1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
3 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 63

Herinvesteringsreserve: voornemen tot herinvestering ondanks latere afsplitsing en verkoop aandelen binnen concern

Belanghebbende is een onroerend zaak vennootschap en heeft een herinvesteringsreserve (hierna: HIR) gevormd. Rechtbank Gelderland oordeelt dat belanghebbende aannemelijk maakt dat zij een herinvesteringsvoornemen heeft. Het voornemen is namelijk in 2007 door belanghebbende kenbaar gemaakt. Verder heeft belanghebbende in haar aangiften vennootschapsbelasting voor de jaren 2007 tot en met 2009 een HIR gevormd. In 2010 heeft belanghebbende een vervangende investering gedaan.

Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet toegestaan!

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag bepaald dat het PAS niet als basis mag worden gebruikt voor toestemming voor activiteiten. Op basis van het PAS wordt vooruitlopend op toekomstige positieve gevolgen van maatregelen voor beschermde natuurgebieden, alvast toestemming gegeven voor activiteiten die mogelijk schadelijk zijn voor die gebieden. Een dergelijke toestemming op voorhand is niet (meer) toegestaan zo blijkt uit twee uitspraken van de Afdeling van 29 mei 2019.

De gevolgen en complicaties bij een termijnoverschrijding van de bestemmingsplanprocedure

Bestemmingsplanprocedures duren in de praktijk vaak langer dan wettelijk is toegestaan. Dat heeft grote gevolgen voor een initiatiefnemer. De beoogde ontwikkeling is planologisch nog niet mogelijk en er kunnen nog geen omgevingsvergunningen worden verleend voor het gewenste initiatief. Voor sommige projecten, bijvoorbeeld de realisatie van zonneparken, kan vertraging in de ruimtelijke spoor ook grote gevolgen hebben voor het kunnen verkrijgen van een subsidie voor Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE). In het verlengde hiervan rijst de vraag wat er juridisch kan worden ondernomen als een wettelijke beslistermijn wordt overschreden? Een uitspraak van 6 februari 2019 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geeft hiervan een goede illustratie.

Consultatiefase Omgevingsregeling is ingegaan

De Omgevingswet en onderliggende AMvB’s staan al een tijd in de steigers. Nu is ook de onder de AMvB’s liggend ontwerp-Omgevingsregeling gereed. Deze is tot en met 8 maart 2019 in consultatie. Iedereen die dat wil kan in deze periode reageren op het ontwerp van de regeling. De regeling is bedoeld voor alle partijen die actief zijn in de fysieke leefomgeving: burgers, bedrijven en overheden.

Beslissing omtrent gedogen is volgens Widdershoven géén besluit

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in een handhavingszaak een conclusie gevraagd aan Advocaat-Generaal Widdershoven over de vraag of een beslissing om wel of niet te gedogen een besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Op 16 januari 2019 concludeert Widdershoven kort gezegd dat een beslissing om wel of niet te gedogen niet als een besluit kan worden gekwalificeerd, maar dat dit onder omstandigheden wél bij de bestuursrechter kan worden aangevochten. Dit is in elk geval zo als een verklaring om wel te gedogen is afgegeven naar aanleiding van een handhandhavingsverzoek. In dat geval kan de derde die het handhavingsverzoek heeft gedaan, beroep tegen de gedoogverklaring instellen.

Géén SDE-subsidie voor kruimelgevallenvergunningen

Een zonnepark kan vergund worden op basis van artikel 4, onderdeel 11, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor). In dat geval wordt een vergunning verleend voor een tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan voor een periode van 10 jaar. In een uitspraak van 4 april 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) dit goed gekeurd. Op 19 september 2018 zijn de spelregels voor het verkrijgen van een Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE) aangepast, waardoor een zonnepark dat gerealiseerd wordt met een kruimelvergunning niet (langer) subsidiabel is.

Gegevens Belastingdienst geen dragend bewijs voor overtreding Europcar

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) kent geen (dwingend) wettelijk kader met betrekking tot de bewijsmiddelen en de bewijslastverdeling. Wel zijn hieruit een aantal regels van het bewijsrecht af te leiden. De onderzoeksplicht rust op het bestuursorgaan ( artikel 3:2 Awb en 7:11 Awb) en op de burger rust een informatieplicht (artikel 4:2 en 6:5 Awb). Vanuit het bewijsrecht bezien hoeft het bevoegde gezag een overtreding slechts aannemelijk te maken. In geval van bestraffende sancties wordt aan het bewijs van een overtreding strenge eisen gesteld. In een uitspraak van 1 augustus 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2561) is de vraag aan de orde of gegevens van de Belastingdienst door de RDW mogen worden gebruikt om een aan Europcar toegekende erkenning in te trekken.

Handhaving onevenredig ondanks grootschalig illegaal gebruik!

De Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State past over het algemeen een strakke lijn toe als het gaat om de beginselplicht tot handhaving. Een uitzondering hierop, omdat dit onevenredig zou zijn, komt in de praktijk niet vaak voor. Daarom is het zeer de moeite waard om stil te staan bij een uitspraak van de Afdeling van 25 juli 2018 (ECLI:LNL:RVS:2018:2525) waarin die evenredigheid wél wordt aangenomen op basis van specifieke omstandigheden met betrekking tot onder andere de ontruimingstitel, de ingrijpendheid van het besluit, de mate van concreetheid van de plannen en het belang van eenduidig beleid. De uitspraak bevat voor de handhavingspraktijk nog een andere belangrijke les. Onder omstandigheden kan een gemeente namelijk verplicht zijn om in het weigeringsbesluit kenbaar te maken wanneer wél tot handhaving zal worden overgegaan.

Inherente parkeervoorzieningen

Het komt in de praktijk vaak voor dat de planwetgever er voor kiest om in de gebruiksregels van een bepaalde bestemming expliciet te bepalen dat de betreffende gronden ook zijn bestemd voor “parkeren”. In de rechtspraak komt met enige regelmaat de vraag op of parkeren binnen bijvoorbeeld een bestemming “Wonen” is toegestaan als in de gebruiksregels niet is opgenomen dat de gronden tevens mogen worden gebruikt voor “parkeren”. Over deze vraag werd onlangs bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gediscussieerd tussen het college van b&w van de gemeente Sittard Geleen en een omwonende die opkomt tegen een verleende omgevingsvergunning voor de realisatie van een studentenwoning.

Vragen naar het beste product mag niet

De rechtbank heeft onlangs de gestelde eisen en wensen bij een Europese aanbesteding van pacemakers en ICD’s onder de loep genomen.

Een Decathlon met een kruimelvergunning; géén stedelijk ontwikkelingsproject

Sinds 9 september 2015 is met de inwerkingtreding van het Besluit tot aanvulling van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet en van de bijlagen I en II bij de Crisis- en herstelwet (tiende tranche) en tot wijziging (zie Stb. 2015, 323) van het Besluit omgevingsrecht (Bor) de reikwijdte van de kruimelgevallenregeling van artikel 4 onderdeel 9 Bijlage II Bor aanzienlijk verruimd. Het college van burgemeester en wethouders van Roermond heeft handig gebruikt gemaakt van die regeling om een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en gebruiken van een gebouw ten behoeve van het oprichten van een Decathlon. De vergunning voorziet ten behoeve van de verkoop van sportartikelen in de vestiging van de Decathlon winkel in een deel van een bestaand gebouw in het Outdoor Center te Roermond en op de verbouwing van een gedeelte van het gebouw.

1 2 3 4 5 6