1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Samenwerkingsverbanden in de zorg: de samenwerkingsovereenkomst (2)

Samenwerkingsverbanden in de zorg: de samenwerkingsovereenkomst (2)

Ontwikkelingen in het zorglandschap noodzaken zorgaanbieders om meer en efficiënter samen te werken. Bij het vormgeven en inrichten van een samenwerkingsverband worden de samenwerkingspartners voor tal van uitdagingen en vraagstukken gesteld. Wat is de beste juridische organisatievorm voor het samenwerkingsverband? Welke civielrechtelijke en fiscale aspecten zijn daarbij van belang? Hoe wordt de interne governance ingericht? Welke mededingingsregels gelden er?
Leestijd 
Auteur artikel Marieke van Dongen
Gepubliceerd 27 maart 2020
Laatst gewijzigd 03 mei 2020

In dit tweede artikel van deze artikelenreeks over samenwerkingsverbanden in de zorg bespreken wij een aantal relevante juridische en fiscale aspecten van de samenwerkingsovereenkomst als juridische organisatievorm van het samenwerkingsverband alsmede de interne governance hiervan.

Andere artikelen in deze artikelenreeks:

Contouren van de samenwerking (1)

Personenvennootschappen (maatschap, VOF en CV) (3)

Rechtspersonen (4)

Stichting (5)

 

Besloten vennootschap (6)

 

Coöperatie (7)

 

Samenwerkingsovereenkomst

De samenwerkingsovereenkomst is een samenwerkingsvorm met een louter contractuele grondslag. De samenwerkingspartners richten geen personenvennootschap (maatschap of vennootschap onder firma) of gezamenlijke rechtspersoon (joint venture) op, maar volstaan met het sluiten van een overeenkomst. De samenwerkingspartners zijn in principe zelf verantwoordelijk en aansprakelijk voor de verplichtingen van het samenwerkingsverband, omdat de samenwerkingsovereenkomst geen rechtspersoonlijkheid heeft.

De samenwerkingspartners zijn heel flexibel in het vormgeven van hun samenwerking, omdat een samenwerkingsovereenkomst vormvrij is; de wet bevat geen vormvoorschriften. Afspraken hoeven niet op papier te worden gezet. Om eventuele discussies over de gemaakte afspraken zoveel mogelijk te voorkomen, is het verstandig om te kiezen voor een schriftelijke samenwerkingsovereenkomst.

In een schriftelijke samenwerkingsovereenkomst staan gewoonlijk bepalingen over de doelstellingen en activiteiten van het samenwerkingsverband, wie doet wat (wie verleent welke zorg, wie verleent welke diensten), de aansturing van het samenwerkingsverband (de interne governance), de financiering van het samenwerkingsverband, de onderlinge verdeling van de kosten van het samenwerkingsverband, de inbreng van de samenwerkingspartners, de inzet van personeel, de huisvesting, backoffice, de verdeling van de aansprakelijkheidsrisico’s, background, de eigendom van knowhow en intellectuele eigendomsrechten op gezamenlijk ontwikkelde producten of diensten, duur en beëindigingsmogelijkheden, evaluatie en standaardclausules (‘boilerplate’ clausules) als geheimhouding, conversie, onvoorziene omstandigheden, rechtskeuze en forumkeuze.

Verlenen de samenwerkingspartners gezamenlijk zorg, dan is het raadzaam om schriftelijke afspraken te maken over onder meer de inhoud, de kwaliteit en organisatie van de zorgverlening, wie eindverantwoordelijk is voor de zorgverlening, hoe wordt omgegaan met klachten, incidenten en calamiteiten, wie de vergoeding voor de zorgverlening declareert, de verwerking van financiële en persoonsgegevens, dossiervorming, de toegang tot de dossiers van patiënten/cliënten en de onderlinge verdeling van de kosten van het samenwerkingsverband.

