Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
2 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
Onlangs heeft de NZa de nieuwe ‘Regeling transparantie zorginkoopproces’ vastgesteld. Deze regeling stelt nieuwe eisen aan zorgaanbieders en zorgverzekeraars om de transparantie van het zorginkoopproces te vergroten. Dit moet leiden tot een soepeler en sneller contracteerproces, zodat verzekerden bij de start van het overstapseizoen beter geïnformeerd zijn over het (gecontracteerde) zorgaanbod van de zorgverzekeraar. Vanaf 1 april 2024 treedt de aangepaste regeling inwerking. In dit blog lichten wij een aantal belangrijke voorschriften toe.
Het aantal commerciële huisartsenpraktijken in de Nederlandse huisartsenzorg is de afgelopen jaren flink toegenomen. Wat zijn de kansen en risico’s van bedrijfsketens van huisartsen? Wat betekent dit voor de kwaliteit en de toegankelijkheid van de huisartsenzorg?
Aansprakelijkheid en schadevergoeding vanwege een inbreuk op de AVG blijft een heet hangijzer. Het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof) wees op 14 december 2023 opnieuw een arrest over dit onderwerp. Het Hof beantwoordt in zijn arrest onder andere de vraag of het enkele feit dat een datalek heeft plaatsgevonden als gevolg van een cyberaanval betekent dat de AVG is overtreden en dat een betrokkene recht heeft op schadevergoeding.
In deze vijfdelige blogreeks gaan wij in op (de juridische aandachtspunten bij) een zogeheten shop-in-shop-ziekenhuis. In dit vijfde blog bespreken we welke samenwerkingsafspraken van belang zijn bij het aangaan van een shop-in-shop-samenwerking. Belangrijk zijn bijvoorbeeld de samenwerkingsafspraken over het contact met de patiënt, het uitwisselen van patiëntgegevens, het onderling verdelen van de aansprakelijkheidsrisico’s en de uitwerking van Wkkgz-verplichtingen.
Deze bijdrage bevat een overzicht van de jurisprudentie op het gebied van de gezondheidszorg (o.a. Wet verplichte ggz (Wvggz), Wet zorg en dwang (Wzd), zorginkoop, sociaal domein, bekostiging, vastgoed, IT en privacy) die in de maand februari 2024 is gepubliceerd.
In deze vijfdelige blogreeks gaan wij in op (de juridische aandachtspunten bij) een zogeheten shop-in-shop-ziekenhuis. In dit vierde blog bespreken we de centrale aansprakelijkheid van het ziekenhuis. Een in de praktijk vaak ondergeschoven kindje, terwijl de gevolgen voor met name het ziekenhuis enorm kunnen zijn.
In januari 2024 heeft de rechtbank Midden-Nederland zich uitgelaten over de vraag of minister Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het besluit mocht nemen om het Erasmus MC en het UMC Groningen aan te wijzen als de enige twee kinderhartcentra in Nederland. Het betreffende besluit kwam na jaren van discussie tot stand en betekende voor de andere bestaande kinderhartcentra (het UMC Utrecht, het Leids UMC en het VUmc) dat zij deze expertise binnen 2.5 jaar volledig af zouden moeten bouwen. De rechtbank oordeelde kort en goed dat de minister weliswaar bevoegd was om het besluit te nemen om kinderhartzorg te concentreren, maar dat het besluit onvoldoende zorgvuldig en feitelijk gemotiveerd was (zie rechtbank Midden-Nederland 11 januari 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:51). Dat betekent dat er vooralsnog vijf kinderhartcentra actief mogen blijven en dat de bal wederom bij de minister van VWS ligt.
In de toekomst zal steeds vaker sprake zijn van specialistische vormen van zorg. De noodzaak om deze zorgvormen op bepaalde locaties te concentreren zal mogelijk toenemen. Alleen door voldoende ervaring op te doen met deze zorgvormen kan de kwaliteit van zorg immers worden gewaarborgd. Gelet op het feit dat marktwerking het uitgangspunt is in het Nederlandse zorgstelsel is de bevoegdheid die de minister van VWS op grond van de Wet op bijzondere medische verrichtingen (‘Wbmv’) heeft om in te grijpen een bijzonder instrument. In dit blog gaan wij nader in op het vergunningstelsel dat voortvloeit uit de Wbmv.
In deze vijfdelige blogreeks gaan wij in op (de juridische aandachtspunten bij) een zogeheten shop-in-shop-ziekenhuis. In dit derde blog bespreken we (de relevantie van) de dossierplicht, het beroepsgeheim en de (on)mogelijkheden van gegevensuitwisseling tussen het ziekenhuis en de shop-in-shop.
Soms bestaat er onduidelijkheid bij een hulpverlener over het moment waarop een geneeskundige behandelingsovereenkomst tot stand komt. In de praktijk ontstaat deze overeenkomst vrij gemakkelijk en soms ook eerder dan de hulpverlener vermoedt. Het is belangrijk dat een hulpverlener zich hiervan bewust is. Op het moment dat er sprake is van een behandelingsovereenkomst, dient hij zich namelijk te houden aan de verplichtingen uit de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst.
In deze vijfdelige blogreeks gaan wij in op (de juridische aandachtspunten bij) een zogeheten shop-in-shop-ziekenhuis. In dit tweede blog bespreken we wie de behandelingsovereenkomst sluit met de patiënt (de shop-in-shop of het ziekenhuis) én waarom dit zo van belang is om vast te stellen.
In deze vijfdelige blogreeks gaan wij in op (de juridische aandachtspunten bij) een zogeheten shop-in-shop-ziekenhuis. In dit eerste blog bespreken we wat het shop-in-shop-ziekenhuis is en waarom het zo waardevol kan zijn.
Op 16 februari 2024 heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan voor het verzekeringsrecht. De Hoge Raad stapt hierin af van eerdere jurisprudentie over de toepassing van de redelijkheid en billijkheid bij verzekeringsovereenkomsten. Op basis van het Valschermzweeftoestel-arrest van de Hoge Raad uit 2006 gold jarenlang dat bij een polisbepaling die kwalificeert als een "primaire dekkingsomschrijving" de ruimte voor een beroep op de redelijkheid en billijkheid beperkt was. Voor een beroep op de redelijkheid en billijkheid kon namelijk geen grond zijn het ontbreken van verband tussen de gelding van de polisbepaling en de ingetreden schade. Dit was daarentegen wel het geval bij een andere type polisbepaling, de "preventieve garantie". De Hoge Raad heeft nu dit categorisch onderscheid afgeschaft. In plaats daarvan hangt de vraag of het ontbreken van verband tussen de gelding van de polisbepaling en de schade maakt dat het beroep op de polisbepaling afstuit op de redelijkheid en billijkheid, voortaan af van een open en inhoudelijke afweging op basis van diverse gezichtspunten die op voorhand geldt voor welke polisbepaling dan ook.
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.