Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
1 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
Arbeidsrecht en de transportsector is en blijft een intrigerende en interessante combinatie: het ‘leeft’ in de sector. Laatstelijk werd een taxichauffeur op staande voet ontslagen wegens het meermaals weigeren van een gesprek en het (vermeende) onjuist inlichten van de bedrijfsarts. Wat was er aan de hand?
Arbeidsrecht en de transportsector is en blijft een intrigerende en interessante combinatie: het ‘leeft’ in de sector. Laatstelijk werd een chauffeur ontslagen op grond van de niet vaak voorkomende h-grond. Wat was er aan de hand?
De verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene is in verblijfsvergunningenland een vreemde eend in de bijt. Daar waar een zogenaamd ‘verblijfsgat’ aan toewijzing van een verblijfsververgunning voor onbepaalde tijd of een verzoek tot naturalisatie in de weg staat, is dat – onder omstandigheden – niet het geval bij de verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene. Wij lichten dat toe in het eerste artikel van het drieluik over de verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene.
De verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene is in verblijfsvergunningenland een vreemde eend in de bijt. In het eerste artikel hebben wij toegelicht dat een verblijfsgat onder omstandigheden de toekenning van een verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene niet in de weg hoeft te staan. In dit tweede artikel van het drieluik over de verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene lichten wij toe welke periodes wel en welke periodes niet meetellen voor de vijfjaarstermijn.
De verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene is in verblijfsvergunningenland een vreemde eend in de bijt. In de eerste twee artikelen van dit drieleuk zijn wij ingegaan op het verblijfsgat en de mee te tellen periodes. In dit derde en tevens laatste artikel gaan wij aan de hand van een recente uitspraak van de Raad van State in op de vraag of het ‘zoekjaar hoogopgeleiden’ meetelt voor de vijfjaarstermijn van de verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene.
Het arbeidsrecht en de transportsector is en blijft een interessante combinatie. Eerder dit jaar heeft de rechter nog geoordeeld dat Hongaarse chauffeurs toch echt recht hebben op het loon dat volgens de cao Beroepsgoederenvervoer geldt en niet het veel lagere, Hongaarse loon. Vaak worden dergelijke ‘voorbeeldzaken’ niet gewezen, maar dat wil niet zeggen dat het niet ‘leeft’ in de transportsector. Laatstelijk kreeg een transportbedrijf namelijk de deksel op zijn neus en werden alle vorderingen van de werknemer toegewezen. Wat was er aan de hand?
In de sector transport en logistiek is al geruime tijd de discussie gaande of de werknemer recht heeft op een vakantieloon waarbij een vergoeding voor overwerk is inbegrepen. Onder de cao Beroepsgoederenvervoer was dit in de periode 2014-2018 namelijk niet het geval. Cao-partijen hebben toen afgesproken dat de werknemer door het accepteren van een eenmalige vergoeding van €750,- bruto zijn recht op vergoeding van structurele toeslagen over genoten vakantiedagen af kon kopen. Voor meer dan genoeg werknemers stond een dergelijke vergoeding echter in schril contrast met al het overwerk dat zij hadden verricht in die periode. In dit artikel houd ik bij hoe de rechtspraak sinds 2021 omgaat met dit discussiepunt.
Het Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat er tussen het digitale platform Helpling en de via hen werkzame schoonmakers een uitzendovereenkomst bestaat. Na Deliveroo en Uber, wordt dus ook Helpling teruggefloten door de rechter. Is de platformwereld nu definitief haar flexibele karakter kwijt? Van speldenprikjes lijken we in ieder geval niet meer te kunnen spreken…
De Rechtbank Amsterdam heeft vandaag (13 september 2021) geoordeeld dat een Uber-chauffeur op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is. Daarnaast is de algemeen verbindend verklaarde cao Taxivervoer van toepassing verklaard op de arbeidsverhouding. Een dergelijk oordeel is niet nieuw: ook Deliveroo trok inmiddels al in twee (!) instanties aan het kortste eind. De uitspraak zal dan ook een doorn in het oog zijn voor verschillende platformwerkgevers.
In een eerdere blog heb ik een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant behandeld waarin een werknemer claimde te weinig vakantieloon te hebben ontvangen, aangezien er geen vergoeding voor gemaakte overuren in was verdisconteerd. De werknemer deed daarbij een beroep op een arrest van het HvJ EU, genaamd Hein/Holzkamm. De rechter oordeelde dat de werknemer geen recht had op een hoger vakantieloon en haalde daarbij overigens aan dat een van de voorwaarden uit Hein/Holzkamm verkeerd was vertaald. Een werknemer moest niet ‘op regelmatige basis’ overwerk hebben verricht, maar dit overwerk moest ‘voorzienbaar en gebruikelijk’ zijn. Niet lang na de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant wees dezelfde rechtbank een soortgelijk vonnis. Deze keer is het de beurt aan de Rechtbank Rotterdam, komt zij tot een ander oordeel?
Inmiddels zijn er al veel uitspraken gewezen in het kader van coronagerelateerde ontslagen. De Rechtbank Rotterdam heeft recent geoordeeld dat de werknemer een verstoorde arbeidsverhouding in het leven had geroepen door met verkoudheidsklachten tóch te gaan werken en na herhaaldelijk advies van collega’s om naar huis te gaan, dit niet te doen. Waarom werd er dan geen verwijtbaar handelen of nalaten aangenomen?
Indien de appelrechter oordeelt dat de arbeidsovereenkomst ten onrechte is beëindigd of het verzoek van de werknemer tot herstel van de arbeidsovereenkomst ten onrechte is afgewezen, kan de appelrechter de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen of aan de werknemer een billijke vergoeding toekennen (art. 7:683 lid 3 BW). Als een werknemer de voorkeur geeft aan herstel van de arbeidsovereenkomst, dan doet hij/zij er verstandig aan om zijn/haar belang op dit punt uiteen te zetten. Uit een recente uitspraak van het Gerechtshof Den Haag volgt dat het werkzaam zijn als kennismigrant een dergelijk belang kan zijn.
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.