Greenwashing: wat is het en hoe te voorkomen?
In de tijd waar duurzaamheid het aan populariteit wint, wordt ook het greenwashen een groter probleem.
In de tijd waar duurzaamheid het aan populariteit wint, wordt ook het greenwashen een groter probleem.
In het zakelijk verkeer wordt vaak gebruik gemaakt van algemene voorwaarden. Ze zijn er in vele soorten en maten en worden aangeduid met verschillende benamingen: standaardvoorwaarden, inkoopvoorwaarden, leveringsvoorwaarden, branchevoorwaarden, servicevoorwaarden. De “kleine lettertjes” kunnen van grote waarde zijn voor uw onderneming, óf juist een groot risico vormen.
Voor zorginstellingen en woningcorporaties is een gemengde huur- en zorgovereenkomst van essentieel belang om zekerheid te creëren dat hun zorgvastgoed wordt bewoond door cliënten die tevens zorg afnemen. In geval van een overheersend zorgelement betekent rechtsgeldige beëindiging van de zorgovereenkomst namelijk beëindiging van de huurovereenkomst – zonder dat de huurder recht heeft op huurbescherming. Een recente uitspraak van de rechtbank Overijssel benadrukt het belang dat deze gemengde overeenkomst zorgvuldig wordt opgesteld teneinde dit gewenste resultaat te bereiken. In deze zaak gaat het fout en kan de huurder – ondanks het eindigen van de zorgovereenkomst – in de woning blijven wonen.
Hoofstuk 5 Algemene Verordening Gegevensbescherming (“AVG”) heeft betrekking op de doorgifte van persoonsgegevens naar derde landen. Volgens dit hoofdstuk mogen persoonsgegevens niet “zomaar” worden doorgegeven. In de praktijk is niet altijd duidelijk of er sprake is van doorgifte.
Voor veel bedrijven zijn niet de tastbare goederen, maar juist de vorderingen op handelsrelaties een belangrijk vermogensbestanddeel. Voor schuldeisers is het daarom interessant om beslag te leggen op vorderingen die een schuldenaar op zijn beurt heeft op zijn debiteuren of op de bank. Omdat het gaat om een lucratieve verhaalsmogelijkheid worden regelmatig de grenzen opgezocht. Zo heeft de Hoge Raad zich moeten buigen over de vraag of beslag kan worden gelegd op negatieve kredietruimte (roodstand) bij de bank of op de mogelijkheid van een vennoot om privé-opnames te doen bij zijn VOF.
In Nederland wordt door de rechter relatief eenvoudig verlof verleend aan een schuldeiser voor het leggen van conservatoir beslag onder zijn schuldenaar. Dat heeft er mee te maken dat de rechter op basis van het verzoek slechts ‘summier’ onderzoek doet of de vordering van de schuldeiser hout snijdt. Dit houdt in dat de rechter geen uitgebreid onderzoek instelt naar de vraag of de schuldeiser of de schuldenaar het gelijk aan zijn zijde heeft. Dat een vordering betwist wordt door de schuldenaar is dus geen reden om het verzoek van de schuldeiser om beslag te mogen leggen af te wijzen. Deze vraag dient te worden beantwoord in een aparte hoofdzaak. In een procedure bij het Gerechtshof Amsterdam van 13 april 2021 oordeelde het Hof dat de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam de verkeerde maatstaf had toegepast bij het beslissen omtrent de verlening van verlof tot het leggen van beslag.
Zoals in deze reeks over conservatoir beslag al eerder aan bod is gekomen, kan bij een bank conservatoir derdenbeslag worden gelegd op de rekening van een schuldenaar. Op die manier kan het geld op de rekening worden “bevroren”, waardoor het geld beschikbaar blijft voor een schuldeiser om zich erop te verhalen indien hij een veroordelend vonnis verkrijgt. Wanneer partijen zich beiden in Nederland bevinden en het gaat om een Nederlandse bankrekening wordt een conservatoir derdenbeslag verzocht bij de Nederlandse rechter. De situatie wordt complexer wanneer de schuldenaar een of meerdere buitenlandse bankrekeningen heeft. In dat geval kan gebruik worden gemaakt van de “European Account Preservation Order” (EAPO), beter bekend als het Europees conservatoir beslag of het internationaal bankbeslag.
In dit blog wordt antwoord gegeven op de vraag of de elektronische levering van software gezien kan worden als de verkoop van goederen.
Op 26 november 2021 is het Besluit tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 gepubliceerd in de Staatscourant. Dit besluit moet een einde maken aan de complexe, starre en niet altijd logische verkoopregels voor woningcorporaties. In deze serie worden de belangrijkste wijzigingen in de verkoopregels voor woningcorporaties per categorie vastgoed besproken. In dit zesde en laatste deel worden de verkoopregels van de zogenoemde restcategorie besproken en wordt afgesloten met een conclusie van deze serie.
Op 26 november 2021 is het Besluit tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 gepubliceerd in de Staatscourant. Dit besluit moet een einde maken aan de complexe, starre en niet altijd logische verkoopregels voor woningcorporaties. In deze serie worden de belangrijkste wijzigingen in de verkoopregels voor woningcorporaties per categorie vastgoed besproken. In dit vijfde deel worden de nieuwe verkoopregels voor maatschappelijk onroerend goed (MOG) besproken.
Het mededingingsrecht wordt regelmatig gebruikt als breekijzer om geschillen te beslechten. Zo ook in twee recente uitspraken van rechters in Nederland en Curaçao. De uitspraken illustreren dat het van belang is om een verweer tegen een creatief beroep op de mededingingsregels zorgvuldig te onderbouwen en stellingen van de wederpartij te betwisten.
Op 26 november 2021 is het Besluit tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 in gepubliceerd in de Staatscourant. Dit besluit moet een einde maken aan de complexe, starre en niet altijd logische verkoopregels voor woningcorporaties. In deze serie worden de belangrijkste wijzigingen in de verkoopregels voor woningcorporaties per categorie vastgoed besproken. In dit vierde deel worden de nieuwe verkoopregels voor niet-DAEB-woongelegenheden en -complexen besproken.