1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Introductie zorgprestatiemodel: consulten

Introductie zorgprestatiemodel: consulten

In ons vorige blog beschreven wij dat de complexiteit van de huidige dbc-systematiek en de ongewenste neveneffecten de NZa tot de conclusie hebben gebracht dat deze manier van bekostiging niet langer geschikt is om de geestelijke gezondheidszorg te bekostigen. Daarom is de NZa – in samenwerking met het werkveld – gekomen tot een nieuw bekostigingsmodel; het zorgprestatiemodel.
Leestijd 
Auteur artikel Stefan Donkelaar
Gepubliceerd 14 december 2021
Laatst gewijzigd 15 december 2021

Criteria die aan de basis hebben gelegen van het zorgprestatiemodel zijn volgens de NZa onder andere: eenvoudige prestaties die makkelijk te begrijpen zijn voor de patiënt c.q. de verzekerde, een betere weerspiegeling van de daadwerkelijk geleverde zorg, prijzen die beter aansluiten op de behandelsetting en het verminderen van administratieve lasten (zie ook ons vorige blog).

Waar gaat het zorgprestatiemodel voor gelden?

Het zorgprestatiemodel gaat gelden voor zowel de generalistische basis-ggz, de gespecialiseerde ggz en de forensische zorg. Op deze manier worden de huidige ‘bekostigingsschotten’ tussen de verschillende vormen van zorg weggehaald, zodat deze beter op elkaar kunnen aansluiten, aldus de NZa.

Vier typen prestaties in het nieuwe model

Het zorgprestatiemodel houdt in de kern een prestatiebekostiging in van behandelactiviteiten en verblijfsdagen. In het nieuwe model worden daarvoor vier typen prestaties omschreven: consulten, verblijfsprestaties, toeslagen en overige prestaties. De belangrijkste verplichtingen en regels voor het zorgprestatiemodel zijn neergelegd in de Regeling geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg (NR/REG-2214b) en de Beleidsregel Prestaties en tarieven geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg (BR/REG-22137b) van de NZa (hierna: ‘de Beleidsregel’ en ‘de Regeling’).

In deze bijdrage bespreken we het consult.

Consulten

De behandeling en geneeskundige begeleiding (zuivere behandeltijd) is ondergebracht onder de prestatie ‘consult’. In de Beleidsregel is een consult gedefinieerd als: “Direct, ononderbroken en zorginhoudelijk contact tussen zorgverlener en (forensische) patiënt en/of naaste(n) van de patiënt. Met ononderbroken wordt bedoeld dat het niet is toegestaan om zonder zorginhoudelijke reden consulten op te delen.”

Contact betreft: “Een zorginhoudelijk en ononderbroken interactie. Een contact kan zowel ‘face to face’, telefonisch, ‘screen to screen’ als ‘bit to bit’ plaatsvinden.”

Registratie van het consult vindt als uitgangspunt plaats op basis van de werkelijke tijd die de zorgverlener heeft besteed aan het contact (artikel 3.2 van de Regeling). Uitzonderingen zijn mogelijk, zoals bijvoorbeeld registratie conform de veldafspraak ‘planning is realisatie’. Verderop in deze blogreeks komen we nader terug op de wijze van registratie van consulten.

Om het tarief voor een consult te bepalen moet het betreffende consult op vier kenmerken worden beoordeeld: (i) diagnostiek of behandeling, (ii) het beroep van de zorgverlener, (iii) de tijdsduur van het consult en (iv) de behandelsetting van het consult.

Type consult

Ten eerste wordt een consult getypeerd naar het doel van het consult. Dit kan ofwel diagnostiek, ofwel behandeling zijn. Een consult waarin zowel diagnostiek als behandeling plaatsvindt, valt onder de categorie behandeling.

Tijdsduur consult

Daarnaast wordt een consult getypeerd naar de tijdsduur. Er bestaan in totaal acht verschillende tijdseenheden (5+, 15+, 30+, 45+, 60+ of 75+, 90+ of 120+ minuten) voor het consult. Een verschil met de huidige dbc-systematiek is dat de indirecte tijd voor de consulten al in het consulttarief verdisconteerd zit (middels een opslag) en dus niet meer apart hoeft te worden geregistreerd.

