1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
3 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 10

RvS na Didam-arrest: geselecteerde gegadigde geen belanghebbende na stopzetten uitgifteprocedure

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een uitspraak van 12 april 2023 geoordeeld dat appellant geen belanghebbende is bij het besluit tot vaststellen van het bestemmingsplan “De Holtkamp”. Appellant heeft namelijk geen grondpositie in of in de omgeving van het plangebied, omdat de uitgifteprocedure van de gemeente Zevenaar die had kunnen leiden tot vestiging van een voorkeursrecht op te verkopen kavels in de nabijheid van het plangebied is stopgezet.

Didam-arrest: gevolgen voor het bestemmingsplan (II)

In een recente uitspraak bevestigt de Afdeling bestuursrechtspraak dat de uitvoerbaarheid van een voorgenomen bestemmingsplan, en dus de geldigheid ervan, niet afhankelijk is van de vraag of de uitgifte van de betreffende grond in strijd is met het Didam-arrest.

Oproep lagere overheden: verklaar Omgevingswet niet controversieel!

De val van het kabinet heeft tot gevolg dat onderwerpen (met name wetsvoorstellen) die politiek gevoelig liggen controversieel kunnen worden verklaard. Dat betekent dat deze onderwerpen niet op de agenda komen, totdat er een nieuw kabinet is aangetreden.

Zorg en wonen in het bestemmingsplan

De planregels en de op de plankaart vermelde bestemming zijn beslissend voor het antwoord op de vraag of er sprake is van strijd met het bestemmingsplan. Een planregel moet letterlijk worden uitgelegd omwille van de rechtszekerheid. Bij het ontbreken van een definitie van een bepaling in de planregels kan aansluiting worden gezocht bij de definities van het begrip in andere wet- en regelgeving, dan wel het normale spraakgebruik. Bij het bepalen van het normale spraakgebruik zoekt de Raad van State aansluiting bij het Van Dale Groot Woordenboek van de Nederlandse taal. Deze systematiek kan in de praktijk tot uiteenlopende uitkomsten leiden onder meer bij woonvormen waarbij sprake is van een combinatie van wonen en zorg.

De volgende stap richting inwerkingtreding Omgevingswet per 1 januari 2022

In eerdere Kamerbrieven heeft de minister al aangekondigd aan te koersen op een definitieve inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2020. Op 17 december 2020 is een ontwerp koninklijk besluit voorgehangen waarmee een volgende stap wordt gezet richting de besluitvorming over de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2022.

Invoeringsregeling Omgevingswet is gereed

Een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet is de invoeringswet- en -regelgeving. De Invoeringswet en het Invoeringsbesluit regelen de belangrijkste onderdelen van het overgangsrecht van de bestaande naar de nieuwe wetgeving. Ook vullen deze de Omgevingswet op een aantal onderdelen aan en zorgen deze ervoor dat bepaalde regelingen worden gewijzigd of ingetrokken. De Invoeringsregeling die daar onder hangt regelt op deze onderwerpen de op hetzelfde niveau hangende Omgevingsregeling en bevat een aantal specifieke thema’s. De Invoeringswet en het besluit zijn al gereed. Nu is ook de Invoeringsregeling klaar.

Weigering omgevingsvergunning voor bouwen te kort door de bocht

Eerder besprak ik in dit tijdschrift een Bibob-uitspraak van 6 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:350, «JM» 2019/45, waarin het college van gedeputeerde staten van Groningen de mist inging door aan een grotendeels vergunde inrichting een revisievergunning met beperkte geldigheidsduur te verlenen. Volgens de Afdeling was dat besluit in strijd met het evenredigheidsbeginsel uit artikel 3 lid 5 Wet Bibob. In de interessante tussenuitspraak van 3 juli 2019 gaat het mis voor het college van burgemeester en wethouders van Breda (‘het college’). Het college heeft geweigerd om de appellant een omgevingsvergunning te verlenen voor de realisatie van woningen en winkelruimten op een perceel in Breda. Op het moment van de aanvraag was niet de appellant, maar ‘belanghebbende’ eigenaar van de panden waarin de woningen en winkels zijn voorzien. Om die reden heeft het college deze belanghebbende aangemerkt als betrokkene in de zin van artikel 2.20 lid 1 Wabo.

Onvoldoende parkeerplaatsen bij de concurrent: relativiteit?

Procespartijen in het bestuursrecht kunnen slechts opkomen tegen normschendingen die hun eigen belang raken. Dat is de kern van het relativiteitsvereiste uit artikel 8:69a Awb. Dat betekent dat een partij bijvoorbeeld niet met succes kan opkomen tegen de komst van een bedrijf met het betoog dat het bedrijf voorgeschreven afstanden tot woningen van derden niet in acht neemt. Dat kunnen namelijk alleen die derden.

Huur of concessie?

Een huurovereenkomst van parkeerterreinen kwalificeert als concessieovereenkomst in de zin van de Aanbestedingswet als de 'huurder' ook verplicht is de terreinen te exploiteren.

Wijze van vergunningverlening in strijd met rechtszekerheid

Op 17 april 2018 heeft de rechtbank Oost-Brabant een uitspraak gedaan over een omgevingsvergunning voor de activiteiten “bouwen” en “milieu”. Deze vergunning was voor het veranderen van en het in werking hebben van een veehouderij (varkens- en pluimveehouderij) en het verbouwen van een varkensstal. Omdat de aanvraag meermalen is aangevuld, heeft tot een situatie geleid waarin voor vergunninghoudster niet duidelijk was waar zij zich aan moet houden. Door alle wijzigingen is niet duidelijk van welke gegevens GS is uitgegaan bij het verlenen van de Nbw-vergunning. De rechtbank kan niet afleiden wat de vergunde stikstofdepositie nu was. De vergunningverlening is daarom in strijd met de rechtszekerheid.