Verplichtingen van een (erkend) referent (deel IV): gevolgen van overtreding

21 juni 2022, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
Een vreemdeling die afkomstig is van buiten de EU of EER (m.u.v. Zwitserland) mag (in beginsel) uitsluitend in Nederland werken indien hij/zij beschikt over een verblijfs- en werkvergunning. De persoon of organisatie die belang heeft bij een verblijf van een dergelijke vreemdeling is een referent. Voor sommige vergunningen is vereist dat een organisatie erkend referent is. Het (erkend) referentschap brengt de nodige verplichtingen met zich. In een vijfluik gaan wij in op deze verplichtingen, de gevolgen van schending van deze verplichtingen en hoe de risico’s gemitigeerd kunnen worden. In deze vierde blog gaan wij in op de gevolgen van het schenden van een van de verplichtingen door een (erkend) referent.
Buby den Heeten 
Buby den Heeten 
Advocaat - Partner
In dit artikel

Controle

In onze vorige drie blogs hebben we de verplichtingen van een (erkend) referent uiteengezet (zorgplicht, administratie-en bewaarplicht en informatieplicht). De IND gebruikt verschillende manieren om te controleren of u deze verplichtingen nakomt:

  • Opvragen van informatie bij u of bij de betreffende vreemdeling;
  • Controle van de administratie bij u, op locatie (controlebezoek);
  • Opvragen van informatie bij andere organisaties;
  • Onderzoeken van informatie of signalen van anderen/derden.

Sinds 2002 wisselen diverse overheidsorganisaties (persoons)gegevens van burgers uit in het domein werk en inkomen op basis van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet SUWI). Deze gegevensuitwisseling vindt plaats via het zogenaamde Suwinet. De IND heeft ook toegang tot Suwinet en kan op deze manier informatie inzien over het loon dat medewerkers hebben ontvangen.

Gevolgen schenden verplichtingen

Wordt vastgesteld dat u niet (langer) voldoet aan uw verplichtingen, dan kan dit verschillende consequenties hebben die variëren in zwaarte.

A. Waarschuwing
Afhankelijk van de ernst van de overtreding kan eerst een waarschuwing worden afgegeven, alvorens een boete wordt opgelegd. Een gegeven waarschuwing blijft 24 maanden van kracht. Van belang is verder dat de waarschuwing, gegeven op grond van artikel 55a Vreemdelingenwet 2000 (Vw), géén besluit is in de zin van de Awb. Hierdoor heeft de overtreder niet het recht om een zienswijze in te dienen of rechtsmiddelen in te zetten tegen de waarschuwing (bezwaar).

Gaat de (erkend) referent of de vreemdeling binnen 24 maanden weer in de fout, dan kan de IND een boete opleggen, ook al gaat het om een minder ernstige overtreding dan waarvoor de IND normaal gesproken boetes oplegt.

B. Bestuurlijke boete
Op grond van artikel 55a Vw kan de IND bestuurlijke boetes opleggen aan de referent, de erkend referent of aan de vreemdeling. De boete voor de (erkend) referent is voor schending de verplichtingen die wij in onze eerste drie blogs hebben besproken maximaal € 3.000,-. Op tewerkstelling zonder (geldige) vergunning staat zelfs een boete van € 8.000,-. Mocht er sprake zijn van recidive (lees: op de dag van het constateren van de overtreding zijn nog geen 24 maanden verstreken nadat een eerdere overtreding van eenzelfde wettelijke verplichting is geconstateerd), dan kan de boete verhoogd worden met 50 %.

Voordat de boete definitief is, stelt de IND de (erkend) referent in de gelegenheid om een zienswijze in te brengen op het voornemen om een boete op te leggen.

Op grond van artikel 5:46 Awb is de IND verplicht om bij het bepalen van de hoogte van de boete rekening te houden met de volgende aspecten:

  • Ernst van de overtreding;
  • Mate waarin de overtreding aan de overtreder kan worden verweten;
  • Omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd.

In de Vreemdelingencirculaire 2000 (B) (Vc B) wordt omschreven hoe de IND met deze factoren omgaat. Zo zal de IND doorgaans eerst een waarschuwing geven voordat zij overgaat tot het geven van een boete en gaat de IND alleen over tot het geven van een boete als de ernst van de overtreding dit rechtvaardigt. In de Vc B staan beleidsregels van de IND.

C. Schorsen of intrekken erkend referentschap
Het erkend referentschap kan worden geschorst of ingetrokken op grond van artikel 2c Vw. De erkenning kan (o.a.) worden ingetrokken als de erkend referent zich niet heeft gehouden aan zijn verplichtingen als referent (zie artikel 2g Vw). In 2.2 Vc B is uiteengezet wat hieronder moet worden verstaan:

  • de referent is voor de derde keer beboet wegens het niet naleven van de zorg- of informatieplicht waarbij de overtreding door de IND als ernstig is gekwalificeerd. Hierbij wordt verwezen naar paragraaf 9 van dit hoofdstuk;
  • de referent weigert om zijn medewerking te verlenen aan nalevingstoezicht door de IND;
  • de referent toetst niet zorgvuldig of de vreemdeling wiens overkomst hij wenst aan de verblijfsvoorwaarden voldoet; of
  • de referent heeft bij kennis of vermoedens van misstanden met betrekking tot het verblijf van de vreemdeling in Nederland niet adequaat opgetreden.

