Onderzoeksplicht bij verkoop aandelen?
Schending van de onderzoeksplicht kan onder omstandigheden leiden tot aansprakelijkheid van de verkopende aandeelhouder-bestuurder. Benieuwd hoe dat in de praktijk werkt?
Schending van de onderzoeksplicht kan onder omstandigheden leiden tot aansprakelijkheid van de verkopende aandeelhouder-bestuurder. Benieuwd hoe dat in de praktijk werkt?
Art. 2:248 lid 2 BW: Hoge Raad licht toe: De Hoge Raad wees in juli 2021 een arrest waaruit volgt dat de gedragingen van een oud-bestuurder van een failliete vennootschap, die op zichzelf gezien geen onbehoorlijk bestuur opleverden, kunnen worden gebruikt ter ontzenuwing van het bewijsvermoeden uit art. 2:248 lid 2 BW.
In het hier te bespreken arrest (ECLI:NL:HR:2020:1310) gaat de Hoge Raad op een wel heel expliciete wijze voorbij aan een wetsartikel, omdat het artikel niet in het systeem van de wet past.
Gezien de bescherming die consumenten bij pakketreizen of gekoppelde reisarrangementen genieten en de alternatieven die consumenten hebben bij het kopen van een los vliegticket, ziet de minister vooralsnog geen aanleiding om een garantiefonds vliegtickets in Nederland nader te onderzoeken.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft onlangs uitspraak gedaan in een verzekeringsrechtelijk geschil tussen de commissarissen van het failliete Imtech en CNA, de first excess layer verzekeraar op de Directors & Officers (D&O) verzekering van Imtech. Het hof oordeelt dat CNA door de commissarissen niet kan worden aangesproken voor vergoeding van door hen gemaakte verweerkosten. Dit is erin gelegen dat de primary layer, die een dekking biedt voor EUR 25 miljoen, nog niet is uitgeput, zodat dekking onder de excess layer niet aan de orde is.
In zijn arrest van 4 oktober 2019 ECLI:NL:HR:2019:1492 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de Maclou-norm niet alleen geldt voor de in artikel 68 Fw bedoelde curator, maar ook voor de beoogd curator in een pre-packproces.
Op 10 juli 2019 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna te noemen: het Hof) een arrest gewezen naar aanleiding van de prejudiciële vragen die de Rechtbank Noord-Nederland heeft gesteld. Het Hof volgt de A-G en oordeelt dat de luchtvaartmaatschappij de ticketprijzen van gedupeerde pakketreizigers niet hoeft terug te betalen wanneer hun pakketreis is geannuleerd, ongeacht de insolventie van de reisorganisatie. Het Hof voegt hieraan toe dat de betrokken reiziger in ieder geval de mogelijkheid heeft een aansprakelijkheidsvordering in te stellen tegen de betrokken lidstaat wegens de schade die hij als gevolg van een schending van het Unierecht leidt.