Gedoogplicht BP: volledige schadeloosstelling BP omvat ook planschadevergoeding
De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof Den Haag dat uitging van schadevergoeding exclusief waardevermindering door planschade!
De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof Den Haag dat uitging van schadevergoeding exclusief waardevermindering door planschade!
Vanaf 7 november ligt het ontwerp koninklijk besluit ter inzage waarbij onroerende zaken ter onteigening worden aangewezen om de realisatie van het project “ViA15” mogelijk te maken. Wat betekent een mogelijke onteigening voor u?
Hoe moet de voorrangsregeling van artikel 7.16 Waterwet worden uitgelegd in het geval van een verzoek om planschadevergoeding vanwege de dubbelbestemming "Tijdelijke waterberging"? De Afdeling legt in deze uitspraak dat artikel 7.16 een voorrangsregeling bevat die inhoudt dat indien een belanghebbende een schadevergoeding als bedoeld in artikel 7.14, eerste lid, Waterwet vraagt of kan vragen, afdeling 6.1 van de Wro niet van toepassing is. In de uitspraak komt verder het normaal maatschappelijk risico bij de aanwijzing als bergingsgebied aan de orde.
Op 11 juli 2018 heeft de Afdeling een interessante uitspraak gedaan over een verzoek om vergoeding van planschade als gevolg van een bestemmingsplan, waarin een onroerende zaak een uit te werken bestemming voor een woongebied heeft gekregen.
De Onteigeningswet verplicht tot een schadeloosstelling in geld. Omdat onteigening een uiterste middel is stelt de Kroon niettemin de eis dat de onteigenende partij de voorkeur van de eigenaar voor een andere oplossing dan "een zak geld" wel serieus onderzoekt. Het KB Stompwijk-Verbindingsweg is daar een mooi voorbeeld van.
Op 29 juni 2018 heeft de ministerraad groen licht gegeven voor de wetsvoorstellen voor de Invoeringswet Omgevingswet en de Aanvullingswet natuur Omgevingswet. Voornoemde wetsvoorstellen zijn inmiddels ook ingediend bij de Tweede Kamer. Bekend is dat de Omgevingswet tot een grootschalige wijziging van het omgevingsrecht zal leiden. Maar wat betekent deze wet concreet voor de regelingen met betrekking tot nadeelcompensatie en schadevergoeding bij gedoogplichten?
Wanneer kan financiële compensatie het evidente karakter van de privaatrechtelijke belemmering wegnemen? Over die vraag oordeelde de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg in zijn vonnis van 13 juli jl. De feiten in deze zaak zijn als volgt.
Het komt regelmatig voor dat in het kader van een transactie of anderszins wordt overeengekomen dat een partij zal afzien van het instellen van een rechtsmiddel tegen een nieuwe ontwikkeling. Zo'n beding is niet in alle gevallen rechtsgeldig. Zie voor een recent voorbeeld van een te vérstrekkend en daardoor nietig beding de uitspraak d.d. 7 mei 2018 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (ECLI:NL:RBZWB:2018:2689).
In het KB Pekela oordeelt de Kroon dat overeenstemming over de aankoop van de bloot eigendom niet afdoet aan de noodzaak tot onteigening. Lees meer…