Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
2 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
In september jl. is het algemene bezoldigingsmaximum van de Wet normering topinkomens (WNT) voor 2022 vastgesteld op € 216.000. De sectorale bezoldigingsnormen 2022 voor de volkshuisvesting, de zorg en het onderwijs zijn inmiddels ook bekend.
De verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene is in verblijfsvergunningenland een vreemde eend in de bijt. Daar waar een zogenaamd ‘verblijfsgat’ aan toewijzing van een verblijfsververgunning voor onbepaalde tijd of een verzoek tot naturalisatie in de weg staat, is dat – onder omstandigheden – niet het geval bij de verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene. Wij lichten dat toe in het eerste artikel van het drieluik over de verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene.
De verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene is in verblijfsvergunningenland een vreemde eend in de bijt. In het eerste artikel hebben wij toegelicht dat een verblijfsgat onder omstandigheden de toekenning van een verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene niet in de weg hoeft te staan. In dit tweede artikel van het drieluik over de verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene lichten wij toe welke periodes wel en welke periodes niet meetellen voor de vijfjaarstermijn.
In de vorige blogs uit de blogreeks hebben wij in grote lijnen besproken welke pensioenregeling van toepassing is, wordt of blijft na overgang van onderneming. Maar wie gaat deze regeling nu uitvoeren? Moet de koper met de oorspronkelijke pensioenuitvoerder van de verkoper blijven werken of mag hij overstappen? Belangrijke vragen, want het al dan niet gedwongen overstappen naar een andere pensioenuitvoerder kan immers grote gevolgen hebben voor het kostenplaatje. In deze vijfde blog gaan wij hierop in.
Op 12 oktober 2021 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel aangenomen waarin is geregeld dat ouders recht hebben op (deels) betaald ouderschapsverlof voor (kortgezegd) 9 weken. Deze wet zal ingaan per 2 augustus 2022. In dit artikel ga ik in op de voorwaarden en hoogte van de betaling.
In de sector transport en logistiek is al geruime tijd de discussie gaande of de werknemer recht heeft op een vakantieloon waarbij een vergoeding voor overwerk is inbegrepen. Onder de cao Beroepsgoederenvervoer was dit in de periode 2014-2018 namelijk niet het geval. Cao-partijen hebben toen afgesproken dat de werknemer door het accepteren van een eenmalige vergoeding van €750,- bruto zijn recht op vergoeding van structurele toeslagen over genoten vakantiedagen af kon kopen. Voor meer dan genoeg werknemers stond een dergelijke vergoeding echter in schril contrast met al het overwerk dat zij hadden verricht in die periode. In dit artikel houd ik bij hoe de rechtspraak sinds 2021 omgaat met dit discussiepunt.
Uiterlijk 1 augustus 2022 moet de Europese Richtlijn betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in de Europese Unie in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd zijn. Deze richtlijn brengt ingrijpende gevolgen met zich mee. In dit artikel wordt stilgestaan bij de verplichtingen en gevolgen van de richtlijn met betrekking tot (verplichte) scholing.
In de blogreeks pensioen bij overnames gaan wij in op de verschillende pensioenrechtelijke aspecten die aan bod komen bij een fusie of overname. Het wettelijke regime en het belang van boekenonderzoek zijn hierbij al de revue gepasseerd.
Het Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat er tussen het digitale platform Helpling en de via hen werkzame schoonmakers een uitzendovereenkomst bestaat. Na Deliveroo en Uber, wordt dus ook Helpling teruggefloten door de rechter. Is de platformwereld nu definitief haar flexibele karakter kwijt? Van speldenprikjes lijken we in ieder geval niet meer te kunnen spreken…
De Rechtbank Amsterdam heeft vandaag (13 september 2021) geoordeeld dat een Uber-chauffeur op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is. Daarnaast is de algemeen verbindend verklaarde cao Taxivervoer van toepassing verklaard op de arbeidsverhouding. Een dergelijk oordeel is niet nieuw: ook Deliveroo trok inmiddels al in twee (!) instanties aan het kortste eind. De uitspraak zal dan ook een doorn in het oog zijn voor verschillende platformwerkgevers.
In een eerdere blog heb ik een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant behandeld waarin een werknemer claimde te weinig vakantieloon te hebben ontvangen, aangezien er geen vergoeding voor gemaakte overuren in was verdisconteerd. De werknemer deed daarbij een beroep op een arrest van het HvJ EU, genaamd Hein/Holzkamm. De rechter oordeelde dat de werknemer geen recht had op een hoger vakantieloon en haalde daarbij overigens aan dat een van de voorwaarden uit Hein/Holzkamm verkeerd was vertaald. Een werknemer moest niet ‘op regelmatige basis’ overwerk hebben verricht, maar dit overwerk moest ‘voorzienbaar en gebruikelijk’ zijn. Niet lang na de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant wees dezelfde rechtbank een soortgelijk vonnis. Deze keer is het de beurt aan de Rechtbank Rotterdam, komt zij tot een ander oordeel?
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.