Samenvoeging van panden vergunbaar met kruimelgevallenregeling
Het komt regelmatig voor dat een afwijking van het bestemmingsplan wordt vergund met de zogenaamde kruimelgevallenregeling.
Het komt regelmatig voor dat een afwijking van het bestemmingsplan wordt vergund met de zogenaamde kruimelgevallenregeling.
In een nog bij de Hoge Raad lopende procedure bevestigt Advocaat-Generaal Ettema, dat bij transformaties van kantoren naar woningen het lage (2%) tarief in de overdrachtsbelasting van toepassing is.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat belanghebbende voor de verkrijging van aandelen in een vastgoed-BV als gevolg van een uitgifte van aandelen bij splitsing overdrachtsbelasting is verschuldigd. Uit de wetsgeschiedenis valt namelijk af te leiden dat de splitsingsvrijstelling alleen is bedoeld voor de overgang van vermogen van de splitsende rechtspersoon naar de verkrijgende rechtspersoon. De splitsingsvrijstelling geldt niet voor de uitgifte van aandelen in verband met een juridische splitsing. Op basis van beleid van de staatssecretaris is de heffing van overdrachtsbelasting beperkt tot de uitbreiding van het materiële belang bij de onroerende zaken van de BV voor belanghebbende.
Maandag 17 juni 2019 heeft het Ministerie van Financiën de eerste internetconsultatie voor een nieuwe groepsregeling in de vennootschapsbelasting geopend. In de beleidsnota zijn vier mogelijke oplossingsrichtingen geïdentificeerd voor het huidige fiscale eenheidsregime.
Eind 2017 meldde het Parool dat Prins Bernard jr. vanuit privé 349 panden in Amsterdam exploiteert. In de praktijk zien wij ook steeds vaker dat vastgoedexploitanten hun vastgoedportefeuille in privé exploiteren, waarbij men in de regel lijkt uit te gaan van belastingheffing in box 3. In dit kader speelt voor de heffing van inkomstenbelasting dus de vraag aan welke box de vastgoedexploitant zijn of haar vermogensbestanddelen en/of resultaten moet toerekenen. Het toerekenen aan de juiste box is van belang voor de bepaling van de verschuldigde inkomstenbelasting. De tarieven in de verschillende boxen lopen namelijk sterk uitéén. In deze blog gaan wij in op de relevante inkomstenbelastingaspecten van het exploiteren van vastgoed in privé.
Op Prinsjesdag 2018 is door het kabinet een wetsvoorstel aangekondigd op basis waarvan inkomstenbelasting in box 2 zal worden geheven over bovenmatige (excessieve) schulden van de DGA of beter gezegd de aanmerkelijkbelanghouder (hierna: AB-houder) aan zijn of haar eigen BV. Op 4 maart 2019 heeft de Staatssecretaris van Financiën een concept wetsvoorstel gepubliceerd. Hierin zijn de contouren van de wetgeving beter zichtbaar geworden. Het wetsvoorstel is ter consultatie aangeboden, wat betekent dat geïnteresseerden tot 1 april 2019 via internet kunnen reageren. De inhoud kan dus nog wijzigen.
Rechtbank Gelderland 16 januari 2019, nr. AWB 17/6915
De “kruimelgevallenregeling” of “kruimellijst” neergelegd in artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (“Bor”) is voer voor discussie en rechtspraak. In een recente uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“de Afdeling”) van 20 februari 2019 staat de gebruikswijziging uit artikel 4 lid 9 van bijlage II Bor centraal.
Als het begrip “wonen” niet nader is gedefinieerd in het bestemmingsplan dient aansluiting te worden gezocht bij het algemeen spraakgebruik en kunnen onder “wonen” diverse vormen van huisvesting worden begrepen.
De Autoriteit Consument & Markt (“ACM”) heeft diverse gemeenten in Nederland gewaarschuwd dat zij in het verleden mogelijk het kartelverbod hebben overtreden. Hoewel de ACM laat weten dat de overtredingen inmiddels zijn beëindigd, kan niet worden uitgesloten dat betrokken gemeenten aansprakelijk zijn voor de schade van benadeelde ontwikkelaars.
Een eigenaar bemoeit zich actief met de bestemmingswijziging van zijn gronden in privé. Nadat de gronden een bestemmingswijziging hebben verkregen van de gemeente, zijn de gronden verkocht aan een projectontwikkelaar. Rechtbank Gelderland beslist dat het verkoopresultaat van deze gronden belast is als resultaat uit overige werkzaamheden in box 1, omdat sprake is van meer dan normaal actief vermogensbeheer. De werkzaamheden van de man hebben namelijk bijgedragen aan de waardestijging van de gronden.
Procespartijen in het bestuursrecht kunnen slechts opkomen tegen normschendingen die hun eigen belang raken. Dat is de kern van het relativiteitsvereiste uit artikel 8:69a Awb. Dat betekent dat een partij bijvoorbeeld niet met succes kan opkomen tegen de komst van een bedrijf met het betoog dat het bedrijf voorgeschreven afstanden tot woningen van derden niet in acht neemt. Dat kunnen namelijk alleen die derden.