Bescherming van de handelsnaam door het handelsnaamrecht
Het handelsnaamrecht beschermt de handelsnaam van een onderneming, waaraan deze handelsnaam verbonden is. Iedere handelsnaam geniet bescherming, onder voorwaarden.
Het handelsnaamrecht beschermt de handelsnaam van een onderneming, waaraan deze handelsnaam verbonden is. Iedere handelsnaam geniet bescherming, onder voorwaarden.
Op 3 juni 2021 heeft het Hof van Justitie opnieuw geoordeeld over een specialistische zoekmachine in relatie tot het databankenrecht. Eerder was in de kwestie "Gaspedaal" al geoordeeld dat een zoekmachine die een andere website live doorzoekt het databankenrecht schendt. Nu wordt in deze kwestie "CV Online" bevestigd dat de specialistische zoekmachine die de andere site niet-live doorzoekt (maar een lokale kopie), evengoed het databankenrecht schendt. Dit uiteraard, in beide gevallen, wel alleen indien de doorzochte gegevens kwalificeren als beschermde databank. Op het slot zit echter een opvallend venijn in de staart met veel nadruk op de ruimte voor aanbieders van innovatieve producten.
Het hof Amsterdam heeft in zijn arrest van 14 september 2021 bevestigd dat de berekening die door de rechtbank Amsterdam (en andere rechtbanken) is gehanteerd voor de vaststelling van huurkorting als gevolg van corona onjuist is.
In dit artikel wil ik nader ingaan op de wijze waarop rechtbanken omgaan met de berekening van de huurprijsvermindering en de rol die tegemoetkomingen vanuit de overheid (met name TVL) daarbij spelen.
Hoe moet er vanuit concernverband gekeken worden naar een verplichte deelname in een bedrijfstakpensioenfonds?
De Rechtbank Amsterdam heeft vandaag (13 september 2021) geoordeeld dat een Uber-chauffeur op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is. Daarnaast is de algemeen verbindend verklaarde cao Taxivervoer van toepassing verklaard op de arbeidsverhouding. Een dergelijk oordeel is niet nieuw: ook Deliveroo trok inmiddels al in twee (!) instanties aan het kortste eind. De uitspraak zal dan ook een doorn in het oog zijn voor verschillende platformwerkgevers.
In een arrest van 7 september 2021 heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad betreffende de verhuiskostenvergoeding bij volledig ingerichte en gestoffeerde wisselwoningen.
Iedere werkgever heeft er belang bij te beschikken over goed betrouwbaar personeel. Dit begint al bij werving & selectie, waar een eerste boordeling van de betrouwbaarheid kan plaatsvinden. Een veelgebruikt middel bij het screenen van personeel is de Verklaring Omtrent Gedrag (“VOG”). In bepaalde gevallen is een VOG zelfs wettelijk verplicht. Deze blog biedt werkgevers praktische handvatten voor het gebruik van een VOG.
In een eerdere blog heb ik een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant behandeld waarin een werknemer claimde te weinig vakantieloon te hebben ontvangen, aangezien er geen vergoeding voor gemaakte overuren in was verdisconteerd. De werknemer deed daarbij een beroep op een arrest van het HvJ EU, genaamd Hein/Holzkamm. De rechter oordeelde dat de werknemer geen recht had op een hoger vakantieloon en haalde daarbij overigens aan dat een van de voorwaarden uit Hein/Holzkamm verkeerd was vertaald. Een werknemer moest niet ‘op regelmatige basis’ overwerk hebben verricht, maar dit overwerk moest ‘voorzienbaar en gebruikelijk’ zijn. Niet lang na de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant wees dezelfde rechtbank een soortgelijk vonnis. Deze keer is het de beurt aan de Rechtbank Rotterdam, komt zij tot een ander oordeel?
Het gebruik van merken ook in domeinnamen is in beginsel voorbehouden aan de merkhouder, zeker indien het merk wordt gebruikt door de domeinnaamhouder om zich als zodanig voor te doen
Het mededingingsrecht wordt regelmatig gebruikt als breekijzer om geschillen te beslechten. Zo ook in twee recente uitspraken van rechters in Nederland en Curaçao. De uitspraken illustreren dat het van belang is om een verweer tegen een creatief beroep op de mededingingsregels zorgvuldig te onderbouwen en stellingen van de wederpartij te betwisten.
Inmiddels zijn er al veel uitspraken gewezen in het kader van coronagerelateerde ontslagen. De Rechtbank Rotterdam heeft recent geoordeeld dat de werknemer een verstoorde arbeidsverhouding in het leven had geroepen door met verkoudheidsklachten tóch te gaan werken en na herhaaldelijk advies van collega’s om naar huis te gaan, dit niet te doen. Waarom werd er dan geen verwijtbaar handelen of nalaten aangenomen?