1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 54

CBb oordeelt: maximumtarieven voor geestelijke gezondheidszorg zijn rechtmatig

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft recentelijk geoordeeld dat de maximumtarieven die de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) had vastgesteld voor de geestelijke gezondheidszorg en de forensische zorg voor 2020 rechtmatig zijn. Enkele zorgaanbieders waren het niet eens met deze door de NZa vastgestelde maximumtarieven en stapten naar de bestuursrechter. Het CBb verklaarde het hoger beroep echter ongegrond.

Het zorgprestatiemodel: ontwikkelingen ambulante dagbesteding

In ons vorige blog beschreven wij hoe vaktherapie en dagbesteding in het zorgprestatiemodel onderdeel gaan uitmaken van de verblijfsprestatie. Meer specifiek gingen wij in op de gevolgen voor de ambulante vaktherapie en dagbesteding. Daarbij viel op dat dagbesteding voor ambulante ggz-patiënten per januari 2022 leek te zijn overgeheveld naar de Wmo, maar hieromtrent nog veel onduidelijkheid bestond. We stuitten recent op een aantal merkwaardige ontwikkelingen.

Het nieuwe zorgprestatiemodel: vaktherapie en dagbesteding

Vaktherapie en dagbesteding zullen in het zorgprestatiemodel onderdeel gaan uitmaken van de verblijfsprestatie. Zij kunnen niet meer apart worden gedeclareerd. Over dagbesteding en vaktherapie in een ambulante setting bestaat nog veel onduidelijkheid, terwijl de impact voor zorgaanbieders groot is. In dit blog diepen we deze problematiek verder uit.

Wat zijn de plannen uit het regeerakkoord Rutte IV voor de zorg?

Vanmiddag hebben VVD, D66, CDA en ChristenUnie het regeerakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ gepresenteerd. In dit regeerakkoord – dat de start markeert voor het aankomende kabinet Rutte IV – zijn ook enkele relevante passages opgenomen over de gezondheidszorg. In dit blog nemen we de belangrijkste passages door.

Selectieve vernietiging van het medisch dossier?

Op grond van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst kan de patiënt aan de hulpverlener schriftelijk of elektronisch verzoeken om vernietiging van zijn medisch dossier (artikel 7:455 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek). De hulpverlener dient hier in principe gevolg aan te geven, tenzij een van de uitzonderingen van lid 2 van toepassing is. In een recente uitspraak heeft het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg geoordeeld dat de hulpverlener er óók toe is gehouden om aan een verzoek om selectieve vernietiging van een specifiek(e) woord, zinsnede, alinea of onderdeel te voldoen, behoudens toepassing van een van de hiervoor genoemde uitzonderingen. Deze uitspraak en de (praktische) gevolgen hiervan voor hulpverleners bespreek ik in dit blog.

Inzage in het medisch dossier van een overleden patiënt (2): mededeling van een incident

Het inzagerecht voor nabestaanden en andere personen in het medisch dossier van een overleden patiënt is wettelijk geregeld in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. In een vierdelige blogreeks bespreken wij uitgebreid de vier gronden op basis waarvan een persoon recht heeft op inzage van het medisch dossier van een overleden patiënt. Daarbij behandelen wij ook de in januari 2021 verschenen ‘Handreiking Inzage in medische dossiers door nabestaanden’ van de KNMG en PFN.

Inzage in het medisch dossier van een overleden patiënt (1): toestemming van de patiënt

Het inzagerecht voor nabestaanden en andere personen in het medisch dossier van een overleden patiënt is wettelijk geregeld in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. In een vierdelige blogreeks bespreken wij uitgebreid de vier gronden op basis waarvan een persoon recht heeft op inzage van het medisch dossier van een overleden patiënt. Daarbij behandelen wij ook de in januari 2021 verschenen ‘Handreiking Inzage in medische dossiers door nabestaanden’ van de KNMG en PFN.

Het beëindigen van de zorg aan een patiënt: wanneer is sprake van een gewichtige reden?

Een eenmaal met de patiënt tot stand gekomen behandelingsovereenkomst kan niet zonder meer eenzijdig worden opgezegd door de hulpverlener. De wet schrijft voor dat de hulpverlener de overeenkomst enkel kan opzeggen in geval van 'gewichtige redenen'. Maar wanneer is hier nu precies sprake van? In dit blog gaan wij nader op deze vraag in en behandelen we de meest actuele versie van de KNMG Richtlijn ‘Niet aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst’. Niet alleen interessant voor artsen in de cure en care sector, maar ook voor andere hulpverleners die te maken hebben met een mogelijke zorgbeëindigingssituatie.

Hoge Raad over de Wet verplichte ggz: geneesheer-directeur die tevens psychiater is mag medische verklaring afgeven

Ingevolge artikel 5:4 van de Wet verplichte ggz wijst de officier van justitie die ambtshalve of op aanvraag een verzoekschrift voor een zorgmachtiging voor een betrokkene voorbereidt een geneesheer-directeur aan. De geneesheer-directeur, werkzaam bij een zorgaanbieder, bereidt het zorginhoudelijke deel van de te verzoeken zorgmachtiging voor. In dat verband draagt de geneesheer-directeur ervoor zorg dat een medische verklaring wordt opgesteld door een psychiater. In zijn uitspraak van 2 oktober 2020 oordeelt de Hoge Raad dat die medische verklaring ook kan worden opgesteld door de geneesheer-directeur zelf indien deze tevens psychiater is en aan de voorwaarden van artikel 5:7 Wet verplichte ggz is voldaan.

Wijzigingen Wet langdurige zorg aanstaande

Vorige week sloot de consultatieronde naar de wijziging van de Wet langdurige zorg. In deze blog leggen wij kort uit welke wijzigingen de wetgever voornemens is om door te voeren.

Hoge Raad: machtiging voortzetting crisismaatregel mag andere vormen van verplichte zorg bevatten dan de crisismaatregel

De Wet verplichte ggz voorziet thans niet expliciet in de mogelijkheid voor de rechter om in een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel andere vormen van verplichte zorg op te nemen dan die op grond van de (voorafgaande) crisismaatregel zijn toegestaan. Dit kan onwenselijk zijn op het moment dat gedurende de crisismaatregel of machtiging zelf blijkt dat andere vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn. Recentelijk is een wetsvoorstel ingediend tot aanpassing van de Wet verplichte ggz op dit punt, op grond waarvan ook andere vormen van verplichte zorg kunnen worden opgenomen in de machtiging tot voortzetting. In zijn arrest van 5 juni 2020 oordeelt de Hoge Raad reeds in lijn met deze voorgestelde wetswijziging.

1 2 3 4 5