1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza): apotheken

Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza): apotheken

Op 1 januari 2022 zijn de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), de Aanpassingswet Toetreding zorgaanbieders (AWtza), het Uitvoeringsbesluit Wtza (UbWtza) en de Uitvoeringsregeling Wtza (UrWtza) in werking getreden. De Wtza introduceert een meldplicht voor nieuwe en bestaande zorgaanbieders, een vernieuwde vergunningenprocedure die de toelatingensystematiek van de WTZi vervangt en stelt eisen aan de bestuursstructuur van vergunningplichtige instellingen (onafhankelijke interne toezichthouder). In dit blog wordt ingegaan op de gevolgen van de Wtza voor apotheken.
Leestijd 
Auteur artikel Marieke van Dongen
Gepubliceerd 22 april 2023
Laatst gewijzigd 29 november 2023

Geen meldplicht

De meldplicht geldt voor «zorgaanbieders». Hieronder verstaat de Wtza instellingen[1] en solistisch werkende zorgverleners die zorg als bedoeld bij of krachtens de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) verlenen of laten verlenen (dit betreft Wlz-zorg, Zvw-zorg en andere zorg). Apotheken waarvan de apotheker die belast is met de leiding van de apotheek staat ingeschreven in het Register van gevestigde apothekers, worden door het UbWtza uitgezonderd van de meldplicht omdat zij al in beeld zijn bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Apotheken die onderdeel zijn van het ziekenhuis zijn ook al bekend bij IGJ omdat in dat geval het ziekenhuis de zorgaanbieder is die onder de meldplicht valt.

Vergunning

Onder de oude WTZi moesten in het Uitvoeringsbesluit WTZi aangewezen categorieën van instellingen die zorg verleenden waarop aanspraak bestond ingevolge artikel 3.1.1 van de Wlz of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zvw, een WTZi-toelating hebben. Instellingen voor farmaceutische zorg werden aangemerkt als van rechtswege in het bezit van een WTZi-toelating en hoefden geen WTZi-toelating aan te vragen bij het CIBG.

Onder de Wtza geldt er een vergunningplicht voor:

  1. Instellingen die medisch specialistische zorg verlenen of doen verlenen.
  2. Instellingen die met meer dan tien zorgverleners zorg of een andere dienst als omschreven bij of krachtens de Wlz of de Zvw verlenen of doen verlenen.

Apotheken worden door het UbWtza niet uitgezonderd van de vergunningplicht en zijn onder de Wtza vergunningplichtig indien zij met meer dan tien zorgverleners (waaronder apothekersassistenten) farmaceutische zorg verlenen of doen verlenen. Bij het vaststellen van het aantal zorgverleners tellen ook deeltijders en ingehuurde zorgverleners mee.

Apotheken die onderdeel zijn van een ziekenhuis zijn niet vergunningplichtig omdat in dat geval de vergunningplicht op het ziekenhuis rust.

Voor alle vergunningplichtige instellingen die op 1 januari 2022 al bestonden geldt een overgangstermijn van twee jaar. Bestaande apotheken die op 1 januari 2022 van rechtswege in het bezit waren van een WTZi-toelating en die onder de Wtza vergunningplichtig zijn, moeten dus vóór 1 januari 2024 een Wtza-vergunning aanvragen. Alle vergunniningplichtige apotheken die na 1 januari 2022 zijn opgericht moeten meteen een Wtza-vergunning aanvragen. Een kleine apotheek die op enig moment de grens van tien zorgverleners passeert en daardoor vergunningplichtig wordt, moet binnen zes maanden nadat deze grens is gepasseerd alsnog een Wtza-vergunning aanvragen.

Wordt door een nieuwe vergunningplichtige apotheek gestart met het verlenen van zorg voordat een Wtza-vergunning is afgegeven of vraagt een bestaande vergunningplichtige apotheek niet tijdig een Wtza-vergunning aan, dan kan de IGJ een last onder dwangsom opleggen. Daarnaast kan de IGJ een boete opleggen van max € 87.000,-.

Onafhankelijke interne toezichthouder

De Wtza verplicht vergunningplichtige instellingen tot het instellen van een onafhankelijke interne toezichthouder die toezicht houdt op het beleid van de dagelijkse of algemene leiding van de instelling en de algemene gang van zaken binnen de instelling. In het UbWtza zijn de wettelijke eisen die de Wtza introduceert voor de bestuursstructuur van een vergunningplichtige instelling nader uitgewerkt. Via de UrWtza dienen vrijwel al deze bepalingen te worden vastgelegd in de statuten van de instelling.

Een aantal categorieën vergunningplichtige instellingen wordt door het UbWtza uitgezonderd van de eis van een onafhankelijke interne toezichthouder. Zo hoeven instellingen voor farmaceutische zorg die in de regel met vijfentwintig of minder zorgverleners Zvw-zorg (doen) verlenen geen interne toezichthouder te hebben.

Contact

Wilt u weten of uw apotheek vergunningplichtig is, een toezichthoudend orgaan moet hebben of heeft u andere vragen over de Wtza? Neemt u dan gerust contact op met Marieke van Dongen of Charlotte Perquin-Deelen. Wij helpen u graag verder.

Blogreeks en o-book

Voor een uitgebreide uiteenzetting over de Wtza, de AWtza, het UbWtza en de UrWtza en de veranderingen die deze nieuwe wet- en regelgeving met zich brengen voor zorgaanbieders, verwijzen wij naar onze blogreeks over de Wtza en de AWtza en het o-book “De Wet toetreding zorgaanbieders: wat gaat er veranderen?”.

Artikelen blogreeks Wtza en AWtza:

Aanleiding en doel (1)

Betrokkenen (2)

Meldplicht (3)

Vergunningplicht (4)

Toezicht en handhaving (5)

Overgangsregeling (6)

AWtza (7)

Bestuursstructuur (8)

Uitvoeringsbesluit Wtza en Uitvoeringsregeling Wtza (9)

Inwerkingtreding Wtza

Bent u klaar voor de Wtza?

Termijn meldplicht verstrijkt bijna!

Zijn uw statuten al Wtza-proof?

Beschikt u al over een Wtza-vergunning?

Onderaannemers

Huisartsen, tandartsen en paramedici

MSB

Pgb

Abortusklinieken

Justitiële inrichtingen en instellingen voor forensische zorg

Aanpassing statuten

Onderaannemers, pgb-aanbieders, aanbieders van onverzekerde zorg, eerstelijns zorgaanbieders opgelet: vraag tijdig een Wtza-vergunning aan!

Let op: deadline aanvragen Wtza-vergunning verstrijkt bijna!

[1] Instelling in de zin van de Wtza is (i) een rechtspersoon die bedrijfsmatig zorg verleent of doet verlenen, (ii) een organisatorisch verband van natuurlijke personen die bedrijfsmatig zorg verlenen of doen verlenen, en (iii) een natuurlijk persoon die bedrijfsmatig zorg doet verlenen.