Het retentierecht van de (onder)aannemer
Het retentierecht is een machtig wapen voor een aannemer. Zeker in tijden van economische crisis waarin de betalingen van opdrachtgevers onder druk staan.
Het retentierecht is een machtig wapen voor een aannemer. Zeker in tijden van economische crisis waarin de betalingen van opdrachtgevers onder druk staan.
Op 25 maart 2010 heeft het Hof van Justitie een belangwekkend arrest gewezen over het aanbestedingsrecht bij een gebiedsontwikkeling. Tony van Wijk heeft over dit arrest een artikel geschreven dat in het Tijdschrift voor Vastgoedrecht is geplaatst. Het artikel is hier na te lezen.
Enige subjectiviteit kan bij een Europese aanbesteding niet altijd worden uitgesloten. In april 2010 bevestigde de Haarlemse rechter dat aan aanbestedende diensten een zekere beoordelingsvrijheid toekomt. Het instellen van een onafhankelijke beoordelingscommissie is volgens de rechter een goede waarborg om oneigenlijke voorkeuren van (medewerkers van) een aanbestedende dienst te voorkomen (vzr. rb. Haarlem 15 april 2010; BM1413).De zaak in het kortDe zaak betrof een Europese aanbesteding door...
Brova huurt sinds 1 december 2005 van de Kroonenberg Groep voor de duur van 10 jaar een winkelunit in het winkelcentrum De Barones te Breda. In huurovereenkomst is opgenomen dat de winkelunit uitsluitend zal worden bestemd om “te worden gebruikt als winkelruimte voor de verkoop van damesmode, één en ander in de ruimste zin des woords, conform de “Dutch” formule door Brova B.V.”. De formule blijkt niet levensvatbaar te zijn.
Op 25 maart 2010 heeft het Hof van Justitie wederom arrest gewezen over het aanbestedingsrecht bij gebiedsontwikkeling. Het Hof introduceert het criterium “rechtstreeks economisch belang”. Verder worden de heersende algemene opvattingen bij gebiedsontwikkeling in grote lijnen bevestigd (zaak C-451/08- Helmut Műller GmbH vs Bundesanstalt fűr Immobilienaufgaben).De feitenDe Bundesanstalt fűr Immobilienaufgaben (hierna: “De Bundesanstalt”) is een Duitse overheidsinstelling voor het beheer van op...
In de jaren ’90 heeft de Hoge Raad reeds uitgemaakt dat bij een overeenkomst die strekt tot de verschaffing van zowel verzorging als woonruimte de bewoner geen aanspraak kan maken op huurbescherming indien het verzorgingselement duidelijk overheerst. Maar geldt deze regel ook als voor de elementen van huur en zorg twee aparte overeenkomsten zijn gesloten? Deze vraag stond recentelijk centraal bij het hof Den Bosch.De casus is als volgt.
In aanbestedingsland is bekend dat opdrachten niet mogen worden gesplitst met het doel een aanbestedingsplicht te omzeilen. Dit betreft het zogenaamde splitsingsverbod. Nationale rechtspraak op dit punt is echter schaars. Interessant is daarom de recente uitspraak van de Arnhemse voorzieningenrechter dat een gemeente een opdracht voor de realisatie van een parkeergarage kunstmatig heeft gesplitst ( 25 januari 2010, LJN: BL2848).De feitenDe gemeente X is voornemens een ondergrondse parkeergara...
De hoofdregel is dat een verhuurder van 290-bedrijfsruimte (winkelruimte) de huurovereenkomst pas kan opzeggen na een verloop van vijf + vijf jaar, tenzij er sprake is van “dringend eigen gebruik”. In dat geval kan verhuurder de huurovereenkomst opzeggen tegen het einde van de eerste termijn (van vijf jaar). De verhuurder heeft deze mogelijkheid echter niet als hij de nieuwe eigenaar/verhuurder is én de opzegging wordt gedaan binnen drie jaar nadat de rechtsopvolging (schriftelijk) aan de huurder bekend is gemaakt. Dit is de zogenaamde wachttijdregeling voor de nieuwe eigenaar.
De gemeente Ommen heeft bij een aanbesteding een referentie verlangd ten aanzien van het ontwerp van de huisvesting voor brandweer. Door een gegadigde is een gerealiseerd bouwtechnisch ontwerp als referentie overgelegd. De gemeente heeft deze referentie afgewezen. Volgens de gemeente moet onder “ontwerp” namelijk worden verstaan “bouwkundig ontwerp” ofwel “architectonisch ontwerp”. En (dus) niet “bouwtechnisch ontwerp”. Wie heeft gelijk?De opdrachtDe opdracht betrof de huisvesting van politie...
Twee dagen voor kerst heeft de Roermondse voorzieningenrechter de regel bevestigd dat na definitieve gunning de inschrijving van een gegunde partij niet meer ongeldig kan worden verklaard (Rb. Roermond 23 december 2009; LJN: BK7490). Recht om te mogen onderhandelenDe zaak betrof een inschrijvingscompetitie van een gemeente om tot realisatie van een sportaccommodatie te komen. Met de winnaar van de competitie zou onderhandeld worden over de uiteindelijke (niet Europees aanbestedingsplichtige)...
Twee dagen voor kerst heeft de Roermondse voorzieningenrechter de regel bevestigd dat na definitieve gunning de inschrijving van een gegunde partij niet meer ongeldig kan worden verklaard (Rb. Roermond 23 december 2009; LJN: BK7490). Recht om te mogen onderhandelenDe zaak betrof een inschrijvingscompetitie van een gemeente om tot realisatie van een sportaccommodatie te komen. Met de winnaar van de competitie zou onderhandeld worden over de uiteindelijke (niet Europees aanbestedingsplichtige)...
De aanbestedende dienst verklaart een inschrijving ongeldig omdat de vereiste eigen verklaring zou ontbreken. De inschrijver stelt echter dat de eigen verklaring wel degelijk bij de inschrijving was gevoegd. Nu normaal gesproken moeilijk kan worden aangetoond dat het betreffende document al dan niet bij de inschrijving zat, trekt degene op wie de bewijslast rust in beginsel aan het kortste eind. De Utrechtse voorzieningenrechter hakt de knoop door en overweegt dat de inschrijver moet bewijzen...