Niet-geluidgevoelige objecten beschermd tegen geluidhinder door eis van “goede ruimtelijke ordening”
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft zich op 7 juli jl. wederom uitgesproken omtrent de wenselijkheid van een toets aan de goede ruimtelijke ordening naast de akoestische toets die geboden is op grond van de Wet geluidhinder. Gebouwen die in de Wet geluidhinder zijn aangemerkt als geluidgevoelige objecten en derhalve niet krachtens deze wet worden beschermd, worden desondanks – zij het in mindere mate – beschermd tegen geluidhinder op grond van de Wet ruimtelijke ordeni...