Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
2 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
De grensbedragen die bepalen in welke categorie een zorgorganisatie valt zijn verhoogd. Dit leidt o.a. tot wijziging van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG. De nieuwe grensbedragen kunnen voor kleine zorgaanbieders een lastenverlichting opleveren. In dit blog informeren wij u nader.
Op 26 maart 2024 heeft de Tweede Kamer een amendement (van lid Bushoff) aangenomen op grond waarvan de minister afzonderlijke regels kan stellen voor micro zorgaanbieders en de omvang van de jaarverantwoordingsplicht voor deze doelgroep kan beperken. In dit blog gaan wij in op de gevolgen.
Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. De Wtza introduceert onder meer een vergunningplicht. De vergunningplicht geldt ook voor onderaannemers van een zogenaamde «lege huls», pgb-aanbieders, aanbieders van onverzekerde zorg en eerstelijns zorgaanbieders die de grens van tien zorgverleners overschrijden (bij Wlz-zorg en Zvw-zorg) dan wel medisch specialistische zorg verlenen.
Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. De Wtza introduceert onder meer een vergunningplicht. Op 28 september 2023 heeft Minister Helder van Langdurige Zorg en Sport de Kamer een brief gestuurd over de invoeringstoets Wtza. Deze brief heeft echter geen gevolgen voor de vergunningplicht en het intern toezicht.
Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. De Wtza introduceert onder meer een vergunningplicht. De vergunningplicht geldt ook voor onderaannemers van een zogenaamde «lege huls», pgb-aanbieders, aanbieders van onverzekerde zorg en eerstelijns zorgaanbieders die de grens van tien zorgverleners overschrijden (bij Wlz-zorg en Zvw-zorg) dan wel medisch specialistische zorg verlenen.
Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. De Wtza stelt onder andere eisen aan de bestuursstructuur (onafhankelijke interne toezichthouder) van vergunningplichtige zorginstellingen die in de statuten moeten worden vastgelegd.
Veel medisch specialisten die werkzaam zijn in een algemeen ziekenhuis of een zelfstandig behandelcentrum (ZBC) zijn als vrij beroepsbeoefenaar georganiseerd in een Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB). Het functioneren van het MSB en de relatie met het ziekenhuis/ZBC leidt in de praktijk tot diverse juridische en fiscale vraagstukken. Bijvoorbeeld welke verplichtingen voor het MSB voortvloeien uit sectorspecifieke wet- en regelgeving, vragen over de samenwerking met het ziekenhuis en de fiscale toetsing van het MSB door de Belastingdienst. In deze blogreeks gaan wij in op juridische en fiscale aspecten die spelen bij MSB-en. Dit artikel gaat over de verplichtingen die voor een MSB voortvloeien uit de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza).
Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. De Wtza introduceert onder meer een vergunningplicht voor instellingen die medisch specialistische zorg (doen) verlenen en instellingen die met die met meer dan tien zorgverleners Wlz-zorg of Zvw-zorg (doen). De vergunningplicht geldt niet voor onderaannemers, tenzij de hoofdaannemer een «lege huls» is. In dit blog wordt ingegaan op de vergunningplicht voor onderaannemers van een «lege huls».
Veel zorgaanbieders schakelen bij het verlenen van zorg andere zorgaanbieders (onderaannemers) in. Het hoofd-en onderaannemerschap leidt in de praktijk tot diverse juridische vraagstukken. Bijvoorbeeld over de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de hoofdaannemer en de onderaannemer, de uitwisseling van patiëntgegevens en de uit de sectorspecifieke wet- en regelgeving voor onderaannemers voortvloeiende verplichtingen. In deze blogreeks gaan wij in op specifieke aspecten die spelen bij hoofd- en onderaannemingsconstructies in de zorgsector. Dit artikel gaat over onderaannemers en de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (‘Wkkgz’).
Veel zorgaanbieders schakelen bij het verlenen van zorg andere zorgaanbieders (onderaannemers) in. Het hoofd-en onderaannemerschap leidt in de praktijk tot diverse juridische vraagstukken. Bijvoorbeeld over de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de hoofdaannemer en de onderaannemer, de uitwisseling van patiëntgegevens en de uit de sectorspecifieke wet- en regelgeving voor onderaannemers voortvloeiende verplichtingen.
In deze blogreeks gaan wij in op specifieke aspecten die spelen bij hoofd- en onderaannemingsconstructies in de zorgsector. Dit artikel gaat over onderaannemers en de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza).
Ontwikkelingen in het zorglandschap, zoals de veranderende zorgvraag en meervoudige zorgbehoeften, noodzaken zorgaanbieders om meer en efficiënter samen te werken. Bij het vormgeven en inrichten van een samenwerkingsverband worden de samenwerkingspartners voor tal van uitdagingen en vraagstukken gesteld. Dit artikel van de artikelenreeks ‘Aandachtspunten bij samenwerkingsverbanden in de zorg’ gaat over de governance van samenwerkingsverbanden.
Ontwikkelingen in het zorglandschap, zoals de veranderende zorgvraag en meervoudige zorgbehoeften, noodzaken zorgaanbieders om meer en efficiënter samen te werken. Bij het vormgeven en inrichten van een samenwerkingsverband worden de samenwerkingspartners voor tal van uitdagingen en vraagstukken gesteld. Niet alleen moet er een geschikte samenwerkingsvorm (contractueel samenwerkingsverband of een gezamenlijke juridische entiteit) worden gekozen, ook ten aanzien van de positie van patiënten, medewerkers, privacy en intellectueel eigendom moeten er keuzes worden gemaakt. Dit artikel van de artikelenreeks ‘Aandachtspunten bij samenwerkingsverbanden in de zorg’ gaat over de keuze tussen samenwerken via een contractueel samenwerkingsverband of via een rechtspersoon .
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.