Hoge Raad geeft helderheid over vrije artsenkeuze
In een drietal arresten van 9 december 2022 heeft de Hoge Raad helderheid geboden over het hinderpaalcriterium dat centraal staat bij de aanhoudende discussie over de vrije artsenkeuze.
In een drietal arresten van 9 december 2022 heeft de Hoge Raad helderheid geboden over het hinderpaalcriterium dat centraal staat bij de aanhoudende discussie over de vrije artsenkeuze.
Het WOB-verzoek van de Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze over artikel 13 Zorgverzekeringswet (Zvw) heeft aan het licht gebracht dat VWS erkent dat een generiek kortingspercentage in strijd is met de wet.
De sectie Intellectuele Eigendom, IT- en Privacyrecht van Dirkzwager heeft voor de tweede helft van 2022 het volgende programma met events voor u samengesteld
Mogen patiëntgegevens worden gebruikt door een zorgverlener voor het voeren van verweer in een klachtenprocedure, niet zijnde een tuchtprocedure? De KNMG-richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’ van april 2021 zegt hierover dat voor het gebruik van patiëntgegevens in het kader van het verweer bij een klachtencommissie of een geschilleninstantie expliciete toestemming van de patiënt is vereist. Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg ziet dit anders, zo blijkt uit zijn uitspraak van 13 april 2022. In dit blog bespreek ik die uitspraak en de implicaties daarvan voor u als zorgverlener. Mijn beschouwing bij de uitspraak treft u onderaan dit blog.
Bij de inkoop van een (zorg)informatiesysteem, zoals een HIS, KIS of HAPIS, komt een hoop kijken. De meeste huisartsenpraktijken en regio-organisaties hebben nog weinig ervaring met dergelijke inkooptrajecten. Ter ondersteuning van dat proces publiceren de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) en InEen het ‘Handboek inkoop zorginformatiesystemen voor de huisartsenzorg’.
In haar uitspraak van 21 september jl. heeft de rechtbank Noord-Nederland geoordeeld over de vraag of vervangende toestemming kan worden verleend aan een minderjarige om gevaccineerd te worden tegen het coronavirus. De rechtbank verleent die vervangende toestemming. In dit blog bespreken wij deze uitspraak en de implicaties van artikel 7:450 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek voor hulpverleners.
Zorgverzekeraars controleren steeds vaker of de regiebehandelaar voldoende betrokken is geweest bij de behandeling. Het Hof Den Haag en de SKGZ stellen daar nu paal en perk aan. In beide gevallen betrof het zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid.
Op grond van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst kan de patiënt aan de hulpverlener schriftelijk of elektronisch verzoeken om vernietiging van zijn medisch dossier (artikel 7:455 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek). De hulpverlener dient hier in principe gevolg aan te geven, tenzij een van de uitzonderingen van lid 2 van toepassing is. In een recente uitspraak heeft het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg geoordeeld dat de hulpverlener er óók toe is gehouden om aan een verzoek om selectieve vernietiging van een specifiek(e) woord, zinsnede, alinea of onderdeel te voldoen, behoudens toepassing van een van de hiervoor genoemde uitzonderingen. Deze uitspraak en de (praktische) gevolgen hiervan voor hulpverleners bespreek ik in dit blog.
Het inzagerecht voor nabestaanden en andere personen in het medisch dossier van een overleden patiënt is wettelijk geregeld in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. In een vierdelige blogreeks bespreken wij uitgebreid de vier gronden op basis waarvan een persoon recht heeft op inzage van het medisch dossier van een overleden patiënt. Daarbij behandelen wij ook de in januari 2021 verschenen ‘Handreiking Inzage in medische dossiers door nabestaanden’ van de KNMG en PFN.
Het inzagerecht voor nabestaanden en andere personen in het medisch dossier van een overleden patiënt is wettelijk geregeld in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. In een vierdelige blogreeks bespreken wij uitgebreid de vier gronden op basis waarvan een persoon recht heeft op inzage van het medisch dossier van een overleden patiënt. Daarbij behandelen wij ook de in januari 2021 verschenen ‘Handreiking Inzage in medische dossiers door nabestaanden’ van de KNMG en PFN.
Volgens de Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze is sprake van een EU-inbreukprocedure vanwege de vergoeding van zorgverlening door buitenlandse (EU-)zorgaanbieders. Deze inbreukprocedure kan ook implicaties hebben voor Nederlandse zorgaanbieders.
Een eenmaal met de patiënt tot stand gekomen behandelingsovereenkomst kan niet zonder meer eenzijdig worden opgezegd door de hulpverlener. De wet schrijft voor dat de hulpverlener de overeenkomst enkel kan opzeggen in geval van 'gewichtige redenen'. Maar wanneer is hier nu precies sprake van? In dit blog gaan wij nader op deze vraag in en behandelen we de meest actuele versie van de KNMG Richtlijn ‘Niet aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst’. Niet alleen interessant voor artsen in de cure en care sector, maar ook voor andere hulpverleners die te maken hebben met een mogelijke zorgbeëindigingssituatie.