Juridische kenmerken van een samenwerkingsovereenkomst:

  • Vanuit juridische optiek de minst vergaande vorm van samenwerking.
  • Vrijheid bij de vormgeving van de samenwerking: er is ruimte voor maatwerkafspraken.
  • Transparantie.
  • Samenwerkingspartners hebben directe grip op het samenwerkingsverband.
  • Nieuwe samenwerkingspartners kunnen eenvoudig participeren door partij te worden bij de samenwerkingsovereenkomst.
  • Geen rechtspersoonlijkheid: het samenwerkingsverband kan geen overeenkomsten sluiten, geen goederen kopen en geen personeel in dienst nemen. Het zijn de samenwerkingspartners die de verplichtingen aangaan.
  • Exploitatierisico van het samenwerkingsverband rust rechtstreeks op de samenwerkingspartners: omdat de samenwerkingspartners bij gebreke van rechtspersoonlijkheid degene zijn die de contractuele verplichtingen aangaan, zijn zij uit dien hoofde aansprakelijk.
  • Geringere (juridische) bindingsintensiteit: het is ‘maar’ een contract. Om te voorkomen dat de samenwerkingsovereenkomst te lichtvaardig door een samenwerkingspartner kan worden beëindigd, kunnen de beëindigingsmogelijkheden in de samenwerkingsovereenkomst aan banden worden gelegd (bijvoorbeeld door een lange opzegtermijn op te nemen in combinatie met een gewichtige opzeggingsreden en beperkte ontbindingsgronden).
  • Minder autonoom; feitelijk vormen de samenwerkingspartners het samenwerkingsverband.
  • Governance: de bestuurlijke en strategische leiding kan in de samenwerkingsovereenkomst worden opgedragen aan een bestuurlijk overlegorgaan bestaande uit vertegenwoordigers van de samenwerkingspartners. De operationele leiding en dagelijkse aansturing kan worden neergelegd bij een managementteam.

Fiscale kenmerken van een samenwerkingsovereenkomst:

a.  Vennootschapsbelasting: belasting over exploitatieresultaten

  • Baten en lasten die voortvloeien uit een samenwerkingsovereenkomst worden toebedeeld aan de samenwerkingspartners op basis van de in de samenwerkingsovereenkomst gemaakte afspraken (fiscale transparantie). Het is afhankelijk van de fiscale positie van de samenwerkingspartners of de baten en lasten of exploitatieresultaten in de belastingheffing worden betrokken.
  • Zorginstellingen die de zorgvrijstelling toepassen zullen in principe geen vennootschapsbelasting zijn verschuldigd. Zij zullen wel moeten toetsen of de activiteiten uit het samenwerkingsverband binnen de voorwaarden voor toepassing van de zorgvrijstelling vallen.

b.  Btw

  • Een samenwerkingsverband kwalificeert in de regel als btw-ondernemer indien het samenwerkingsverband als zodanig naar buiten toe optreedt en op duurzame basis tegen vergoeding prestaties verricht (goederenleveringen of diensten). Bij de beoordeling speelt onder meer een rol of het samenwerkingsverband een eigen naam hanteert. De rechtsvorm van het samenwerkingsverband is in principe niet van belang.
  • In hoofdlijnen geldt hierbij het volgende.
    • In geval het samenwerkingsverband als btw-ondernemer kwalificeert: over prestaties tegen vergoeding tussen de samenwerkingspartners en het samenwerkingsverband of tussen het samenwerkingsverband en derden is in principe btw verschuldigd.
    • In geval het samenwerkingsverband niet als btw-ondernemer kwalificeert: over prestaties tegen vergoeding tussen de samenwerkingspartners of tussen de samenwerkingspartners en derden is in principe btw verschuldigd.
    • Afhankelijk van de feitelijke omstandigheden kan een btw-vrijstelling van toepassing zijn of kan de heffing van btw anderszins worden voorkomen. Voor de zorgsector is dit een specifiek aandachtspunt, omdat de inkoop-btw op kosten doorgaans niet of beperkt aftrekbaar is.

Contact

Wilt u meer weten over het vormgeven van samenwerkingsverbanden in de zorgsector? Neem dan gerust contact met ons op. Ons kantoor beschikt over een multidisciplinair team met advocaten, (kandidaat)notarissen en fiscalisten dat gespecialiseerd is in geïntegreerde advisering over de (rechts)vorm, organisatie-, governance- en medezeggenschapstructuur van samenwerkingsverbanden in de zorgsector, alsmede het oprichten hiervan.

Lezingenreeks Zorg & Recht

Op het moment van schrijven van dit blog is het onzeker of de Zorg & Recht lezing over samenwerkingsverbanden in de zorgsector van 26 mei a.s. in de huidige vorm door gaat. Wij onderzoeken momenteel de mogelijkheden voor (online) alternatieven. Indien u hiervan op de hoogte gehouden wil worden, stuur dan een verzoekje naar marketing@dirkzwager.nl, of hou onze website www.dirkzwager.nl/events in de gaten. Mensen die zich reeds hebben aangemeld ontvangen nog persoonlijk bericht hierover.