Bouwvrijstelling onverbindend. Wat betekent dat voor mijn project?
De Raad van State heeft op 2 november jl. geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn. Wat betekent dit voor uw project?
Selecteer de gewenste filteritems
Selecteer de gewenste filteritems
Selecteer de gewenste filteritems
Selecteer de gewenste filteritems
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
Het filterprofiel is opgeslagen
De Raad van State heeft op 2 november jl. geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn. Wat betekent dit voor uw project?
Volgens vaste jurisprudentie is geen nieuwe aanvraag nodig als de wijziging van het bouwplan van ondergeschikte aard is. De vraag of de wijziging van ondergeschikte aard is, moet per concreet geval worden beantwoord. In een uitspraak van 9 januari 2019 moet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een wijziging van een aanvraag voor de bouw van onder andere een hekwerk beoordelen. Daarnaast speelt er een discussie of een hekwerk in strijd is met het bestemmingsplan, omdat de mogelijkheid daartoe niet uitdrukkelijk blijkt uit de planregels.
We kennen ze allemaal; de grote LED-reclamemasten van Interbest vaak pal naast de snelweg. Als er plannen zijn om daar direct naast een nieuwe reclamemast op te richten dan is Interbest er snel bij om de zichtbaarheid van haar masten veilig te stellen. Daarbij rijst de vraag of Interbest als belanghebbende kan worden aangemerkt. Bij die toets is relevant of zij “gevolgen van enige betekenis” van de concurrente mast ondervindt.
Het is vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (zie o.a. de uitspraak van 16 september 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3538) dat bij de toetsing van een bouwplan aan een bestemmingsplan niet slechts dient te worden bezien of het bouwwerk overeenkomstig de bestemming kan worden gebruikt, maar dient mede te worden beoordeeld of het bouwwerk ook met het oog op zodanig gebruik wordt opgericht. Dit houdt concreet in dat een bouwwerk in strijd met de bestemming moet worden geoordeeld indien redelijkerwijs valt aan te nemen dat het bouwwerk uitsluitend of mede zal worden gebruikt voor andere doeleinden dan die waarin de bestemming voorziet. Het komt niet met grote regelmaat voor dat op deze grond een aangevraagde vergunning wordt geweigerd, reden waarom in deze bijdrage kort wordt stilgestaan bij dit verschijnsel aan de hand van een uitspraak van 6 juni 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:1829).
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.