Bouwvrijstelling onverbindend. Wat betekent dat voor mijn project?
De Raad van State heeft op 2 november jl. geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn. Wat betekent dit voor uw project?
De Raad van State heeft op 2 november jl. geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn. Wat betekent dit voor uw project?
De Afdeling heeft op 2 november 2022 uitspraak gedaan in het zogenaamde Porthos-project en geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn.
De rechtbank Rotterdam heeft op 16 september 2022 geoordeeld dat de door de gemeente Rotterdam voorgenomen uitgifte van erfpachtrechten zonder voorafgaande openbare selectieprocedure mogelijk is als er slechts één serieuze gegadigde is vanwege zijn doorslaggevende afspraken met een zittende erfpachter.
Als een leverancier en winkelier afstemmen welke wederverkoopprijs de winkelier in rekening brengt, levert dat een concurrentiebeperking op die een overtreding van het kartelverbod kan opleveren (zogenaamde ‘verticale prijsbinding’). Op 17 oktober 2022 heeft de Autoriteit Consument & Markt (‘ACM’) de campagne “wie bepaalt de prijs” gestart die handvatten aan leveranciers en afnemers moet bieden om een overtreding in ieder geval te voorkomen.
Voor een zorgvuldige invoering van de Omgevingswet zou meer tijd nodig zijn om te oefenen, te testen en te zorgen voor extra ondersteuning bij bevoegde gezagen. Daarom kiest minister De Jonge voor een beperkt uitstel van de ingangsdatum. Dat wordt 1 juli 2023 in plaats van 1 januari 2023.
In navolging van de Brabantse voorzieningenrechter oordeelt ook de rechtbank Overijssel in kort geding dat een door een overheidslichaam voorgenomen grondruil zonder voorafgaande openbare procedure niet in strijd is met het Didam-arrest.
Dat hangt vooralsnog af van het net… Recent heeft de rechtbank Rotterdam het oordeel van de Autoriteit Consument & Markt (‘ACM’) bevestigd dat drinkwaterbedrijven geen ondernemingen zijn de zin van de Mededingingswet (‘Mw’). Het misbruikverbod (artikel 24 Mw) en het kartelverbod (artikel 6 Mw) zijn niet op hen van toepassing. De ACM beschouwt beheerders van regionale elektriciteitsnetten (in zeer voorzichtig geformuleerde bewoordingen) momenteel mogelijk als ondernemingen waarop deze verboden van toepassing zijn.
Gunningsbeslissingen blijven in een aanbestedingskortgeding vaak onderwerp van het geschil. Zo ook in deze casus, waar de aanbestedende dienst zo volledig mogelijk was geweest door ook enkele kanttekeningen in de beoordeling van een inschrijving te plaatsen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het plaatsen van kanttekeningen in de beoordeling van een inschrijving weinig zinvol is als tegelijkertijd een puntenscore wordt toegekend waaruit volgt dat de inschrijver op het beoordeelde aspect aan alle eisen heeft voldaan. Bij beantwoording van de vraag of de inschrijving een hogere score had moeten krijgen, zijn die kanttekeningen dan niet van belang.
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland heeft op 4 augustus 2022 een uitspraak gedaan waarin de vraag centraal staat of een gemeente onrechtmatig handelt door zonder openbare selectieprocedure de huurovereenkomsten te verlengen. Op basis van het Didam-arrest is een openbare selectieprocedure immers het uitgangspunt. De voorzieningenrechter oordeelt dat de gemeente de zittende huurders als de enige serieuze gegadigden mocht beschouwen en daarom van dat uitgangspunt mocht afwijken. Helaas laat de voorzieningenrechter de kans liggen om toe te lichten of het Didam-arrest op huurovereenkomsten van toepassing is.
Veel gemeenten hebben in hun beleid de uitgangspunten en criteria beschreven die zij hanteren voor de locatiekeuze voor grondgebonden zonneparken. Aan de hand daarvan kan beoordeeld worden of een zonnepark op die locatie ruimtelijk aanvaardbaar is. Een variant daarop is dat zonneparken in het gemeentelijk beleid uitdrukkelijk worden toegestaan of juist worden uitgesloten op bepaalde locaties. Zo ook in de gemeente Schagen.
Onze aanbestedingsblogs zien doorgaans op problemen tijdens de aanbesteding. In deze zaak gaat het echter om problemen ná aanbesteding (specifiek: om de vraag of gemeente Arnhem haar aanbestede raamovereenkomst met een zorgaanbieder mag ontbinden). Het oordeel van rechtbank Gelderland is vooral interessant omdat het ingaat op de uitleg van aanbestede overeenkomsten en de (ir)relevantie van redelijkheid en billijkheid. Leest u vooral verder.
Een dragend beginsel van de Nederlandse rechtstaat is dat de overheid geen eigen belangen heeft. De functie van overheidslichamen is primair faciliterend ten opzichte van de burgers en bedrijven. Van essentieel belang is daarbij dat de overheid naar de individuele burger en bedrijf luistert, kijkt naar wat zij nodig heeft en zich daarbij dienend en responsief opstelt. Veel gemeenten willen graag een responsieve en eerlijke overheid zijn. In de praktijk gaat dit niet altijd goed. Dat kan leiden tot strijd met het beginsel van fair play. De bestuursrechter lijkt daar in toenemende mate ook strenger op toe te zien.