De onteigende partij en de vordering tot teruglevering
Een onteigende vordert op de voet van art. 61 Onteigeningswet uitsluitend namens zichzelf een in 1993 onteigend perceel terug, dat destijds in eigendom toebehoorde tot twee onverdeelde gemeenschappen. Deze vordering loopt spaak op het begrip “de onteigende partij”, aan wie volgens art. 61 Ow het terugvorderingsrecht toekomt.De Hoge Raad is van oordeel dat bij de uitleg van het begrip “de onteigende partij” in art. 61 Ow moet worden teruggegrepen op de status quo op het tijdstip van de onteige...