Bouwvrijstelling gesneuveld
De Afdeling heeft op 2 november 2022 uitspraak gedaan in het zogenaamde Porthos-project en geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn.
De Afdeling heeft op 2 november 2022 uitspraak gedaan in het zogenaamde Porthos-project en geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn.
Rechtspraak waar de praktijk reikhalzend naar uitgekeken heeft: in een recent vonnis in kort geding overweegt de rechtbank Noord-Holland dat een koopovereenkomst voor gemeentelijke gronduitgifte geldig is, ook al is die een-op-een gesloten, in strijd met het Didam-arrest.
Voor een zorgvuldige invoering van de Omgevingswet zou meer tijd nodig zijn om te oefenen, te testen en te zorgen voor extra ondersteuning bij bevoegde gezagen. Daarom kiest minister De Jonge voor een beperkt uitstel van de ingangsdatum. Dat wordt 1 juli 2023 in plaats van 1 januari 2023.
Casus: Een opdrachtgever sluit met een aannemer een overeenkomst voor de aankoop van een nog te bouwen woning. Er was afgesproken dat de woning in juni 2018 voor bewoning gereed moest zijn, hetgeen pas in juli 2020, dus meer dan twee jaar later, werd gerealiseerd.
Op 1 januari 2022 is de Wet opkoopbescherming in werking getreden. Deze wet geeft gemeenten (tijdelijk) de bevoegdheid om in hun huisvestingsverordening gebieden aan te wijzen waarin het verhuren van goedkope en middeldure koopwoningen. Doel is om koopstarters en de middeninkomens meer kans te geven op een betaalbare koopwoning of om extra druk op de leefbaarheid als gevolg van de opkoop van woningen voor verhuur te beperken (buy-to-let). Gemeenten mogen deze bevoegdheid dan ook alleen aanwenden indien zij dat noodzakelijk en geschikt achten voor het bestrijden van schaarste aan goedkope en middeldure koopwoningen of voor het behoud van de leefbaarheid van de woonomgeving. In dit artikel staan we stil bij de gevolgen van deze nieuwe wet voor verhuurders.
In een op 22 augustus 2022 gewezen kortgedingvonnis bevestigt de rechtbank Midden-Nederland dat gemeenten onder omstandigheden nog steeds een-op-een grond mogen uitgeven aan woningcorporaties.
Onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bestaat de mogelijkheid om een omgevingsvergunning te verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan voor de lijst van gevallen zoals aangewezen in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Onderdeel 9, artikel 4, van bijlage II van het Bor maakt het mogelijk om strijdig gebruik te vergunnen. Dit is een relatief makkelijke en snelle manier om in afwijking van het bestemmingsplan een bepaald gebruik toe te staan.
Overeenkomstig artikel 15 AGV heeft een werknemer het recht op informatie van zijn werkgever over de gegevens die over hem zijn opgeslagen.
Dat hangt vooralsnog af van het net… Recent heeft de rechtbank Rotterdam het oordeel van de Autoriteit Consument & Markt (‘ACM’) bevestigd dat drinkwaterbedrijven geen ondernemingen zijn de zin van de Mededingingswet (‘Mw’). Het misbruikverbod (artikel 24 Mw) en het kartelverbod (artikel 6 Mw) zijn niet op hen van toepassing. De ACM beschouwt beheerders van regionale elektriciteitsnetten (in zeer voorzichtig geformuleerde bewoordingen) momenteel mogelijk als ondernemingen waarop deze verboden van toepassing zijn.
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland heeft op 4 augustus 2022 een uitspraak gedaan waarin de vraag centraal staat of een gemeente onrechtmatig handelt door zonder openbare selectieprocedure de huurovereenkomsten te verlengen. Op basis van het Didam-arrest is een openbare selectieprocedure immers het uitgangspunt. De voorzieningenrechter oordeelt dat de gemeente de zittende huurders als de enige serieuze gegadigden mocht beschouwen en daarom van dat uitgangspunt mocht afwijken. Helaas laat de voorzieningenrechter de kans liggen om toe te lichten of het Didam-arrest op huurovereenkomsten van toepassing is.
Het Bundesministerium für Wirtschaft und Klimaschutz heeft het alarmniveau van het gasnoodplan al in juni 2022 afgekondigd.
Veel gemeenten hebben in hun beleid de uitgangspunten en criteria beschreven die zij hanteren voor de locatiekeuze voor grondgebonden zonneparken. Aan de hand daarvan kan beoordeeld worden of een zonnepark op die locatie ruimtelijk aanvaardbaar is. Een variant daarop is dat zonneparken in het gemeentelijk beleid uitdrukkelijk worden toegestaan of juist worden uitgesloten op bepaalde locaties. Zo ook in de gemeente Schagen.