrechtspraak. Naast een rechtshistorisch perspectief wordt aandacht besteed aan de gevolgen die de toepassing van de correctie op het relativiteitsvereiste voor de praktijk kan hebben.
Lees het artikel van collega’s Jasper Molenaar & Willyne van Osch door de publicatie te downloaden.