Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
2 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. De Wtza stelt onder andere eisen aan de bestuursstructuur (onafhankelijke interne toezichthouder) van vergunningplichtige zorginstellingen die in de statuten moeten worden vastgelegd.
Op 1 januari 2022 zijn de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), de Aanpassingswet Toetreding zorgaanbieders (AWtza), het Uitvoeringsbesluit Wtza (UbWtza) en de Uitvoeringsregeling Wtza (UrWtza) in werking getreden. De Wtza introduceert een meldplicht voor nieuwe en bestaande zorgaanbieders, een vernieuwde vergunningenprocedure die de toelatingensystematiek van de WTZi vervangt en stelt eisen aan de bestuursstructuur van vergunningplichtige instellingen (onafhankelijke interne toezichthouder). In dit blog wordt ingegaan op de gevolgen van de Wtza voor abortusklinieken.
Rechtbank Midden-Nederland heeft recentelijk in lijn met het Acantus-arrest geoordeeld dat de kapitaals- en onderhoudskosten van een WKO-installatie in een complex niet als servicekosten bij de huurder in rekening mogen worden gebracht. Dit geldt volgens de kantonrechter ook in het geval van een derde-exploitant. De kantonrechter veroordeelt de verhuurder tot het vergoeden van de kapitaals- en onderhoudskosten zoals overeengekomen tussen de huurder en de derde-exploitant.
Op 1 januari 2022 zijn de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), de Aanpassingswet Toetreding zorgaanbieders (AWtza), het Uitvoeringsbesluit Wtza (UbWtza) en de Uitvoeringsregeling Wtza (UrWtza) in werking getreden. De Wtza introduceert een meldplicht voor nieuwe en bestaande zorgaanbieders, een vernieuwde vergunningenprocedure die de toelatingensystematiek van de WTZi vervangt en stelt eisen aan de bestuursstructuur van vergunningplichtige instellingen (onafhankelijke interne toezichthouder). In dit blog wordt ingegaan op de gevolgen van de Wtza voor justitiële inrichtingen en instellingen voor forensische zorg.
Vanaf 1 juli 2023 wordt de bestaande energiebesparingsplicht voor bedrijven en instellingen aangescherpt en vervangen door een verduurzamingsplicht voor energiegebruik. In dit artikel nemen wij u mee in de belangrijkste wijzigingen.
Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. De Wtza introduceert onder meer een vergunningplicht voor instellingen die medisch specialistische zorg (doen) verlenen en instellingen die met die met meer dan tien zorgverleners Wlz-zorg of Zvw-zorg (doen). De vergunningplicht geldt niet voor onderaannemers, tenzij de hoofdaannemer een «lege huls» is. In dit blog wordt ingegaan op de vergunningplicht voor onderaannemers van een «lege huls».
Op 1 januari 2022 zijn de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), de Aanpassingswet Toetreding zorgaanbieders (AWtza), het Uitvoeringsbesluit Wtza (UbWtza) en de Uitvoeringsregeling Wtza (UrWtza) in werking getreden. De Wtza introduceert een meldplicht voor nieuwe en bestaande zorgaanbieders, een vernieuwde vergunningenprocedure die de toelatingensystematiek van de WTZi vervangt en stelt eisen aan de bestuursstructuur van vergunningplichtige instellingen (onafhankelijke interne toezichthouder). In dit blog wordt ingegaan op de gevolgen van de Wtza voor pgb-aanbieders.
Aanbestedende diensten die een verbijzonderde interne controle uitvoeren of waar een accountantscontrole wordt uitgevoerd, lopen vaak tegen de vraag aan of bepaalde uitgaven vanuit aanbestedingsrechtelijk perspectief rechtmatig zijn. In dit artikel gaan wij in op enkele veelvoorkomende vragen, zoals de vraag of de waarde van soortgelijke opdrachten bij elkaar moet worden opgeteld en of het is toegestaan om onder een raamovereenkomst zonder maximale waarde en/of hoeveelheid meer uit te geven dan de geraamde waarde.
Op 1 januari 2022 zijn de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), de Aanpassingswet Toetreding zorgaanbieders (AWtza), het Uitvoeringsbesluit Wtza (UbWtza) en de Uitvoeringsregeling Wtza (UrWtza) in werking getreden. De Wtza introduceert een meldplicht voor nieuwe en bestaande zorgaanbieders, een vernieuwde vergunningenprocedure die de toelatingensystematiek van de WTZi vervangt en stelt eisen aan de bestuursstructuur van vergunningplichtige instellingen (onafhankelijke interne toezichthouder). In dit blog wordt ingegaan op de gevolgen van de Wtza voor apotheken.
In een aandeelhoudersovereenkomst kan ervoor worden gekozen om zogenaamde leaver bepalingen op te nemen. Dergelijke bepalingen regelen dat -indien een aandeelhouder tevens bestuurder is van een vennootschap- de aandeelhouder c.q. bestuurder gehouden is om in bepaalde situaties zijn/haar aandelen aan te bieden aan de overige aandeelhouder(s) of de vennootschap tegen een bepaalde prijs. Hoe wordt dit in de praktijk geregeld?
Voor elk project dat stikstof uitstoot moet berekend worden wat de gevolgen daarvan zijn voor Natura 2000 gebieden. Voor het wegenproject ViA15 was een rekenafstand van 5 km toegepast. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) vond in een tussenuitspraak dat die afstand niet toereikend gemotiveerd was. Na de tussenuitspraak heeft het kabinet besloten om voor wegverkeer en alle andere stikstofemissiebronnen een rekenafstand van 25 km aan te houden. De rekenafstand is ook geïmplementeerd in de AERIUS Calculator. De Afdeling heeft vandaag geoordeeld dat deze rekenafstand van 25 kilometer aanvaardbaar is.
Eind vorig jaar heeft de rechtbank Rotterdam een interessante uitspraak gewezen over verwijdering van ondergrondse kabels. Een grondeigenaar vordert verwijdering van een kabel gesitueerd in zijn perceel. Het telecombedrijf aan wie de kabel toebehoort voert verweer. De rechtbank moet een oordeel vellen over de vraag of de grondeigenaar een gedoogplicht heeft op grond van de telecommunicatiewet (Tw), alsmede over de vraag of de vordering tot opheffing van de onrechtmatige toestand al dan niet is verjaard.
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.