Beroep van de zorgverlener

Vervolgens wordt een consult ingedeeld op basis van het beroep van de zorgverlener. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen zeven categorieën BIG-beroepen (Arts, Arts-specialist, GZ-psycholoog, Klinisch (neuro)psycholoog, Psychotherapeut, Verpleegkundig specialist ggz/agz en Verpleegkundige) en één restcategorie van voornamelijk niet BIG-beroepen (overige beroepen; van Diëtist tot WO-psycholoog). Zie voor de volledige lijst artikel 2.2 van de Beleidsregel. De 7 categorieën BIG-beroepen hanteren allemaal een eigen tarief. De restcategorie van voornamelijk niet-BIG beroepen hanteert één tarief dat is gebaseerd op een gemiddelde van de beroepsmix.

Hierin zit een belangrijk verschil met de huidige dbc-systematiek, waarin de tarifering is gebaseerd op ‘de gemiddelde behandelminuut’ (zie vorige blog) en er geen onderscheid wordt gemaakt tussen de beroepen van verschillende zorgprofessionals. De NZa is van mening dat met deze systematiek de daadwerkelijk geleverde zorg beter aansluit op de kosten.

Behandelsetting

Tot slot wordt een consult ingedeeld naar de behandelsetting waarbinnen het consult plaatsvindt. Het type setting wordt ontleend aan de organisatie en uitvoering van de zorg, bijvoorbeeld de infrastructuur en inzet van verschillende disciplines. Er bestaan 8 verschillende settings:

• Ambulant kwaliteitsstatuut sectie II (vrijgevestigden)
• Ambulant kwaliteitsstatuut sectie III (instelling monodisciplinair)
• Ambulant kwaliteitsstatuut sectie III (instelling multidisciplinair)
• ‘Outreachend’*
• Klinisch
• Klinische Forensische en beveiligde zorg
• Ambulante Forensische en beveiligde zorg
• Hoogspecialistisch

*de setting ‘Outreachend’ is door de NZa in artikel 2.4 van de Beleidsregel toegelicht als ‘thuis, kantoor, of elders zoals het park’. En verder: “Het betreft vaak onplanbare zorg. Voorbeelden van outreachende zorg zijn FACT (Flexible Assertive Community Treatment) en IHT (intensive hometreatment).”

Een patiënt kan binnen een zorgaanbieder van setting wisselen als zijn toestand daar aanleiding toe geeft (indien beschikbaar). Opvallend is verder de expliciete referentie aan het (nieuwe) Kwaliteitsstatuut; het Landelijk Kwaliteitsstatuut GGZ (LKS). Uit de Beleidsregel en de Regeling blijkt duidelijk dat het Kwaliteitsstatuut een prominentere rol gaat krijgen onder het zorgprestatiemodel (daar komen wij verderop in de blogreeks nader op terug).

Combinatie Type, Tijdsduur, Beroep en Behandelsetting

Elke unieke combinatie van de vier genoemde verschillende consultkenmerken resulteert in een apart tarief. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een behandelconsult (type) van 45 minuten (duur), gegeven door een psychiater (beroep) in een klinische setting (setting). Of bijvoorbeeld een diagnostiekconsult van 15 minuten van een klinisch neuropsycholoog in een setting outreachend.

Groepsconsulten

Voor groepsconsulten (consulten vanaf 2 personen) geldt ten slotte een aparte systematiek. Zij worden alleen getypeerd op basis van groepsgrootte (9 categorieën van 2 tot 10+ personen) en het beroep van de zorgverlener (dezelfde acht categorieën als bij een individueel consult). Onderscheid diagnostiek/behandeling, tijdsindeling en behandelsetting speelt bij groepsconsulten geen rol. Groepsconsulten worden op basis van de hoeveelheid patiënten in de groep, per half uur gedeclareerd. Toeslagen zijn niet mogelijk.

Blik vooruit

In deze blog bespraken we de hoofdlijnen van de consulten. Verderop in de blogreeks is ruimte voor verdieping. Uiteraard zijn wij ook (alvast) benieuwd naar uw eerste ervaringen met de implementatie van het systeem. Neemt u gerust contact op met Stefan Donkelaar of Blanca de Louw indien u ergens tegen aanloopt of van gedachte wil wisselen. In de volgende blog gaan we in op de verblijfsprestaties, toeslagen en overige prestaties.