1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
2 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 26

Jaarverantwoording Zorg: verhoging grensbedragen!

De grensbedragen die bepalen in welke categorie een zorgorganisatie valt zijn verhoogd. Dit leidt o.a. tot wijziging van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG. De nieuwe grensbedragen kunnen voor kleine zorgaanbieders een lastenverlichting opleveren. In dit blog informeren wij u nader.

Jaarverantwoording Zorg – Goed nieuws voor micro zorgaanbieders!

Op 26 maart 2024 heeft de Tweede Kamer een amendement (van lid Bushoff) aangenomen op grond waarvan de minister afzonderlijke regels kan stellen voor micro zorgaanbieders en de omvang van de jaarverantwoordingsplicht voor deze doelgroep kan beperken. In dit blog gaan wij in op de gevolgen.

Het shop-in-shop-ziekenhuis: belangrijke samenwerkingsafspraken

In deze vijfdelige blogreeks gaan wij in op (de juridische aandachtspunten bij) een zogeheten shop-in-shop-ziekenhuis. In dit vijfde blog bespreken we welke samenwerkingsafspraken van belang zijn bij het aangaan van een shop-in-shop-samenwerking. Belangrijk zijn bijvoorbeeld de samenwerkingsafspraken over het contact met de patiënt, het uitwisselen van patiëntgegevens, het onderling verdelen van de aansprakelijkheidsrisico’s en de uitwerking van Wkkgz-verplichtingen.

Wet op bijzondere medische verrichtingen – vergunningstelsel

In januari 2024 heeft de rechtbank Midden-Nederland zich uitgelaten over de vraag of minister Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het besluit mocht nemen om het Erasmus MC en het UMC Groningen aan te wijzen als de enige twee kinderhartcentra in Nederland. Het betreffende besluit kwam na jaren van discussie tot stand en betekende voor de andere bestaande kinderhartcentra (het UMC Utrecht, het Leids UMC en het VUmc) dat zij deze expertise binnen 2.5 jaar volledig af zouden moeten bouwen. De rechtbank oordeelde kort en goed dat de minister weliswaar bevoegd was om het besluit te nemen om kinderhartzorg te concentreren, maar dat het besluit onvoldoende zorgvuldig en feitelijk gemotiveerd was (zie rechtbank Midden-Nederland 11 januari 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:51). Dat betekent dat er vooralsnog vijf kinderhartcentra actief mogen blijven en dat de bal wederom bij de minister van VWS ligt. In de toekomst zal steeds vaker sprake zijn van specialistische vormen van zorg. De noodzaak om deze zorgvormen op bepaalde locaties te concentreren zal mogelijk toenemen. Alleen door voldoende ervaring op te doen met deze zorgvormen kan de kwaliteit van zorg immers worden gewaarborgd. Gelet op het feit dat marktwerking het uitgangspunt is in het Nederlandse zorgstelsel is de bevoegdheid die de minister van VWS op grond van de Wet op bijzondere medische verrichtingen (‘Wbmv’) heeft om in te grijpen een bijzonder instrument. In dit blog gaan wij nader in op het vergunningstelsel dat voortvloeit uit de Wbmv.

Minister Helder gebruikt pauzeknop voor Jaarverantwoording Zorg 2022 en 2023!

Goed nieuws voor alle zorgaanbieders die over 2022 voor het eerst een openbare jaarverantwoording in moeten dienen! Minister Helder van Langdurige Zorg en Sport heeft op 28 september jl. laten weten dat zij omwille van een ‘rustige en zorgvuldige implementatie’ de verplichting om een openbare jaarverantwoording in te dienen zal pauzeren voor voornoemde groep. De pauze geldt niet alleen voor de jaarverantwoording over boekjaar 2022, maar ook over boekjaar 2023.

Het Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB) en de Wmcz 2018

Veel medisch specialisten die werkzaam zijn in een algemeen ziekenhuis of een zelfstandig behandelcentrum (‘ZBC’) zijn als vrij beroepsbeoefenaar georganiseerd in een Medisch Specialistisch Bedrijf (‘MSB’). Het functioneren van het MSB en de relatie met het ziekenhuis/ZBC leidt in de praktijk tot diverse juridische en fiscale vraagstukken. Bijvoorbeeld welke verplichtingen voor het MSB voortvloeien uit sectorspecifieke wet- en regelgeving, vragen over de samenwerking met het ziekenhuis en de fiscale toetsing van het MSB door de Belastingdienst. In deze blogreeks gaan wij in op juridische en fiscale aspecten die spelen bij MSB’s. Dit artikel gaat over de verplichtingen die voor een MSB voortvloeien uit de Wet medezeggenschap cliëntenraden 2018 (‘Wmcz 2018’).

