Events Intellectuele Eigendom, IT- en Privacyrecht, 2e helft 2022
De sectie Intellectuele Eigendom, IT- en Privacyrecht van Dirkzwager heeft voor de tweede helft van 2022 het volgende programma met events voor u samengesteld
De sectie Intellectuele Eigendom, IT- en Privacyrecht van Dirkzwager heeft voor de tweede helft van 2022 het volgende programma met events voor u samengesteld
De vertrouwelijkheid van mediation (de geheimhouding) waarborgt dat de deelnemende partijen al wat daartoe nodig is aan de orde kunnen stellen. Zonder dat hierop buiten de mediation (ook niet bij de rechter) een beroep kan worden gedaan. Geen van de partijen kan worden geconfronteerd met informatie die verkregen is in het kader van de mediation gesprekken. Vaak wordt voor mediation gekozen om te de-escaleren in een open gesprek aan de hand van behoeften, zorgen en wensen in plaats van (juridische) argumenten. Het komt ook voor dat de arbeidsrelatie tijdens de mediation juist verder escaleert en zelfs onherstelbaar onder druk komt te staan. Is het dan mogelijk dat de werkgever of werknemer zich beroept op wat tijdens de mediation is gezegd of voorgevallen? De kantonrechter in Gouda beantwoordde deze vraag recent afwijzend.
In de vorige blogs uit deze reeks ‘integriteit op de werkvloer’ is uitgebreid stilgestaan bij het belang van preventief integriteitsbeleid en wat werkgevers zoal kunnen doen ter voorkoming van ongewenst gedrag. Althans, zo veel mogelijk. Want vroeg of laat zal vrijwel iedere werkgever er mee te maken krijgen. Situaties waarin een werknemer het minder nauw neemt met de gedragsregels. Wat nu wanneer collega’s of anderen hiervan het slachtoffer worden? En wellicht nog belangrijker: hoe zorg je ervoor dat zij zich durven uit te spreken en weten waar zij met hun verhaal terecht kunnen?
Een bedrijfscultuur die niet in lijn is met de binnen de organisatie geldende gedragsregels, staat gegarandeerd in de weg aan effectief en preventief integriteitsbeleid. Maar waarom is de bedrijfscultuur nog relevant wanneer er duidelijke regels zijn gesteld aan het personeel? En waarom is arbeidsrechtelijk gezien consequent handhaven in lijn met het beleid en de gedragsregels zo belangrijk?
In de voorgaande blogs is vanuit verschillende (arbeidsrechtelijke) invalshoeken stilgestaan bij het belang van een geïntegreerd integriteitsbeleid en de gedragscode als onmisbaar onderdeel daarvan. Werkgevers die beschikken over kenbare en op schrift gestelde gedragsregels hebben een betere uitgangspositie bij het omgaan met risico’s rond niet-integer handelen van personeel. Dit roept de vraag op hoe werkgevers kunnen zorgen voor een succesvolle implementatie van de gedragscode binnen de organisatie. En minstens even belangrijk: hoe houd je de inhoud van de gedragscode “levend”?
De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) en de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) zijn voornemens de Beleidsregel geschiktheid 2012 (de Beleidsregel) te wijzigen. Hiertoe is een consultatie van de Beleidsregel gestart. Marktpartijen kunnen tot en met 15 september 2022 reageren op de beoogde wijzigingen.
Het Wetsvoorstel nadere beloningsmaatregelen financiële ondernemingen (Wnbfo) doet per 1 januari 2023 zijn intrede. Hiermee komt er een aanscherping in de beloningsregels van financiële ondernemingen, welke zijn vastgelegd in de Wet op het financieel toezicht (Wft). Waar de regulering nu primair ziet op de variabele beloningen, komt met de aangescherpte regels meer aandacht voor de vaste beloningen.
Op 15 juni 2022 heeft het Gerecht van de EU het boetebesluit van de Commissie tegen Qualcomm in zijn geheel vernietigd. Volgens het Gerecht heeft de Commissie een aantal procedurele fouten gemaakt en bovendien onterecht geconcludeerd dat Qualcomm misbruik zou hebben gemaakt van zijn economische machtspositie.
Dat organisaties er goed aan doen voldoende aandacht te besteden aan integriteit op de werkvloer is helder, zoals ook besproken in de eerste blog van deze reeks ('het belang van integriteitsbeleid'). Het klinkt natuurlijk mooi, ‘het verinnerlijken van integer gedrag in de bedrijfscultuur’, maar hoe wordt dat bereikt? Een belangrijke eerste stap is te zorgen voor heldere kaders. Hoe verwacht ik als werkgever dat mijn personeel zich gedraagt? Zowel intern ten opzichte van elkaar, alsook extern in verhouding tot bijvoorbeeld klanten, cliënten, leveranciers, andere derden en sociale media.
De afgelopen maanden een veelgehoord advies: ‘werkgevers doen er verstandig aan alert te zijn op signalen van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag binnen de eigen organisatie’. Absoluut. De #metoo is met recht weer actueel, waarbij je de vraag kunt stellen of dit thema geen permanente plaats moeten krijgen op de HR-agenda van iedere organisatie. De vraag stellen, is hem beantwoorden: zonder twijfel moeten werkgevers met regelmaat voldoende aandacht besteden aan het voorkomen van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag onder werknemers. Niet pas zodra zich een incident voordoet, maar aan de voorkant, beleidsmatig, transparant en binnen alle lagen van de organisatie. Daarmee is ongewenst gedrag van werknemers niet volledig te voorkomen, maar met de juiste tools en procedures wel te reduceren en beheersbaar te houden.
Op 10 november 2021 heeft het Gerecht van de Europese Unie (‘Gerecht’) uitspraak gedaan in de zaak Google Shopping. Kern van het geschil was de vraag of de Europese Commissie in 2017 terecht een boete van EUR 2.42 miljard aan Google en moederbedrijf Alphabet heeft opgelegd.
De Autoriteit Consument en Markt (‘ACM’) heeft op haar website aandacht gevraagd voor verboden private elektriciteits- of gasnetten. In het bericht waarschuwt de ACM eigenaren van deze private netten voor handhaving van wetsovertredingen en langlopende herstelprocedures. Het beheer van een gas- of elektriciteitsnet is in beginsel voorbehouden aan netbeheerders. Enkel partijen met een ontheffing van de ACM mogen zelf het beheer van hun private elektriciteits- of gasnet uitvoeren.