Aanleg zonneparken op landbouwgrond verder beperkt
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft bij brief van 26 oktober 2023 aangekondigd de regels voor het aanleggen zonneparken op landbouw- en natuurgronden verder te beperken.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft bij brief van 26 oktober 2023 aangekondigd de regels voor het aanleggen zonneparken op landbouw- en natuurgronden verder te beperken.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een uitspraak van 12 april 2023 geoordeeld dat appellant geen belanghebbende is bij het besluit tot vaststellen van het bestemmingsplan “De Holtkamp”. Appellant heeft namelijk geen grondpositie in of in de omgeving van het plangebied, omdat de uitgifteprocedure van de gemeente Zevenaar die had kunnen leiden tot vestiging van een voorkeursrecht op te verkopen kavels in de nabijheid van het plangebied is stopgezet.
In een recente uitspraak heeft de Afdeling zich uitgelaten over de vraag of een aanvraag voor uitbreiding van het aantal geiten in strijd was met een verbod in de Omgevingsverordening Gelderland. De Afdeling heeft hierbij uitleg gegeven over hoe dit verbod in elkaar zit en wanneer de uitzondering hierop van toepassing is. Ook is zij ingegaan op de verhouding met de melding uit artikel 1.10 Activiteitenbesluit.
De Raad van State heeft op 2 november jl. geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn. Wat betekent dit voor uw project?
Veel gemeenten hebben in hun beleid de uitgangspunten en criteria beschreven die zij hanteren voor de locatiekeuze voor grondgebonden zonneparken. Aan de hand daarvan kan beoordeeld worden of een zonnepark op die locatie ruimtelijk aanvaardbaar is. Een variant daarop is dat zonneparken in het gemeentelijk beleid uitdrukkelijk worden toegestaan of juist worden uitgesloten op bepaalde locaties. Zo ook in de gemeente Schagen.
Een dragend beginsel van de Nederlandse rechtstaat is dat de overheid geen eigen belangen heeft. De functie van overheidslichamen is primair faciliterend ten opzichte van de burgers en bedrijven. Van essentieel belang is daarbij dat de overheid naar de individuele burger en bedrijf luistert, kijkt naar wat zij nodig heeft en zich daarbij dienend en responsief opstelt. Veel gemeenten willen graag een responsieve en eerlijke overheid zijn. In de praktijk gaat dit niet altijd goed. Dat kan leiden tot strijd met het beginsel van fair play. De bestuursrechter lijkt daar in toenemende mate ook strenger op toe te zien.
Een tendens van de afgelopen jaren is dat steeds meer gemeenten beleid hebben vastgesteld voor de beoordeling van initiatieven om zonneparken te realiseren. Dat beleid kan grote consequenties hebben voor op dat moment al lopende aanvragen. Ook heeft dit beleid in de praktijk vaak tot gevolg dat meerdere initiatieven met elkaar moeten concurreren. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 16 februari 2022 twee uitspraken gedaan over het fair play beginsel en de procedure voor vergunningverlening van zonneparken in de gemeente Drimmelen. De Afdeling is van oordeel dat niet alle aanvragen objectief en op een gelijke wijze zijn beoordeeld.
Voor het berekenen van stikstofdepositie gaat een vaste afstandsgrens van 25 kilometer gelden. Voor woningbouw, landbouw en industrie/energie gelden nu geen afstandsgrenzen. Voor infrastructurele projecten wordt rekening gehouden met de stikstofdepositie tot 5 kilometer van de weg. Een vaste afstandsgrens voor alle emissiebronnen leidt tot meer duidelijkheid en een gelijkwaardige behandeling van vergunningaanvragen.
Compensatie in natura van planschade: alleen met voorziening over toekenning in geld voor het geval dat compensatie in natura niet binnen redelijke termijn tot stand komt.
Een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet is de invoeringswet- en -regelgeving. De Invoeringswet en het Invoeringsbesluit regelen de belangrijkste onderdelen van het overgangsrecht van de bestaande naar de nieuwe wetgeving. Ook vullen deze de Omgevingswet op een aantal onderdelen aan en zorgen deze ervoor dat bepaalde regelingen worden gewijzigd of ingetrokken. De Invoeringsregeling die daar onder hangt regelt op deze onderwerpen de op hetzelfde niveau hangende Omgevingsregeling en bevat een aantal specifieke thema’s. De Invoeringswet en het besluit zijn al gereed. Nu is ook de Invoeringsregeling klaar.
Op maandag 5 oktober jl. gaf staatssecretaris Van Veldhoven met een toespraak het startsein voor de landelijke bestuurlijke sessies over Omgevingsveiligheid. In een online gezelschap van burgemeesters, wethouders, gedeputeerden, dijkgraven, directeuren van omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s en GGD’s lichtte zij een van de nieuwe instrumenten toe die de nieuwe Omgevingswet zal bevatten ter bevordering van de bespreekbaarheid van omgevingsveiligheid: het aandachtsgebied.
De voorwaarde dat een belanghebbende alleen toegang heeft tot de rechter wanneer hij in het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Awb ook zienswijzen heeft ingediend, is in strijd met het Verdrag van Aarhus. Dat is de conclusie van A-G Bobek aan het Hof van Justitie in een Nederlandse milieuzaak.