In dit achtste (en tevens laatste) artikel gaan wij in op de pilot essentieel personeel voor een start-up.
Vanaf 1 juni 2021 is er een pilot gestart voor het aannemen van essentieel personeel uit het buitenland. Deze pilot is bedoeld om de Nederlandse kenniseconomie een 'boost' te geven en startende ondernemers de mogelijkheid te bieden om experts aan te trekken en te behouden zodat de start-up optimaal functioneert en rendeert. De pilot duurt tot 1 juni 2025, met een jaar uitlooptijd voor de verblijfsregeling. De volgende voorwaarden gelden voor de verkrijging van de vergunning:
De innovativiteit is gegeven indien:
Schaalbare activiteiten houden daarnaast in dat de start-up kan meegroeien met de geldende vraag naar het product of de dienst.
Er mogen maximaal vijftien werknemers bij de start-up in dienst zijn
Er mogen maximaal vijf werknemers uit het buitenland afkomstig zijn. Oftewel: maximaal vijf werknemers mogen deze verblijfsvergunning toegekend hebben gekregen. Wil de start-up een zesde werknemer uit het buitenland aannemen dan zal deze aanvraag steeds worden afgewezen.
De buitenlandse werknemer dient expert te zijn op het gebied dat de start-up nodig heeft in de startende fase.
De buitenlandse werknemer moet in dienst zijn op grond van een arbeidsovereenkomst.
De buitenlandse werknemer dient minimaal €2.497,- bruto per maand (zonder vakantiegeld) te verdienen bij de start-up.
De buitenlandse werknemer moet een aandeel van minimaal 1% toegewezen krijgen (medewerkersparticipatie) en dit binnen drie jaar na indiensttreding ontvangen zonder dat hier bepaalde voorwaarden aan verbonden worden. Het aandeel mag in de volgende drie vormen worden gegoten:
De verblijfsvergunning moet worden aangevraagd bij de IND. De IND heeft drie maanden de tijd om te beslissen op de aanvraag en vraagt voor de beoordeling van voorwaarden 1, 4 en 7 om advies bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De RVO maakt voor haar advies gebruik van een vast toetsingskader. De IND brengt voor de aanvraag van de verblijfsvergunning € 320 in rekening. De geldigheidsduur van de verblijfsvergunning is gelijk aan de duur van de arbeidsovereenkomst of aanstelling, met een maximum van één jaar. Mogelijkheden om de verblijfsvergunning te verlengen zijn aanwezig, wederom met een maximum van één jaar. Het advies van de RVO is ten aanzien van voorwaarde 1 voor drie jaar geldig.