Inwerkingtreding Omgevingswet op 1 januari 2024 nu écht definitief
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is inmiddels al vijf keer uitgesteld, maar vandaag is het hoge woord er eindelijk uit: de Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024.
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is inmiddels al vijf keer uitgesteld, maar vandaag is het hoge woord er eindelijk uit: de Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024.
Onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bestaat de mogelijkheid om een omgevingsvergunning te verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan voor de lijst van gevallen zoals aangewezen in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Onderdeel 9, artikel 4, van bijlage II van het Bor maakt het mogelijk om strijdig gebruik te vergunnen. Dit is een relatief makkelijke en snelle manier om in afwijking van het bestemmingsplan een bepaald gebruik toe te staan.
In een recente uitspraak bevestigt de Afdeling bestuursrechtspraak dat de uitvoerbaarheid van een voorgenomen bestemmingsplan, en dus de geldigheid ervan, niet afhankelijk is van de vraag of de uitgifte van de betreffende grond in strijd is met het Didam-arrest.
Minister Ollongren informeert periodiek de Eerste en Tweede Kamer over de meest recente ontwikkelingen rondom de implementatie van de Omgevingswet. De wet- en regelgeving is inhoudelijk afgerond en het ontwerp van het KB over de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet is in behandeling bij de Eerste Kamer. Daarmee lijkt 1 januari 2022 nog steeds een haalbare datum.
In eerdere Kamerbrieven heeft de minister al aangekondigd aan te koersen op een definitieve inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2020. Op 17 december 2020 is een ontwerp koninklijk besluit voorgehangen waarmee een volgende stap wordt gezet richting de besluitvorming over de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2022.
Bij brief van 16 oktober jl. beantwoordt Minister Ollongren (BZK) de vragen d.d. 21 september 2020 van de Eerste Kamer die zijn gesteld naar aanleiding van de voortgangsbrief Omgevingswet van 24 juni van dit jaar. Het is goed om te lezen dat hieruit niet blijkt dat Covid-19 roet in het eten gooit als het gaat om de beoogde datum van inwerkingtreding 1 januari 2022. Lees er hieronder meer over.
In de praktijk signaleren wij steeds vaker dat vastgoedbeleggers ontwikkelwerkzaamheden (laten) verrichten met betrekking tot hun vastgoedportefeuilles die als privé vermogen worden aangehouden. Voor de heffing van inkomstenbelasting speelt dan de discussie in hoeverre het vastgoed nog wel kwalificeert als belegging in box 3. De ontwikkelwerkzaamheden zouden dan immers kunnen kwalificeren als onderneming of werkzaamheid in box 1. In deze blog gaan wij in op de relevante inkomstenbelastingaspecten bij vastgoedontwikkeling in privé aan de hand van een recente uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant. In deze uitspraak oordeelt de rechtbank namelijk dat een voordeel vanwege de verbouwing van een voormalig postkantoor kwalificeert als resultaat uit overige werkzaamheid in box 1 voor belanghebbende.
In een nog bij de Hoge Raad lopende procedure bevestigt Advocaat-Generaal Ettema, dat bij transformaties van kantoren naar woningen het lage (2%) tarief in de overdrachtsbelasting van toepassing is.
Eind 2017 meldde het Parool dat Prins Bernard jr. vanuit privé 349 panden in Amsterdam exploiteert. In de praktijk zien wij ook steeds vaker dat vastgoedexploitanten hun vastgoedportefeuille in privé exploiteren, waarbij men in de regel lijkt uit te gaan van belastingheffing in box 3. In dit kader speelt voor de heffing van inkomstenbelasting dus de vraag aan welke box de vastgoedexploitant zijn of haar vermogensbestanddelen en/of resultaten moet toerekenen. Het toerekenen aan de juiste box is van belang voor de bepaling van de verschuldigde inkomstenbelasting. De tarieven in de verschillende boxen lopen namelijk sterk uitéén. In deze blog gaan wij in op de relevante inkomstenbelastingaspecten van het exploiteren van vastgoed in privé.
De blootstellingsduur is een geschikt objectief criterium om het aspect geurhinder te beoordelen. En technische innovaties kunnen als normale maatschappelijke ontwikkeling, en dus ook het normale maatschappelijke risico, worden beschouwd.
De Omgevingswet en onderliggende AMvB’s staan al een tijd in de steigers. Nu is ook de onder de AMvB’s liggend ontwerp-Omgevingsregeling gereed. Deze is tot en met 8 maart 2019 in consultatie. Iedereen die dat wil kan in deze periode reageren op het ontwerp van de regeling. De regeling is bedoeld voor alle partijen die actief zijn in de fysieke leefomgeving: burgers, bedrijven en overheden.
Een eigenaar bemoeit zich actief met de bestemmingswijziging van zijn gronden in privé. Nadat de gronden een bestemmingswijziging hebben verkregen van de gemeente, zijn de gronden verkocht aan een projectontwikkelaar. Rechtbank Gelderland beslist dat het verkoopresultaat van deze gronden belast is als resultaat uit overige werkzaamheden in box 1, omdat sprake is van meer dan normaal actief vermogensbeheer. De werkzaamheden van de man hebben namelijk bijgedragen aan de waardestijging van de gronden.