Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
2 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
Op 19 oktober 2018 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“de Afdeling”) aan advocaat-generaal Wattel een conclusie gevraagd over de rol van het vertrouwensbeginsel in het omgevingsrecht. Deze conclusie dient ter voorlichting van de Afdeling, maar bindt haar niet.
Met de invoering van de Wet civielrechtelijk bestuursverbod is per 1 juli 2016 de mogelijkheid gecreëerd om (voormalig) bestuurders van verenigingen, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen, N.V.'s, B.V.'s en stichtingen een bestuursverbod op te leggen voor de maximale duur van vijf jaar. Op 20 september 2018 zijn de eerste twee verboden ingeschreven in het door de Kamer van Koophandel (KvK) bijgehouden register.
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) kent geen (dwingend) wettelijk kader met betrekking tot de bewijsmiddelen en de bewijslastverdeling. Wel zijn hieruit een aantal regels van het bewijsrecht af te leiden. De onderzoeksplicht rust op het bestuursorgaan ( artikel 3:2 Awb en 7:11 Awb) en op de burger rust een informatieplicht (artikel 4:2 en 6:5 Awb). Vanuit het bewijsrecht bezien hoeft het bevoegde gezag een overtreding slechts aannemelijk te maken. In geval van bestraffende sancties wordt aan het bewijs van een overtreding strenge eisen gesteld. In een uitspraak van 1 augustus 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2561) is de vraag aan de orde of gegevens van de Belastingdienst door de RDW mogen worden gebruikt om een aan Europcar toegekende erkenning in te trekken.
De Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State past over het algemeen een strakke lijn toe als het gaat om de beginselplicht tot handhaving. Een uitzondering hierop, omdat dit onevenredig zou zijn, komt in de praktijk niet vaak voor. Daarom is het zeer de moeite waard om stil te staan bij een uitspraak van de Afdeling van 25 juli 2018 (ECLI:LNL:RVS:2018:2525) waarin die evenredigheid wél wordt aangenomen op basis van specifieke omstandigheden met betrekking tot onder andere de ontruimingstitel, de ingrijpendheid van het besluit, de mate van concreetheid van de plannen en het belang van eenduidig beleid. De uitspraak bevat voor de handhavingspraktijk nog een andere belangrijke les. Onder omstandigheden kan een gemeente namelijk verplicht zijn om in het weigeringsbesluit kenbaar te maken wanneer wél tot handhaving zal worden overgegaan.
Op grond van artikel 13b van de Opiumwet ("Opw") is de burgemeester bevoegd om een woning voor een bepaalde duur te sluiten als in de woning drugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt, of als hier drugs aanwezig zijn met dit oogmerk. Deze sluitingsbevoegdheid is een vorm van bestuursdwang die tot doel heeft overtredingen van de Opw te beëindigen en te voorkomen.
Op grond van de Gemeentewet is de burgemeester bij ernstige overlast in een woning onder omstandigheden bevoegd om deze woning fysiek te laten sluiten ter handhaving van de openbare orde. Deze bevoegdheid geldt niet alleen voor woningen, maar ook voor lokalen die niet voor het publiek toegankelijk zijn (andere privacygevoelige ruimten, zoals schuren, garages of tuinen) en bijbehorende erven. Voor het gemak spreek ik hierna alleen over woningen.
Recent heeft de Voorzieningenrechter van Rechtbank Oost-Brabant de vaste rechtspraak bevestigd dat een aanbestedende dienst af mag gaan op wat een inschrijver heeft ingediend. Alleen als er gerede twijfel is over de inschrijving kan op de aanbestedende dienst een eigen verificatieplicht rusten. Maar wanneer is er gerede twijfel?
Wanneer is een slijterijgedeelte in een supermarkt voor het publiek geopend? En hoe zit het met de aanwezigheid van een leidinggevende? Over deze vragen heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“de Afdeling”) zich op 18 april 2018 uitgelaten in een handhavingszaak tussen de SlijtersUnie (verzoeker om handhaving) en de burgemeester van Amsterdam, met het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel ("CBL") en supermarkt Vomar als derden-belanghebbenden.
Op 12 april 2018 hebben de ministers Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) en Dekker (Rechtsbescherming) een voorstel tot wijziging van de Wet Bibob (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) ter consultatie aangeboden. Met dit wetsvoorstel beogen zij de aanpak van ondermijnende criminaliteit te versterken.
Catawiki exploiteert een veilingwebsite, waarop zij de mogelijkheid biedt sterke drank te verkopen en te kopen. De burgemeester van Assen heeft een door de SlijtersUnie ingediend verzoek om handhavend op te treden wegens overtreding van de Drank- en Horecawet (Dhw) tegen Catawiki afgewezen.
In een uitspraak van 21 maart 2018 zitten twee vermeldenswaardige weetjes op het gebied van bewijsrecht en vergunningvrij bouwen. In de postkamer van een gemeente moet een registratie plaatsvinden van de verzending van een besluit. Daarnaast oordeelt de Afdeling in deze uitspraak dat het vervangen van een houten vloer door een betonnen vloer geen aanpassing van de draagconstructie is, zodat hiervoor geen omgevingsvergunning is vereist.
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.