Schorsing is (o.a.) aan de orde als het vermoeden bestaat dat de erkend referent zich niet heeft gehouden aan zijn verplichtingen. Ook dit is nader geconcretiseerd in 2.2 Vc B:

  • de IND doet aangifte bij de officier van justitie of bij een van zijn hulpofficieren tegen de referent of raakt bekend met de omstandigheid dat een ander overheidsorgaan aangifte heeft gedaan tegen de referent, dat er een opsporingsonderzoek is opgestart of vervolging is ingesteld tegen de referent;
  • de IND heeft een klacht ingediend tegen een referent bij de Landelijke Commissie Gedragscode internationale student in het Nederlands hoger onderwijs;
  • de Inspectie van het Onderwijs heeft een onderzoek ingesteld naar een referent; of
  • de Inspectie SZW heeft een onderzoek naar fraude door de referent ingesteld in verband met het niet naleven van bepalingen uit de Wav of de Wml.

De schorsing eindigt op het moment dat er een beschikking is uitgebracht waarin de intrekking wordt bekendgemaakt of als er een termijn van drie maanden is verstreken. Deze termijn is verlengbaar (met drie maanden).

D. Hechtenis of geldboete (tweede categorie)
Met de invoering van de Wet modern migratiebeleid in 2013 is in artikel 108 Vw mogelijk gemaakt om bij ernstige schendingen of grove misstanden over te gaan tot strafrechtelijke handhaving zonder dat eerst bestuursrechtelijk wordt gehandhaafd. De sancties die in het artikel worden genoemd zijn hechtenis van maximaal zes maanden en een geldboete van de tweede categorie. Deze sancties zullen niet snel aan de orde zijn, maar wees erop bedacht dat de mogelijkheid er wel is.

E. Gevolgen voor de arbeidsmigrant
Op het moment dat niet wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder een verblijfsvergunning is verleend, loopt niet alleen de (erkend) referent risico’s, maar ook de arbeidsmigrant. Zo kan aan de arbeidsmigrant een boete worden opgelegd van € 1.500,-. Daarnaast loopt de arbeidsmigrant een risico dat zijn/haar verblijfsvergunning door de IND wordt ingetrokken. Dat leidt in beginsel tot een verblijfsgat (een onderbreking tussen twee periodes van rechtmatig verblijf). Dit kan voor de arbeidsmigrant vervelende gevolgen hebben, indien hij/zij voornemens is om een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd aan te vragen of een verzoek tot naturalisatie in te dienen. Zie voor meer informatie over het verblijfsgat bij een verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene onze blog uit 2021.

Heeft u vragen?

Heeft u vragen over uw verplichtingen of denkt u dat u mogelijk een overtreding hebt begaan en bent u benieuwd of de overtreding dusdanig ernstig is waardoor u risico’s loopt? Neem dan contact met ons op.

Gerelateerd

PensioenPost #15 – Werkzaamheid valt onder de werkingssfeer van Bpf MITT maar maatstaven van redelijkheid en billijkheid staan een verplichtstelling in de weg

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft recent uitspraak gedaan in een aansluitingsdiscussie met het bedrijfstakpensioenfonds MITT. In deze uitspraak ging het...

NIEUWE VERSIE WET VERDUIDELIJKING BEOORDELING ARBEIDSRELATIES EN RECHTSVERMOEDEN: van ABC naar WZOP

De belangrijkste wijzigingen van de op 3 juli gepubliceerde (herziende) Wet VBAR (Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden)

PensioenPost #14 – Voortgangsrapportage monitoring Wet toekomst pensioenen

Op 1 juli 2023 trad de Wet toekomst pensioenen (Wtp) in werking, waarmee de formele start van de transitie naar een nieuw pensioenstelsel werd ingeluid.

PensioenPost #13 – Vaststellingsovereenkomst en wederzijdse dwaling: het belang van aandacht voor pensioen bij beëindigen arbeidsovereenkomst

Een vaststellingsovereenkomst (VSO) is een juridisch instrument waarmee werkgevers en werknemers hun arbeidsovereenkomst in onderling overleg kunnen...

PensioenPost #12 – De ergernis over rechtszaken rondom verplicht pensioen: reactie Schouten op Kamervragen

In de media is aandacht gevraagd voor diverse rechtszaken die ondernemers moeten voeren vanwege verplichtgestelde pensioenen. Dit probleem speelt al jaren en...

PensioenPost #11 – Indexatietoezeggingen waar je op kunt bouwen?

In het verleden waren verschillende bouwbedrijven vrijgesteld van verplichte deelname aan het bedrijfstakpensioenfonds Bouw (BpfBouw).
No posts found