1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
4 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 15

De WBTR treedt per 1 juli 2021 in werking: waar moeten bestuurders van stichtingen en verenigingen op letten?

De Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (“WBTR”) treedt per 1 juli 2021 in werking en is van toepassing op alle verenigingen en stichtingen. De WBTR geeft regels die het bestuurlijke proces van een stichting of vereniging professionaliseren. In dit artikel bespreken wij de belangrijkste gevolgen van de WBTR voor (bestuurders van) stichtingen en verenigingen.

Beroepsaansprakelijkheid notaris: bevrijdende verjaring en erkenning van aansprakelijkheid

Een rechtsvordering tot schadevergoeding verjaart in ieder geval door verloop van twintig jaren na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt. In onderhavig geval vond de schadeveroorzakende gebeurtenis plaats in 1992 toen de notaris verzuimde de huwelijkse voorwaarden in het huwelijksgoederenregister in te schrijven, zodat de vordering jegens de notaris is verjaard. De verjaring kan niet door erkenning worden gestuit indien die reeds is voltooid. Daar komt bij dat een kantoordirecteur niet zomaar tot erkenning kan overgaan; het is gebruikelijk dat eerst de verzekeringsmaatschappij wordt geïnformeerd en daarna pas over de mogelijke aansprakelijkheid wordt gesproken.

Wanbeleid leidt niet van rechtswege tot bestuurdersaansprakelijkheid

In een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 23 juni 2020 wordt geoordeeld over de verhouding tussen door de Ondernemingskamer vastgesteld wanbeleid en bestuurdersaansprakelijkheid. Het oordeel van de Ondernemingskamer dat sprake is geweest van wanbeleid brengt niet zonder meer mee dat het bestuur aansprakelijk is of dat dit voorshands moet worden aangenomen. Het oordeel van de Ondernemingskamer dient bij de aansprakelijkheidsprocedure in aanmerking te worden genomen en kan bewijsrechtelijke betekenis hebben.

Verzekeraar, let op: betreft het een algemene voorwaarde of een kernbeding in de polisvoorwaarden?

Soms is een algemene voorwaarde een illusie: een bepaling die in de algemene voorwaarden (c.q. polisvoorwaarden) staat is niet altijd een algemene voorwaarde. Andersom is ook waar: soms is een bepaling in het lichaam van een overeenkomst of polisblad een algemene voorwaarde. Een onjuiste kwalificatie kan tot gevolg hebben dat onbedoeld dekking moet worden verleend. Aan de hand van recente jurisprudentie en literatuur zet ik uiteen hoe het zit en waarom e.e.a. van belang is en geef ik verzekeraars tips hoe de problematiek kan worden voorkomen.

Bestuurdersaansprakelijkheid: geen rekening houden met vernietiging in hoger beroep is voor eigen risico

De partij die door dreiging met executie van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis de wederpartij heeft gedwongen tot nakoming van dat vonnis voordat dit in kracht van gewijsde is gegaan, handelt in beginsel onrechtmatig en is schadeplichtig wanneer het vonnis in hoger beroep wordt vernietigd. Als sprake is van frustratie van verhaal, dan kan de bestuurder aansprakelijk zijn. Dit wordt bevestigd in een recent arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Bestuurdersaansprakelijkheid en hoger beroep

Ook al nam de bestuurder in hoger beroep geen memorie van antwoord, zijn stellingen uit eerste aanleg hadden toch betrokken moeten worden bij de beoordeling of sprake was van bestuurdersaansprakelijkheid. Door dit niet te doen, miskent het hof de devolutieve werking van het hoger beroep, zo volgt uit een recent arrest van de Hoge Raad.

1 2