1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Europees Hof voor de Rechten van de Mens: bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF) niet discriminerend

Europees Hof voor de Rechten van de Mens: bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF) niet discriminerend

Via de Dirkzwager kennispagina’s hebben we u regelmatig op de hoogte gehouden van alle ontwikkelingen naar aanleiding van de uitspraak  van de Rechtbank Breda van 13 juli 2012. In die uitspraak oordeelde de rechter dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (“BOF”) in de Successiewet een ongeoorloofde discriminatie opleverde, omdat privé vermogen zwaarder werd belast dan ondernemingsvermogen. Zoals bekend liet de belastingdienst het hier niet bij zitten, hetgeen uiteindelijk geresulteerd heeft in ee...
Leestijd 
Auteur artikel Ton Lekkerkerker
Gepubliceerd 09 juli 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Via de Dirkzwager kennispagina’s hebben we u regelmatig op de hoogte gehouden van alle ontwikkelingen naar aanleiding van de uitspraak  van de Rechtbank Breda van 13 juli 2012. In die uitspraak oordeelde de rechter dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (“BOF”) in de Successiewet een ongeoorloofde discriminatie opleverde, omdat privé vermogen zwaarder werd belast dan ondernemingsvermogen. Zoals bekend liet de belastingdienst het hier niet bij zitten, hetgeen uiteindelijk geresulteerd heeft in een arrest van de Hoge Raad van 2 november 2013.  De Hoge Raad oordeelde kort en duidelijk dat de wetgever de ruimte had om een onderscheid te maken tussen het belasten van ondernemingsvermogen en het belasten van privé vermogen. Er was dus geen sprake van ongeoorloofde discriminatie. Daarmee leek de discussie definitief beslecht.

In de media is grote aandacht geweest voor een collectieve actie van de Stichting Meldpunt Collectief Onrecht (SMCO). Deze stichting bood aan belastingplichtigen tegen betaling een collectieve actie aan bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (“het Hof”). Naar verluidt hebben circa tweeduizend belastingplichtigen hieraan deelgenomen. De kans dat die collectieve actie een positief resultaat oplevert, is na 27 mei 2014 nagenoeg verdwenen. Op die datum heeft het Hof in de zaak Berkvens uitspraak gedaan in een procedure waarin de klager van mening was dat de BOF een ongeoorloofde discriminatie opleverde in de zin van artikel 14 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens.  Dat artikel verbiedt ongeoorloofde discriminatie.

In een zeer lezenswaardige uitspraak komt het Hof onomwonden tot de conclusie dat de Nederlandse BOF geen ongeoorloofde discriminatie oplevert. Het Hof gaat na waarom de Nederlandse wetgever ondernemingsvermogen lager heeft willen belasten. Het betalen van veel belasting over geërfd ondernemingsvermogen  zou de continuïteit van familiebedrijven in gevaar kunnen brengen. Familiebedrijven dragen volgens het Hof in belangrijke mate bij aan de economie en de banenmarkt. Alles afwegend is het lager belasten van ondernemingsvermogen dan privé vermogen dus toegestaan, aldus het Hof. Hiermee is uiteindelijk duidelijkheid gekomen over de toelaatbaarheid van de BOF.

De kans dat het Hof anders zal besluiten in de door SMCO aangespannen procedures, lijkt ons uitgesloten.