Hoge Raad: verpanding software vereist wilsovereenstemming (subjectief) en bepaalbaarheid (objectief)
De Hoge Raad heeft op 3 april 2020 geoordeeld dat voor verpanding van software in de kern twee zaken van belang zijn: (1) partijen moeten verpanding hebben beoogd en (2) het moet (zo nodig achteraf) vast te stellen zijn wat er verpand is. De eerste vraag wordt meer subjectief beantwoord, de tweede meer objectief. Aanvullende eisen, zoals die aan de administratie, worden niet gesteld.