Voorwaarden herroeping van een besluit tot ontbinding van een BV
In dit artikel sta ik stil bij de mogelijkheden tot herroeping van een besluit tot ontbinding van een besloten vennootschap.
In dit artikel sta ik stil bij de mogelijkheden tot herroeping van een besluit tot ontbinding van een besloten vennootschap.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag oordeelt in een recent vonnis dat een aanbesteder die een aanbestedingsprocedure intrekt inhoudelijk moet motiveren waarom hij dat doet, maar dat die motiveringsplicht niet zo ver strekt dat ook al inhoudelijk op de (wijze van) heraanbesteding hoeft te worden ingegaan.
Een faillissement van een natuurlijk persoon of onderneming brengt voor verschillende betrokkenen onzekerheid met zich mee. Een onbetaald gelaten schuldeiser weet niet of zijn openstaande factuur zal worden voldaan, de gefailleerde verliest de beschikking en het beheer over zijn tot het faillissement behorend vermogen en een werknemer van een gefailleerde onderneming weet niet of hij zijn baan behoudt. In een reeks van artikelen bespreek ik hoe een faillissement kan worden aangevraagd, welke rechten en verplichtingen voor de betrokken partijen gelden en welke personen en instituten betrokken zijn bij een faillissement. In het vorige deel (1) stonden het faillissementsverzoek en de rechtsmiddelen tegen een faillietverklaring centraal. In twee artikelen ga ik in op de (belangrijkste) gevolgen van een faillissement voor de gefailleerde (en diens bestuurder).
De ACM heeft Liander in 2019 beboet wegens niet tijdig aansluiten van een snellaadstation van Fastned. Op 2 december 2021 heeft de ACM dit boetebesluit ingetrokken. Op basis van recente jurisprudentie van het Hof van Justitie concludeert de ACM nu dat de wetgever niet bevoegd was om een concrete aansluittermijn van 18 weken bij wet voor te schrijven. Volgens de ACM is de 18-wekentermijn uit de E-wet aldus onverbindend en kan het boetebesluit niet overeind blijven.
Op 10 november 2021 heeft het Gerecht van de Europese Unie (‘Gerecht’) uitspraak gedaan in de zaak Google Shopping. Kern van het geschil was de vraag of de Europese Commissie in 2017 terecht een boete van EUR 2.42 miljard aan Google en moederbedrijf Alphabet heeft opgelegd.
Uiterlijk 1 augustus 2022 moet de Europese Richtlijn betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in de Europese Unie in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd zijn. Deze richtlijn brengt ingrijpende gevolgen met zich mee. In dit artikel wordt stilgestaan bij de verplichtingen en gevolgen van de richtlijn met betrekking tot (verplichte) scholing.
Gasservice c.s. zijn van mening dat Eneco niet langer een openbaar nutsbedrijf is in de zin van de statuten van Gasservice en dat Eneco daarom een deel van haar certificaten moet prijsgeven. Het hof stelt echter vast dat destijds bij het verkrijgen van de certificaten door Eneco aan haar dispensatie is verleend.
Het hof overweegt dat artikel 1:88 lid 5 BW naar analogie toegepast kan worden op een coöperatie en komt tot de conclusie dat geen toestemming van de echtgenote vereist was ten tijde van het verlenen van de borgtocht.
Op 23 juli 2021 heeft de Europese Commissie een verruiming van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) gepubliceerd. Lidstaten zijn hierdoor niet langer verplicht staatssteun aan de Commissie te melden wanneer die steun valt onder het toepassingsgebied van Europese investeringsprogramma’s en/of bedoeld is voor verduurzaming en digitalisering.
Vrijdag 17 september heeft de Hoge Raad een tweetal arresten gewezen over het begrip ‘materiële onderneming’ bij de exploitatie van onroerende zaken door een Vastgoed-BV. In de arresten ging het om de zogenoemde toepassing van de geruisloze terugkeerfaciliteit en bedrijfsopvolgingsfaciliteit. De Hoge Raad oordeelde dat een Vastgoed-BV met een omvangrijke vastgoedportefeuille geen onderneming dreef. In deze blog gaan wij in op de arresten en de impact op de andere belastingheffingen, zoals bij de belastingheffing bij vastgoedexploitanten in privé ten aanzien van de kwalificatie box 1 (onderneming / werkzaamheid) en box 3 (belegging).
Beleggingsfondsen moeten beleggers informatie verschaffen over duurzaamheidsrisico's en -kenmerken. Dit moeten zij doen op grond van een Europese verordening: de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR). De AFM heeft verkennend onderzoek gedaan naar de toepassing van de SFDR. Maar over welke informatieverplichtingen hebben we het eigenlijk?
In een recent vonnis gaat de Utrechtse voorzieningenrechter in op de vraag wanneer een aanbesteder in afwijking van de hoofdregel mag gunnen op “laagste prijs”. Zoals in Utrecht al eens eerder was geoordeeld, kan dat ook bij complexere opdrachten zijn toegestaan. Verder gaat het vonnis in op de motivering die bij gunning op laagste prijs moet worden gegeven: bij afwijzing kan volgens de voorzieningenrechter niet kan worden volstaan met de kale mededeling dat een inschrijver niet de laagste prijs heeft aangeboden. De winnende prijs moet dan ook worden medegedeeld.