De pensioenplicht binnen concernverband: to whom it may concern?
Hoe moet er vanuit concernverband gekeken worden naar een verplichte deelname in een bedrijfstakpensioenfonds?
Hoe moet er vanuit concernverband gekeken worden naar een verplichte deelname in een bedrijfstakpensioenfonds?
De Rechtbank Amsterdam heeft vandaag (13 september 2021) geoordeeld dat een Uber-chauffeur op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is. Daarnaast is de algemeen verbindend verklaarde cao Taxivervoer van toepassing verklaard op de arbeidsverhouding. Een dergelijk oordeel is niet nieuw: ook Deliveroo trok inmiddels al in twee (!) instanties aan het kortste eind. De uitspraak zal dan ook een doorn in het oog zijn voor verschillende platformwerkgevers.
Nederland telde in 2020 1,1 miljoen zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). Dit aantal is de afgelopen jaren voortdurend gestegen. Een belangrijke oorzaak hiervan is dat het werken als zelfstandige financieel aantrekkelijk is voor zowel de zzp’er als de opdrachtgever. Door de snelle opkomst van platformarbeid (zoals bijvoorbeeld Deliveroo en Uber) is de kwalificatievraag de laatste jaren een hot topic in het arbeidsrecht. Een gevolg hiervan is onder meer dat de problematiek rondom (schijn)zelfstandigheid steeds groter wordt.
Op 16 februari jl. heeft het hof Amsterdam bekrachtigd dat de bezorgers van Deliveroo geen zzp'er(s) zijn, maar dat zij werken op basis van een arbeidsovereenkomst. Bezorgers kunnen daarom (nog steeds) terugvallen op de geldende wet- en regelgeving binnen het arbeidsrecht.
Een senior-advocaat neemt een junior-advocaat voor drie jaar onder zijn hoede. Deze jonge mensen vormen de nieuwe generatie Dirkzwagerjuristen. Hoe kijkt de junior naar de senior en andersom?
Op 3 september jl. is het Wetsvoorstel bedrag ineens, RVU en verlofsparen gepubliceerd.
Per 1 januari 2021 wordt menig werkgever geconfronteerd met gewijzigde pensioenregels als gevolg van het nieuwe payrollregime. Inmiddels komt de datum van 1 januari 2021 steeds dichterbij en nemen de vragen over de gewijzigde pensioenregels van het nieuwe payrollregime toe. Zowel vanuit werkgevers- als werknemerszijde, maar ook vanuit de zijde van de pensioenuitvoerder. Reden voor mij om een aantal nieuwe en praktische invalshoeken in deze bijdrage met u te delen.
Met ingang van 1 juni 2020 heeft KLM haar vrijwillige vertrekregeling 2020 (vvr) opengesteld voor al haar werknemers, als onderdeel van een herstelplan om het bedrijf door de coronacrisis te loodsen. Uit diverse berichtgeving blijkt dat er vooralsnog weinig animo voor de regeling bestaat.
In het tijdschrift HR Rendement is onlangs een artikel verschenen van Jaleesa van den Hof, waarin zij uitvoerig ingaat op het nabestaandenpensioen.
Het nieuwe payrollregime heeft forse impact op de pensioenpraktijk voor menig werkgever, werknemer en pensioenuitvoerder.
Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen (CAP) heeft gisteren (16 maart 2020) een Vraag & Antwoord (V&A 20-004) gepubliceerd waarin wordt ingegaan op de vraag of de pensioenopbouw kan worden gecontinueerd gedurende de periode van de werktijdverkorting.
Zowel werkgevers die wel eens arbeidskrachten ter beschikking stellen (uitlenen) als werkgevers die wel eens een opdracht geven tot ter beschikking stelling (inlenen) moeten bedacht zijn op het nieuwe payrollregime uit de Waadi. Dat regime komt namelijk veel eerder in beeld dan regelmatig gedacht en kent bovendien behoorlijk verstrekkende consequenties.