Het Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB) en de Jaarverantwoording Zorg

Veel medisch specialisten die werkzaam zijn in een algemeen ziekenhuis of een zelfstandig behandelcentrum (ZBC) zijn als vrij beroepsbeoefenaar georganiseerd in een Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB). Het functioneren van het MSB en de relatie met het ziekenhuis/ZBC leidt in de praktijk tot diverse juridische en fiscale vraagstukken. Bijvoorbeeld welke verplichtingen voor het MSB voortvloeien uit sectorspecifieke wet- en regelgeving, vragen over de samenwerking met het ziekenhuis en de fiscale toetsing van het MSB door de Belastingdienst. In deze blogreeks gaan wij in op juridische en fiscale aspecten die spelen bij MSB’en. Dit artikel gaat over de verplichtingen die voor een MSB voortvloeien uit de Wet marktordening gezondheidszorg.

Aandachtspunten bij samenwerkingsverbanden in de zorg: Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg

Ontwikkelingen in het zorglandschap, zoals de veranderende zorgvraag en meervoudige zorgbehoeften, noodzaken zorgaanbieders om meer en efficiënter samen te werken. Bij het vormgeven en inrichten van een samenwerkingsverband worden de samenwerkingspartners voor tal van uitdagingen en vraagstukken gesteld. Niet alleen moet er een geschikte samenwerkingsvorm (contractueel samenwerkingsverband of een gezamenlijke juridische entiteit) worden gekozen, ook ten aanzien van de positie van patiënten, medewerkers, privacy en intellectueel eigendom moeten er keuzes worden gemaakt. Dit artikel van de artikelenreeks ‘Aandachtspunten bij samenwerkingsverbanden in de zorg’ gaat over de handreiking ‘Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg’.

10 verschillen tussen de AIVG 2022 en de AIVG 2017

Veel ziekenhuizen en zorginstellingen hanteren bij het sluiten van contracten met leveranciers de Algemene Inkoopvoorwaarden Gezondheidszorg (AIVG). De AIVG zijn opgesteld door diverse brancheverenigingen, waaronder de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), ActiZ, de Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagement (NEVI) en Santeon. Op 14 november 2022 zijn de nieuwe AIVG 2022 gepresenteerd, als opvolger van de AIVG 2017. Het betreft op moment van schrijven enkel het algemene deel van de AIVG 2022. De AIVG 2022 kent net als de AIVG 2017 een modulaire opbouw. De diverse modules, zoals de Module ICT, worden in 2023 verwacht.

Onderaannemers en de Wmg

Veel zorgaanbieders schakelen bij het verlenen van zorg andere zorgaanbieders (onderaannemers) in. Het hoofd-en onderaannemerschap leidt in de praktijk tot diverse juridische vraagstukken. Bijvoorbeeld over de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de hoofdaannemer en de onderaannemer, de uitwisseling van patiëntgegevens en de uit de sectorspecifieke wet- en regelgeving voor onderaannemers voortvloeiende verplichtingen. In deze blogreeks gaan wij in op specifieke aspecten die spelen bij hoofd- en onderaannemingsconstructies in de zorgsector. Dit artikel gaat over onderaannemers en de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg).

Onderaannemers en het verbod op het hanteren van een winstoogmerk

Veel zorgaanbieders schakelen bij het verlenen van zorg andere zorgaanbieders (onderaannemers) in. Het hoofd- en onderaannemerschap leidt in de praktijk tot diverse juridische vraagstukken. Bijvoorbeeld over de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de hoofdaannemer en de onderaannemer, de uitwisseling van patiëntgegevens en de uit de sectorspecifieke wet- en regelgeving voor onderaannemers voortvloeiende verplichtingen. In deze blogreeks gaan wij in op het in de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) neergelegde verbod op het hanteren van een winstoogmerk voor zorgaanbieders die zorg in de zin van de Zorgverzekeringswet (‘Zvw’) of Wet langdurige zorg (‘Wlz’) verlenen.

Onderaannemers en de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018

Veel zorgaanbieders schakelen bij het verlenen van zorg andere zorgaanbieders (onderaannemers) in. Het hoofd- en onderaannemerschap leidt in de praktijk tot diverse juridische vraagstukken. Bijvoorbeeld over de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de hoofdaannemer en de onderaannemer, de uitwisseling van patiëntgegevens en de uit de sectorspecifieke wet- en regelgeving voor onderaannemers voortvloeiende verplichtingen. In deze blogreeks gaan wij in op specifieke aspecten die spelen bij hoofd- en onderaannemingsconstructies in de zorgsector. Dit artikel gaat over onderaannemers en de uit de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (‘Wmcz’) voorvloeiende verplichting tot het instellen van een cliëntenraad.

1 2 3