In dit artikel bespreken de auteurs hoe bij het bepalen van de schadeloosstelling voor onteigening moet worden omgegaan met bijzondere (on)geschiktheid. Zij spitsen zich daarbij toe op de verhouding tussen
bijzondere geschiktheid en art. 40c (het eliminatiebeginsel) en 40d onteigeningswet (het egalisatiebeginsel). Als vertrekpunt voor hun bespreking langs de verschillende leerstukken die bij bijzondere geschiktheid van belang zijn nemen de auteurs het recente HR-arrest Groten/Staat.
De bodem van bijzondere (on)geschiktheid bij onteigening: de combinatie van eigenschap en voordeel
Leestijd
Verschenen in: O&A 2016/54
Auteur publicatie
Joske Hagelaars
Gepubliceerd
01 november 2016
Laatst gewijzigd
26 februari 2018