Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
6 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
Een bouwplan kan in sommige gevallen worden gesplitst in een omgevingsvergunningplichtig en een omgevingsvergunningvrij deel. Is dat verstandig om te doen? En wat dient er dan precies in de aanvraag om een omgevingsvergunning te worden opgenomen?
Het komt met enige regelmaat voor dat een initiatiefnemer een bouwplan wenst te wijzigen nadat de omgevingsvergunningsaanvraag is gedaan, nadat de omgevingsvergunning is verleend of nadat de omgevingsvergunning onherroepelijk is geworden. Wanneer kunnen wijzigingen nog worden meegenomen als onderdeel van het ingediende of reeds vergunde bouwplan en wanneer is een geheel nieuwe omgevingsvergunning nodig?
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is inmiddels al vijf keer uitgesteld, maar vandaag is het hoge woord er eindelijk uit: de Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024.
De Raad van State heeft op 2 november jl. geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn. Wat betekent dit voor uw project?
Onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bestaat de mogelijkheid om een omgevingsvergunning te verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan voor de lijst van gevallen zoals aangewezen in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Onderdeel 9, artikel 4, van bijlage II van het Bor maakt het mogelijk om strijdig gebruik te vergunnen. Dit is een relatief makkelijke en snelle manier om in afwijking van het bestemmingsplan een bepaald gebruik toe te staan.
Veel gemeenten hebben in hun beleid de uitgangspunten en criteria beschreven die zij hanteren voor de locatiekeuze voor grondgebonden zonneparken. Aan de hand daarvan kan beoordeeld worden of een zonnepark op die locatie ruimtelijk aanvaardbaar is. Een variant daarop is dat zonneparken in het gemeentelijk beleid uitdrukkelijk worden toegestaan of juist worden uitgesloten op bepaalde locaties. Zo ook in de gemeente Schagen.
Een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet is de invoeringswet- en -regelgeving. De Invoeringswet en het Invoeringsbesluit regelen de belangrijkste onderdelen van het overgangsrecht van de bestaande naar de nieuwe wetgeving. Ook vullen deze de Omgevingswet op een aantal onderdelen aan en zorgen deze ervoor dat bepaalde regelingen worden gewijzigd of ingetrokken. De Invoeringsregeling die daar onder hangt regelt op deze onderwerpen de op hetzelfde niveau hangende Omgevingsregeling en bevat een aantal specifieke thema’s. De Invoeringswet en het besluit zijn al gereed. Nu is ook de Invoeringsregeling klaar.
Bij brief van 16 oktober jl. beantwoordt Minister Ollongren (BZK) de vragen d.d. 21 september 2020 van de Eerste Kamer die zijn gesteld naar aanleiding van de voortgangsbrief Omgevingswet van 24 juni van dit jaar. Het is goed om te lezen dat hieruit niet blijkt dat Covid-19 roet in het eten gooit als het gaat om de beoogde datum van inwerkingtreding 1 januari 2022. Lees er hieronder meer over.
Art. 7j lid 1 van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (hierna: Uitvoeringsbesluit) wijst enkele gemeenten aan die - bij wijze van experiment - voor een periode van 15 jaar vergunningsvrij zonnevelden mogelijk kunnen maken. De gemeenten die aan dit experiment meedoen zijn de gemeenten Heerhugowaard, Hoorn, Koggenland, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Peel en Maas. Op initiatief van deze gemeenten is het experiment ontstaan, aangezien de invulling van bedrijventerreinen in deze gemeenten achterbleef bij de verwachtingen. Op deze manier kunnen gemeentelijke verliezen beperkt worden en kan een bijdrage aan duurzaamheid worden geleverd door de gronden tijdelijk voor zonnepanelen te gebruiken.
De doelstelling van de Spoedwet aanpak stikstof is om de huidige stikstofbelasting verder terug te brengen en het intensiveren van het natuurherstel. Het wetsvoorstel is zowel door de Tweede als Eerste Kamer aangenomen, en met ingang van 1 januari 2020 in werking getreden.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op verzoek van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vandaag voorlichting gegeven over de instelling van een drempelwaarde voor geringe stikstofdeposities. Daarnaast heeft de Afdeling ook advies uitgebracht over het wetsvoorstel Spoedwet aanpak stikstof. Ook is geadviseerd over het initiatiefwetsvoorstel van de Kamerleden Kops, Graus en Van Aalst (PVV) voor een Tijdelijke noodwet stikstof.
De Omgevingswet en onderliggende AMvB’s staan al een tijd in de steigers. Nu is ook de onder de AMvB’s liggend ontwerp-Omgevingsregeling gereed. Deze is tot en met 8 maart 2019 in consultatie. Iedereen die dat wil kan in deze periode reageren op het ontwerp van de regeling. De regeling is bedoeld voor alle partijen die actief zijn in de fysieke leefomgeving: burgers, bedrijven en overheden.
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.