1 januari 2023 is en blijft het uitgangspunt, máár….
Afgelopen dinsdag stemde De Eerste Kamer voor de motie Rietkerk. Dat heeft tot gevolg dat er voor dit moment vanuit moet worden gegaan dat de Omgevingswet over circa zes maanden in zal gaan.
Afgelopen dinsdag stemde De Eerste Kamer voor de motie Rietkerk. Dat heeft tot gevolg dat er voor dit moment vanuit moet worden gegaan dat de Omgevingswet over circa zes maanden in zal gaan.
Een tendens van de afgelopen jaren is dat steeds meer gemeenten beleid hebben vastgesteld voor de beoordeling van initiatieven om zonneparken te realiseren. Dat beleid kan grote consequenties hebben voor op dat moment al lopende aanvragen. Ook heeft dit beleid in de praktijk vaak tot gevolg dat meerdere initiatieven met elkaar moeten concurreren. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 16 februari 2022 twee uitspraken gedaan over het fair play beginsel en de procedure voor vergunningverlening van zonneparken in de gemeente Drimmelen. De Afdeling is van oordeel dat niet alle aanvragen objectief en op een gelijke wijze zijn beoordeeld.
In de periode 2015 tot en met 2019 was op grond van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) geen vergunning nodig voor activiteiten met een geringe stikstofuitstoot. In plaats daarvan konden bedrijven volstaan met een PAS-melding volstaan. De Coöperatie Mobilisation for the Environment (MOB) heeft bij de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een verzoek ingediend om alle PAS-meldingen openbaar te maken. De minister heeft vervolgens circa 3.500 meldingen openbaar gemaakt met de coördinatiepunten van de emissiebronnen. De locatiegegevens zijn niet verstrekt. Dit moet nu alsnog gebeuren.
Minister Ollongren informeert periodiek de Eerste en Tweede Kamer over de meest recente ontwikkelingen rondom de implementatie van de Omgevingswet. De wet- en regelgeving is inhoudelijk afgerond en het ontwerp van het KB over de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet is in behandeling bij de Eerste Kamer. Daarmee lijkt 1 januari 2022 nog steeds een haalbare datum.
Vorige week dinsdag 2 februari jl. werd Omgevingswet in de Tweede Kamer controversieel verklaard. Het voorstel om het Ontwerpbesluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet controversieel te verklaren was aangenomen. Het leek te gaan om een “foutje”, omdat het uitgerekend D66 was die (als partij van (demissionair) minister Ollongren voorstander was van een inwerkingtreding op 1 januari 2022) toch vóór het controversieel verklaren had gestemd.
Op 18 december 2020 is de 20ste tranche van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (BuChw) in werking getreden. Deze tranche voorziet in wijzigingen van en aanvullingen op het BuChw en in een wijziging van het Besluit milieueffectrapportage (Besluit mer). Met name de wijziging van het Besluit mer is het signaleren waard.
De val van het kabinet heeft tot gevolg dat onderwerpen (met name wetsvoorstellen) die politiek gevoelig liggen controversieel kunnen worden verklaard. Dat betekent dat deze onderwerpen niet op de agenda komen, totdat er een nieuw kabinet is aangetreden.
In eerdere Kamerbrieven heeft de minister al aangekondigd aan te koersen op een definitieve inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2020. Op 17 december 2020 is een ontwerp koninklijk besluit voorgehangen waarmee een volgende stap wordt gezet richting de besluitvorming over de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2022.
Een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet is de invoeringswet- en -regelgeving. De Invoeringswet en het Invoeringsbesluit regelen de belangrijkste onderdelen van het overgangsrecht van de bestaande naar de nieuwe wetgeving. Ook vullen deze de Omgevingswet op een aantal onderdelen aan en zorgen deze ervoor dat bepaalde regelingen worden gewijzigd of ingetrokken. De Invoeringsregeling die daar onder hangt regelt op deze onderwerpen de op hetzelfde niveau hangende Omgevingsregeling en bevat een aantal specifieke thema’s. De Invoeringswet en het besluit zijn al gereed. Nu is ook de Invoeringsregeling klaar.
Op maandag 5 oktober jl. gaf staatssecretaris Van Veldhoven met een toespraak het startsein voor de landelijke bestuurlijke sessies over Omgevingsveiligheid. In een online gezelschap van burgemeesters, wethouders, gedeputeerden, dijkgraven, directeuren van omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s en GGD’s lichtte zij een van de nieuwe instrumenten toe die de nieuwe Omgevingswet zal bevatten ter bevordering van de bespreekbaarheid van omgevingsveiligheid: het aandachtsgebied.
Op 22 april 2020 hebben de Tweede Kamerleden Klaver en Bromet een voorstel tot wijziging van de Wet natuurbescherming ingediend. De voorgestelde wetswijziging zou een oplossing moeten bieden voor de stikstofcrisis door te zorgen voor daadwerkelijke daling van de stikstofuitstoot op de lange termijn en voor versterking van de natuur. Het voorstel, inclusief het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State, is op 5 oktober 2020 openbaar geworden.
De beoogde inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet op 1 januari 2022 lijkt reëel. Dat schrijft de minister voor Wonen en Milieu in haar brief van 20 mei 2020 aan de Eerste en Tweede Kamer.