Vragen naar het beste product mag niet
De rechtbank heeft onlangs de gestelde eisen en wensen bij een Europese aanbesteding van pacemakers en ICD’s onder de loep genomen.
De rechtbank heeft onlangs de gestelde eisen en wensen bij een Europese aanbesteding van pacemakers en ICD’s onder de loep genomen.
Sinds 9 september 2015 is met de inwerkingtreding van het Besluit tot aanvulling van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet en van de bijlagen I en II bij de Crisis- en herstelwet (tiende tranche) en tot wijziging (zie Stb. 2015, 323) van het Besluit omgevingsrecht (Bor) de reikwijdte van de kruimelgevallenregeling van artikel 4 onderdeel 9 Bijlage II Bor aanzienlijk verruimd. Het college van burgemeester en wethouders van Roermond heeft handig gebruikt gemaakt van die regeling om een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en gebruiken van een gebouw ten behoeve van het oprichten van een Decathlon. De vergunning voorziet ten behoeve van de verkoop van sportartikelen in de vestiging van de Decathlon winkel in een deel van een bestaand gebouw in het Outdoor Center te Roermond en op de verbouwing van een gedeelte van het gebouw.
Het onderwerp “compensatie in natura” kan (in de rechtspraak) op de nodige aandacht rekenen. In mijn eerdere blog legde ik al uit wat er precies onder compensatie in natura dient te worden verstaan en wanneer de schade geldt als “voldoende anderszins verzekerd”. Ook in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 4 april jl. (ECLI:NL:RVS:2018:1135) staat het onderwerp “compensatie in natura” centraal. Meer specifiek gaat de deze uitspraak over (de formulering van) de planregels en de daarin geboden termijn voor het benutten van de onder het oude bestemmingsplan geldende bouw- en gebruiksmogelijkheden.
In een uitspraak van 21 maart 2018 zitten twee vermeldenswaardige weetjes op het gebied van bewijsrecht en vergunningvrij bouwen. In de postkamer van een gemeente moet een registratie plaatsvinden van de verzending van een besluit. Daarnaast oordeelt de Afdeling in deze uitspraak dat het vervangen van een houten vloer door een betonnen vloer geen aanpassing van de draagconstructie is, zodat hiervoor geen omgevingsvergunning is vereist.
Op 30 januari 2015 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen waarin gedeeltelijk wordt teruggekomen van het arrest Bos/Smeenk uit 2004.
Een vastgoedhandelaar koopt op een executieveiling een woning die wordt aangeboden als ‘afbouwwoning’. De eigenaren zouden ‘hamer en zaag hebben laten vallen en zijn vertrokken’. Achteraf blijkt deze kwalificatie niet juist. De verbouwingen zijn ondeugdelijk uitgevoerd en moeten ongedaan worden gemaakt. De kosten hiervan bedragen ruim € 100.000,--. De koper doet daarom een beroep op dwaling.
Bij anti-kraak komt het in de praktijk veelvuldig voor dat de leegstandbeheerder geen vergoeding ontvangt van de eigenaar van het pand. De leegstandbeheerder wordt dan betaald door de anti-kraakbewoners onder de noemer van servicekosten of bemiddelingskosten. Dergelijke constructies zijn niet zonder risico’s.
De Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft recentelijk geoordeeld dat er onder ‘oud BW-recht’ een recht van erfdienstbaarheid is ontstaan door verjaring. Het gebruik van het pad is niet zichtbaar en voortdurend, maar de garagedeuren die uitkomen op het dienende erf zijn dit wel.
Het Hof Arnhem heeft een nuancering aangebracht op een arrest van de Hoge Raad over het schriftelijkheidsvereiste bij een koopovereenkomst (artikel 7:2 van het Burgerlijk Wetboek).
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam heeft recentelijk geoordeeld dat een koper niet gehouden is een woning met praktijkruimte af te nemen van verkoper, omdat het gebruik als woning in strijd is met het bestemmingsplan.
Het Gerechtshof Arnhem heeft een aanslag gemeentelijke leges fors verminderd, omdat de gemeente onvoldoende bewijs kon leveren voor de heffingsgrondslag. De hoogte van de bouwleges wordt vastgesteld op basis van de niet op gewoononderhoud betrekking hebbende bouwkosten, terwijl de ambtenaar van de gemeente verdedigde dat de geraamde bouwkosten uitgangspunt moesten zijn.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft op 30 november 2012 de jaarlijkse individuele oordeelsbrieven toegestuurd aan de woningcorporaties. Voor het eerst heeft de minister zich hierin uitgelaten over de nakoming van de regels bij toewijzing van huurwoningen in het kader van staatssteun.