1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
8 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 20

Wie is aansprakelijk na een asbestbrand?

Asbestbranden komen regelmatig in het nieuws. Dergelijke branden hebben vaak een directe impact op de omgeving, omdat de kleine asbestdeeltjes als gevolg van de brand terechtkomen op het terrein van andere bedrijven, op openbare terreinen en op de woningen en tuinen van particulieren. Vanwege de mogelijke gezondheidsrisico’s volgt vaak een rigoureuze en omvangrijke schoonmaakoperatie. De vraag die vervolgens rijst is vaak wie de hoge kosten van deze schoonmaak – die regelmatig in de vele miljoenen loopt – moet dragen. Kan de eigenaar van het afgebrande pand hiervoor aansprakelijk worden gehouden? Uit rechtspraak over dit thema kan worden afgeleid dat het antwoord soms ja is, waarbij onder andere van belang kan zijn of de eigenaar van het afgebrande pand met zijn activiteiten het risico op brand heeft verhoogd.

Aannemers opgelet: waarschuwingsplicht bij het aangaan van een overeenkomst én bij de start van de werkzaamheden

Een aannemer kan verplicht zijn om tweemaal te waarschuwen voor hetzelfde risico. Dat blijkt uit een zaak waarbij een parketvloerenlegger wel bij het aangaan van de overeenkomst waarschuwde voor het risico van muurvocht, maar niet meer voor de start van de uitvoering van de overeenkomst. Laat de aannemer na om óók voor de start van de uitvoering nog een keer te waarschuwen, dan is hij aansprakelijk voor (een deel) van de ontstane schade.

De belangrijkste spelregels voor transformaties met de kruimelvergunning

Onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bestaat de mogelijkheid om een omgevingsvergunning te verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan voor de lijst van gevallen zoals aangewezen in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Onderdeel 9, artikel 4, van bijlage II van het Bor maakt het mogelijk om strijdig gebruik te vergunnen. Dit is een relatief makkelijke en snelle manier om in afwijking van het bestemmingsplan een bepaald gebruik toe te staan.

Gronden voor opheffen conservatoir beslag – de belangenafweging van de rechter (deel 5)

Conservatoir beslag is in Nederland eenvoudig gelegd, maar hoe krijgt de beslagene het beslag er vanaf? In een reeks korte en praktische artikelen ga ik nader in op enkele aspecten van het leggen en met name het opheffen van beslag. In elk artikel wordt ingezoomd op verschillende mogelijkheden voor opheffing. In dit sluitstuk staat de belangenafweging van de voorzieningenrechter centraal. Na het beoordelen van de wettelijke gronden voor opheffing maakt de rechter een algehele afweging: het belang van de beslaglegger bij instandhouding versus het belang van beslagene bij opheffing van het beslag. Deze ‘restcategorie’ maakt dat bijzondere omstandigheden van een zaak de doorslag kunnen geven.

Omgevingswet controversieel; oh nee toch niet

Vorige week dinsdag 2 februari jl. werd Omgevingswet in de Tweede Kamer controversieel verklaard. Het voorstel om het Ontwerpbesluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet controversieel te verklaren was aangenomen. Het leek te gaan om een “foutje”, omdat het uitgerekend D66 was die (als partij van (demissionair) minister Ollongren voorstander was van een inwerkingtreding op 1 januari 2022) toch vóór het controversieel verklaren had gestemd.

Gronden voor opheffen conservatoir beslag – zekerheid stellen (deel 4)

Conservatoir beslag is in Nederland eenvoudig gelegd, maar hoe krijgt de beslagene het beslag er vanaf? In een reeks korte en praktische artikelen ga ik nader in op enkele aspecten van het leggen en met name het opheffen van beslag. In elk artikel wordt ingezoomd op verschillende mogelijkheden voor opheffing. In dit vierde deel van de reeks bespreek ik het stellen van zekerheid door de beslagene.

De ouderdomsclausule in (NVM) koopovereenkomsten woonruimte

In de praktijk wordt geregeld gebruikgemaakt van een ouderdomsclausule bij de verkoop van een oudere woning. De bedoeling van deze clausule is dat de verkoper niet (meer) aansprakelijk is voor (verborgen) gebreken die het normaal gebruik van de woning belemmeren. Uit de rechtspraak blijkt dat rechters de strekking van de ouderdomsclausule verschillend uitleggen. De oorzaak daarvan lijkt te zijn gelegen in de formulering van de ouderdomsclausule.

Herinvesteringsreserve: voornemen tot herinvestering ondanks latere afsplitsing en verkoop aandelen binnen concern

Belanghebbende is een onroerend zaak vennootschap en heeft een herinvesteringsreserve (hierna: HIR) gevormd. Rechtbank Gelderland oordeelt dat belanghebbende aannemelijk maakt dat zij een herinvesteringsvoornemen heeft. Het voornemen is namelijk in 2007 door belanghebbende kenbaar gemaakt. Verder heeft belanghebbende in haar aangiften vennootschapsbelasting voor de jaren 2007 tot en met 2009 een HIR gevormd. In 2010 heeft belanghebbende een vervangende investering gedaan.

Vastgoedtransacties: de herinvesteringsreserve opnieuw aantrekkelijk?

De vastgoedmarkt is de laatste jaren enorm aangetrokken, waardoor vastgoed flink in waarde is gestegen. De verkoop van vastgoed door een vastgoedexploitant in zijn BV leidt in principe tot de heffing van vennootschapsbelasting over de gerealiseerde waarde (ofwel: boekwinst). Deze heffing kan een BV uitstellen door een herinvesteringsreserve te vormen voor de gerealiseerde boekwinst. Dit leidt tot een liquiditeitsvoordeel en rentevoordeel. Gezien de verwachte verlaging van de vennootschapsbelastingtarieven op basis van het Belastingplan 2019 van maximaal 25% in 2019 naar maximaal 20,5% in 2021 is de vorming van een HIR extra fiscaal voordelig geworden. In deze blog gaan wij nader in op de aspecten van een HIR aan de hand van praktijkvoorbeelden.

1 2