1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Zorgprestatiemodel per 2022: afscheid van de dbc-systematiek

Zorgprestatiemodel per 2022: afscheid van de dbc-systematiek

Het zal iedere ggz-aanbieder inmiddels al wel goed bekend zijn: vanaf 1 januari 2022 gaat in de generalistische basis-ggz, de gespecialiseerde ggz en de forensische zorg een nieuw bekostigingsmodel van kracht; het zorgprestatiemodel. Dit model vervangt het huidige systeem waarin gewerkt wordt met diagnose-behandelcombinaties (dbc-systematiek).
Leestijd 
Auteur artikel Stefan Donkelaar
Gepubliceerd 07 december 2021
Laatst gewijzigd 09 december 2021

Zorgprestatiemodel: eenvoud, gemak en efficiëntie?

Het nieuwe model is volgens de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) eenvoudiger, beperkt de administratieve lasten en laat de kosten beter aansluiten op de daadwerkelijk geleverde zorg. Door de NZa is aan het werkveld vooral eenvoud, gemak en efficiëntie beloofd. Of de NZa die belofte waar kan maken, zal nog moeten blijken. Wie namelijk de enorme lijst met documenten of de ICT-Q&A raadpleegt op de officiële website van het zorgprestatiemodel, zal het overzicht al snel uit het oog verloren zijn.

Grote veranderingen voor zorgaanbieders

Eén ding is in ieder geval zeker: het nieuwe bekostigingsmodel brengt voor zorgaanbieders grote veranderingen mee. Zoals veel zorgaanbieders nu al zullen ervaren, is de implementatie van het nieuwe systeem behoorlijk arbeidsintensief. Dirkzwager zal de komende periode een reeks aan korte blogs publiceren, waarin zo veel mogelijk ins-and-outs van het nieuwe zorgprestatiemodel aan bod zullen komen. We bespreken het model op hoofdlijnen en zoeken soms ook de verdieping op. Verder zoomen we in op de verschillen tussen beide systemen, signaleren we de voordelen en kansen van het nieuwe systeem, en vestigen we ook de aandacht op mogelijke nadelen en risico’s ervan.

Afscheid dbc-systematiek

Voordat we toekomen aan de hoofdlijnen van het nieuwe zorgprestatiemodel, is het goed om de (nadelen van de) huidige dbc-systematiek helder te hebben. In het huidige systeem vormt een dbc de basis voor de declaratie aan de zorgverzekeraar. Een dbc omvat alle activiteiten c.q. werkzaamheden vanaf het moment van het eerste contact (veelal de intake) tot en met het sluiten van een behandeltraject; ook wel het totaalpakket aan geleverde zorg aan een patiënt. Een dbc is meer concreet opgebouwd uit patiëntgerichte activiteiten zoals individuele en groepsbehandelingen, verblijfsdagen, dagbesteding en overige verrichtingen en de daaraan bestede tijd of aantallen. Hieruit worden een aparte behandelprestatie, eventueel een verblijfsprestatie en overige prestaties afgeleid. Hieraan zijn tarieven verbonden die jaarlijks door de NZa worden vastgesteld.

De wens om de dbc-systematiek te verlaten, vindt zijn oorzaak in een aantal praktische bezwaren.

Administratieve last

Een eerste veelgehoord bezwaar is de enorme administratieve last die de dbc-systematiek met zich mee brengt. Tijdens het zorgtraject moet de zorgaanbieder alle activiteiten en verrichtingen registreren; niet alleen directe behandeltijd, maar ook verslaglegging en overleg (indirecte tijd). Van de behandelaar wordt bovendien verwacht dat hij of zij de door hem of haar geregistreerde tijd onderverdeelt naar specifieke activiteiten, zoals vermeld op de NZa activiteiten- en verrichtingenlijsten. Dit alles zorgt voor hoge administratieve lasten voor de zorgverleners; tijd die beter besteed kan worden aan zorg.

Lange looptijd van een dbc

Een ander knelpunt van de huidige dbc-systematiek is de lange looptijd van een dbc van 365 dagen. Hierdoor duurt het erg lang voordat een zorgaanbieder zijn declaratie voor geleverde zorg kan indienen bij de zorgverzekeraar. Dit maakt de omzet voor een zorgaanbieder en de schadelast voor de zorgverzekeraar lastig in te schatten. Patiënten hebben vaak ook geen inzicht in de financiën. De DBC-systematiek is wat dat betreft weinig transparant en zorgt voor onzekerheid bij alle betrokken partijen.

Hoogte van vergoedingen

Ook over de hoogte van de vergoedingen bestaan de nodige bezwaren. Het huidige systeem gaat namelijk uit van de vergoeding van ‘de gemiddelde behandelminuut’. Die behandelminuut is een gemiddelde van de kosten van alle betrokken behandelaars (van maatschappelijk werker tot klinisch psycholoog of psychiater). Op deze manier vindt er bij elke afwijking van het gemiddelde een over- of onderwaardering plaats, waardoor de systematiek ook niet goed aansluit op de (extreme) zorgzwaarte. De huidige tarifering maakt verder ook onvoldoende onderscheid in de behandelsetting. Specifieke vormen van zorg vragen om specifieke infrastructuur, faciliteiten, methodes en inzet van verschillende disciplines, maar daar wordt in de huidige prestatiebekostiging niet of nauwelijks naar gedifferentieerd (verblijf uitgezonderd).

Bekostiging op basis van staffels

Ten slotte is de huidige bekostiging op basis van ‘staffels’ een doorn in het oog van velen. De grote tariefverschillen per staffel en de (te) grove onderverdeling daarin, doen afbreuk aan reële tarifering en werken bovendien het risico op over- of onderbehandeling in de hand.

Kortom: reden genoeg voor een nieuw systeem, althans zo lijkt het. Het nieuwe zorgprestatiemodel zou een hoop van de huidige knelpunten moeten tackelen. In de volgende blog bespreken we de kernprestatie van het zorgprestatiemodel; de consulten.

Planning blogreeks zorgprestatiemodel

De planning ziet er voorlopig als volgt uit:

1. Introductie zorgprestatiemodel en afscheid van de dbc-systematiek
2. Het nieuwe zorgprestatiemodel; consulten
3. Het nieuwe zorgprestatiemodel; verblijf, toeslagen en overige prestaties
4. Vaktherapie en dagbesteding
5. Registreren
6. ICT implementatie
7. Invoering Landelijk kwaliteitsstatuut GGZ
8. Mogelijke risico’s en praktische problemen

We zullen de komende periode tenminste één blog per week publiceren. De volgende inhoudelijke blog verschijnt over een paar dagen op vrijdag 10 december 2021.