Aanleg zonneparken op landbouwgrond verder beperkt
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft bij brief van 26 oktober 2023 aangekondigd de regels voor het aanleggen zonneparken op landbouw- en natuurgronden verder te beperken.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft bij brief van 26 oktober 2023 aangekondigd de regels voor het aanleggen zonneparken op landbouw- en natuurgronden verder te beperken.
In de zomer van dit jaar heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel tot wijziging van de Huisvestingswet 2014 aangenomen. Het voorstel wordt nu behandeld door de Eerste Kamer. Alle reden dus om eens in dit bericht eens in te zoomen op het wetsvoorstel, en dan met name de wijziging van de vereiste schaarste bij woonruimtebeheer.
In een interessante uitspraak van 6 september 2023 oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State – in afwijking van een eerdere conclusie van de staatsraad A-G – dat ook bij de exceptieve toetsing van een planregel die verwijst naar een naderhand vastgestelde of gewijzigde beleidsregel (een planregel met een “open norm”), vastgehouden wordt aan het evidentiecriterium, en er dus geen aanleiding bestaat voor een meer indringende toetsing van de betreffende planregel.
In een op 18 juli 2023 gepubliceerd Koninklijk Besluit zijn de definitieve overgangstermijnen voor de inwerkingtreding van onder meer het omgevingsplan en de omgevingsvisie vastgesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een uitspraak van 12 april 2023 geoordeeld dat appellant geen belanghebbende is bij het besluit tot vaststellen van het bestemmingsplan “De Holtkamp”. Appellant heeft namelijk geen grondpositie in of in de omgeving van het plangebied, omdat de uitgifteprocedure van de gemeente Zevenaar die had kunnen leiden tot vestiging van een voorkeursrecht op te verkopen kavels in de nabijheid van het plangebied is stopgezet.
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is inmiddels al vijf keer uitgesteld, maar vandaag is het hoge woord er eindelijk uit: de Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024.
Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) heeft gisteren bij de Eerste en Tweede Kamer het “nieuwe” Koninklijk Besluit in procedure gebracht dat de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024 regelt. Daarmee is de vorige streefdatum van een invoering per 1 juli a.s. niet meer aan de orde. Er is dus weer meer tijd om ons voor te bereiden op de inwerkingtreding van de wet.
Minister De Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft op 19 januari 2023 een Plan van aanpak gepubliceerd voor het versnellen van de processen en procedures voor de realisatie van nieuwbouwwoningen. Wij nemen u mee in de belangrijkste voorgestelde wijzigingen.
Bij de verkoop van een bepaald object of project is het essentieel dat de rechten die voortvloeien uit vergunningen ook door de koper kunnen worden uitgeoefend. Datzelfde geldt in geval van fusies en overnames voor de rechtsopvolger. Om dit te bewerkstelligen is het sluiten van een civielrechtelijke overeenkomst niet toereikend: het bestuursrecht is daarvoor bepalend. In deze bijdrage geven wij een overzicht van de belangrijkste aspecten bij de bestuursrechtelijke overgang van vergunningen.
Voor een zorgvuldige invoering van de Omgevingswet zou meer tijd nodig zijn om te oefenen, te testen en te zorgen voor extra ondersteuning bij bevoegde gezagen. Daarom kiest minister De Jonge voor een beperkt uitstel van de ingangsdatum. Dat wordt 1 juli 2023 in plaats van 1 januari 2023.
Onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bestaat de mogelijkheid om een omgevingsvergunning te verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan voor de lijst van gevallen zoals aangewezen in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Onderdeel 9, artikel 4, van bijlage II van het Bor maakt het mogelijk om strijdig gebruik te vergunnen. Dit is een relatief makkelijke en snelle manier om in afwijking van het bestemmingsplan een bepaald gebruik toe te staan.
De Wet Bibob (voluit: de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) heeft als doel te voorkomen dat de overheid ongewild criminele activiteiten faciliteert bij het verlenen van beschikkingen, overheidsopdrachten en het aangaan van vastgoedtransacties. Daarom maakt de Wet Bibob het onder meer mogelijk dat bestuursorganen vergunningen weigeren of intrekken als sprake is van een ‘ernstig gevaar’ dat die vergunningen worden misbruikt (artikel 3 Wet Bibob).