Geen eigen WTZi-toelating vereist voor oprichting volwaardige joint venture

21 mei 2012
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft groen licht gegeven voor de oprichting van Amethist, een joint-venture van GGz Centraal en Tactus Verslavingszorg. Het besluit is interessant omdat de NMa heeft bevestigd dat een joint-venture zelfstandig op de markt actief kan zijn ondanks het feit dat de joint-venture gebruikmaakt van de WTZi-toelating van de moeders.De joint-ventureGGz Centraal en Tactus zijn voornemens om een joint venture Amethist op te richten, waarin beide hun activite...
Sjaak van der Heul
Sjaak van der Heul
Advocaat - Senior
In dit artikel
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft groen licht gegeven voor de oprichting van Amethist, een joint-venture van GGz Centraal en Tactus Verslavingszorg. Het besluit is interessant omdat de NMa heeft bevestigd dat een joint-venture zelfstandig op de markt actief kan zijn ondanks het feit dat de joint-venture gebruikmaakt van de WTZi-toelating van de moeders.

De joint-venture
GGz Centraal en Tactus zijn voornemens om een joint venture Amethist op te richten, waarin beide hun activiteiten op het gebied van verslavingszorg in Flevoland zullen inbrengen. GGz Centraal en Tactus zullen een vetorecht krijgen ten aanzien van strategische beslissingen van Amethist, maar Amethist zal beschikken over een eigen onafhankelijk dagelijks bestuur. Amethist zal bovendien zelf onderhandelen over productieafspraken met de zorgverzekeraars. Amethist zal daarbij gebruik blijven maken van de WTZi-toelating van beide moeders en geen eigen toelating aanvragen.

Zelfstandigheid
Voor de oprichting van een volwaardige joint-venture in de zin van de Mededingingswet is vereist dat de joint-venture (onder meer) alle functies van een zelfstandige economische eenheid vervult. Daartoe dient de joint-venture te beschikken over een onafhankelijk bestuur en voldoende eigen financiële middelen om zelfstandig op de markt actief te zijn. In operationeel opzicht dient de joint-venture dus onafhankelijk te zijn van de moeders.

De vraag is daarom gerechtvaardigd of een joint-venture voldoende onafhankelijk is van de moeders op het moment dat gebruik moet worden gemaakt van de WTZi-toelating van de moeders om zorg aan te bieden. Uitgangspunt is namelijk dat zorgaanbieders uitsluitend overeenkomsten kunnen sluiten met zorgverzekeraars indien zij over een WTZi-toelating beschikken. Ofwel, zonder WTZi-toelating geen financiële middelen. De NMa heeft in het besluit bevestigd dat een joint-venture wel degelijk voldoende operationeel onafhankelijk van de moeders op de markt actief kan zijn wanneer het gebruikmaakt van de toelating van de moeders. De NMa komt tot deze conclusie omdat (het bestuur van) Amethist zelf (onafhankelijk van de moeders) de productieafspraken maakt met de zorgverzekeraars.

Nadat de NMa had vastgesteld dat Amethist een volwaardige joint-venture in de zin van de Mededingingswet zal zijn, heeft de NMa onderzocht of de oprichting van Amethist de daadwerkelijke mededinging significant zou kunnen belemmeren. Aangezien daarvan geen sprake zal zijn vanwege de beperkte wijziging in de marktsituatie als gevolg van de oprichting van Amethist, geeft de NMa groen licht voor de oprichting van Amethist

Conclusie
Het besluit van de NMa geeft zorgaanbieders die hun samenwerking willen vormgeven als een volwaardige joint-venture in de zin van de mededingingswet, rechtszekerheid voor het geval zij ervoor kiezen om geen eigen WTZi-toelating voor de gezamenlijke dochter aan te vragen. Het oordeel van de NMa is begrijpelijk. Op grond van de Mededingingswet dient de joint-venture namelijk te beschikken over voldoende eigen financiële middelen om zelfstandig op de markt actief te zijn (operationele onafhankelijkheid). Wanneer de joint-venture zelf afspraken kan maken over de productie en zelf kan beschikken over de inkomsten die uit die afspraken voortvloeien, kan aan dit vereiste worden voldaan zonder WTZi-toelating.

Overigens dient bij de oprichting van een joint-venture nog wel rekening te worden gehouden met het feit dat operationele onafhankelijkheid slechts een van de drie voorwaarden is voor het tot stand brengen van een volwaardige joint-venture. Tevens (i) dienen de moeders de beschikking te krijgen over een vetorecht ten aanzien van het strategisch beleid, en (ii) dient de joint-venture te worden opgericht voor een duurzame periode.

Gerelateerd

Staatssteun bij publieke financiering van warmtenetten

De Wet collectieve warmte (Wcw) vergroot de publieke sturing op warmtenetten: warmtebedrijven moeten voortaan een publiek meerderheidsbelang hebben. Dit...

Raad van State: Didam-criteria van toepassing op begrotingssubsidies

In zijn uitspraak van 23 juli 2025 heeft de Afdeling geoordeeld dat ook begrotingssubsidies schaarse rechten kunnen zijn, aangezien ook bij begrotingssubsidies...

Nieuwe drempelbedragen Europese aanbestedingen vastgesteld

Op 22 oktober 2025 zijn de nieuwe drempelbedragen voor Europese aanbestedingsprocedures gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. De...
Aanbestedingsrecht in de praktijk: jurisprudentie en inzichten uit Q3 2025

Aanbestedingsrecht in de praktijk: jurisprudentie en inzichten uit Q3 2025

Ook in het derde kwartaal van 2025 zijn er weer interessante uitspraken geweest binnen het aanbestedingsrecht. Dit artikel analyseert de belangrijkste...

Europese Commissie versoepelt aanbestedingsregels voor defensie- en veiligheidsopdrachten

De Europese Commissie heeft een voorstel gedaan tot wijziging van de aanbestedingsrichtlijnen op het gebied van defensie en veiligheid. In haar voorstel licht...

Wanneer mag een geheime overheidsopdracht zonder aanbesteding worden gegund?

In een recent vonnis van de rechtbank Den Haag is geoordeeld dat de Nationale Politie een opdracht niet hoefde aan te besteden, omdat deze geheim was...
No posts found