1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
3 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 13

Beperking recht op provisie in de agentuurovereenkomst en de gevolgen daarvan

In onderstaand artikel bespreek ik een uitspraak van de rechtbank Den Haag (ECLI:NL:RBDHA:2022:5710) waarin de rechtbank moest oordelen over de vraag of een beding in een agentuurovereenkomst nietig was. Op grond van dit beding was de agent gehouden tot terugbetaling van provisie aan de principaal bij voortijdige beëindiging van de overeenkomst, welke overeenkomst door tussenkomst van de agent tot stand was gekomen.

Koopovereenkomst ontbinden? Check de contractuele afspraken en motiveer!

Het komt voor dat partijen een koopovereenkomst met elkaar sluiten en de koper op enig moment van de koop wenst af te zien. Soms is dat mogelijk, bijvoorbeeld als er een ontbindende voorwaarde in de koopovereenkomst is opgenomen. Uit de rechtspraak blijkt dat sinds de uitbraak van het coronavirus ook veelvuldig beroep wordt gedaan op onvoorziene omstandigheden met wijziging van de koopovereenkomst tot gevolg of ontbinding van de koopovereenkomst. In dit artikel bespreek ik een uitspraak van het Hof ’s-Hertogenbosch waar dit allemaal aan bod kwam.

Luchtvaartmaatschappij geen financiële compensatie verschuldigd bij storend gedrag van passagier

Je hoort het steeds vaker: passagiers die storend gedrag vertonen tijdens een vlucht. Onlangs kwam nog in het nieuws dat een passagier de bemanning aanviel. Deze passagier is vervolgens met ducttape aan de stoel vastgemaakt nadat zij de stewardessen fysiek had aangevallen. Het kan zijn dat een vlucht vertraging oploopt door storend gedrag van de passagier. Is een luchtvaartmaatschappij dan gehouden financiële compensatie te betalen? Het Hof van Justitie heeft recentelijk geoordeeld dat dat niet het geval is. Zo valt dit onder een buitengewone omstandigheid in de zin van de Verordening 261/2004 (Verordening).

Hof van Justitie: luchtvaartmaatschappij staat niet in voor verblijfsomstandigheden van aangeboden hotelaccommodatie bij annulering of vertraging vlucht en is niet gehouden tot vergoeding van schade

Het Hof van Justitie heeft op 3 september jl. een prejudiciële beslissing gegeven die ziet op de uitleg van artikel 9 lid 1 onder b van de Verordening 261/2004 (hierna te noemen: de Verordening). Op grond van artikel 9 heeft een passagier recht op verzorging bij annulering of vertraging van de vlucht. Dit recht op verzorging bestaat onder meer uit een gratis hotelaccommodatie indien een verblijf van één of meer nachten noodzakelijk wordt of een langer verblijf noodzakelijk wordt dan het door de passagier geplande verblijf.

Is een partij schadeplichtig indien hij de onderhandelingen over een overeenkomst afbreekt?

Als partijen in de regel een overeenkomst met elkaar willen sluiten, doet de ene partij een aanbod en aanvaardt de andere partij dit aanbod. Uiteraard komt het ook voor dat partijen niet gelijk tot een overeenkomst komen en over de voorwaarden onderhandelen. In de praktijk komt het voor dat een partij zich tijdens de onderhandelingen terugtrekt en deze afbreekt. Is deze partij dan eigenlijk schadeplichtig ten opzichte van de andere partij? Ik beantwoord deze vraag aan de hand van een recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam.

Uitspraak Hof van Justitie over omboeking van een aansluitende vlucht

Op 30 april jl. heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof) een prejudiciële beslissing genomen die ziet op de uitleg van de artikelen 4 lid 3, artikel 5 lid 1 onder c en artikel 7 van de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: Verordening).

Buitengewone omstandigheden tijdens de voorgaande vlucht werken door op de vlucht in kwestie

In ons eerdere artikel hebben wij al stilgestaan bij de vraag of een staking door eigen personeel van de luchtvaartmaatschappij kan worden gezien als een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 van Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening). Op grond van dit artikel hoeft een luchtvaartmaatschappij bij annulering of langdurige vertraging van een vlucht geen financiële compensatie te betalen aan de passagiers indien sprake is van een buitengewone omstandigheid en de luchtvaartmaatschappij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging of annulering te voorkomen dan wel te beperken. Overweging 15 van de considerans van de Verordening benoemt voorbeelden van buitengewone omstandigheden, waaronder een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag.

Is een staking van het eigen personeel een buitengewone omstandigheid?

Duitse en Spaanse rechters stellen prejudiciële vragen of staking van eigen personeel van luchtvaartmaatschappijen een ‘buitengewone omstandigheid’ is in de zin van artikel 5 lid 3 van Verordening (EG) nr. 261/2004. De prejudiciële vragen worden gebruikt door nationale rechters om het Hof van Justitie te vragen hoe Europese regelgeving moet worden uitgelegd.

Luchtvaartmaatschappij hoeft ticketprijs geannuleerde pakketreis niet terug te betalen

Op 10 juli 2019 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna te noemen: het Hof) een arrest gewezen naar aanleiding van de prejudiciële vragen die de Rechtbank Noord-Nederland heeft gesteld. Het Hof volgt de A-G en oordeelt dat de luchtvaartmaatschappij de ticketprijzen van gedupeerde pakketreizigers niet hoeft terug te betalen wanneer hun pakketreis is geannuleerd, ongeacht de insolventie van de reisorganisatie. Het Hof voegt hieraan toe dat de betrokken reiziger in ieder geval de mogelijkheid heeft een aansprakelijkheidsvordering in te stellen tegen de betrokken lidstaat wegens de schade die hij als gevolg van een schending van het Unierecht leidt.

Conclusie A-G: luchtvaartmaatschappij hoeft ticketprijs geannuleerde pakketreis niet terug te betalen

Op 28 maart 2019 heeft A-G Saugmandsgaard Øe een conclusie uitgebracht naar aanleiding van prejudiciële vragen van de Rechtbank Noord-Nederland aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. De A-G concludeert dat de luchtvaartmaatschappij de ticketprijzen van gedupeerde pakketreizigers niet hoeft terug te betalen wanneer hun pakketreis is geannuleerd, ongeacht de insolventie van de reisorganisatie.

1 2