1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
6 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 96

Selectieve vernietiging van het medisch dossier?

Op grond van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst kan de patiënt aan de hulpverlener schriftelijk of elektronisch verzoeken om vernietiging van zijn medisch dossier (artikel 7:455 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek). De hulpverlener dient hier in principe gevolg aan te geven, tenzij een van de uitzonderingen van lid 2 van toepassing is. In een recente uitspraak heeft het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg geoordeeld dat de hulpverlener er óók toe is gehouden om aan een verzoek om selectieve vernietiging van een specifiek(e) woord, zinsnede, alinea of onderdeel te voldoen, behoudens toepassing van een van de hiervoor genoemde uitzonderingen. Deze uitspraak en de (praktische) gevolgen hiervan voor hulpverleners bespreek ik in dit blog.

Inzage in het medisch dossier van een overleden patiënt (2): mededeling van een incident

Het inzagerecht voor nabestaanden en andere personen in het medisch dossier van een overleden patiënt is wettelijk geregeld in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. In een vierdelige blogreeks bespreken wij uitgebreid de vier gronden op basis waarvan een persoon recht heeft op inzage van het medisch dossier van een overleden patiënt. Daarbij behandelen wij ook de in januari 2021 verschenen ‘Handreiking Inzage in medische dossiers door nabestaanden’ van de KNMG en PFN.

Inzage in het medisch dossier van een overleden patiënt (1): toestemming van de patiënt

Het inzagerecht voor nabestaanden en andere personen in het medisch dossier van een overleden patiënt is wettelijk geregeld in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. In een vierdelige blogreeks bespreken wij uitgebreid de vier gronden op basis waarvan een persoon recht heeft op inzage van het medisch dossier van een overleden patiënt. Daarbij behandelen wij ook de in januari 2021 verschenen ‘Handreiking Inzage in medische dossiers door nabestaanden’ van de KNMG en PFN.

Het beëindigen van de zorg aan een patiënt: wanneer is sprake van een gewichtige reden?

Een eenmaal met de patiënt tot stand gekomen behandelingsovereenkomst kan niet zonder meer eenzijdig worden opgezegd door de hulpverlener. De wet schrijft voor dat de hulpverlener de overeenkomst enkel kan opzeggen in geval van 'gewichtige redenen'. Maar wanneer is hier nu precies sprake van? In dit blog gaan wij nader op deze vraag in en behandelen we de meest actuele versie van de KNMG Richtlijn ‘Niet aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst’. Niet alleen interessant voor artsen in de cure en care sector, maar ook voor andere hulpverleners die te maken hebben met een mogelijke zorgbeëindigingssituatie.

Zorg en wonen in het bestemmingsplan

De planregels en de op de plankaart vermelde bestemming zijn beslissend voor het antwoord op de vraag of er sprake is van strijd met het bestemmingsplan. Een planregel moet letterlijk worden uitgelegd omwille van de rechtszekerheid. Bij het ontbreken van een definitie van een bepaling in de planregels kan aansluiting worden gezocht bij de definities van het begrip in andere wet- en regelgeving, dan wel het normale spraakgebruik. Bij het bepalen van het normale spraakgebruik zoekt de Raad van State aansluiting bij het Van Dale Groot Woordenboek van de Nederlandse taal. Deze systematiek kan in de praktijk tot uiteenlopende uitkomsten leiden onder meer bij woonvormen waarbij sprake is van een combinatie van wonen en zorg.

Wetsvoorstel Wet transparantie maatschappelijke organisaties (Wtmo)

Op 20 november 2020 is het wetsvoorstel Wet transparantie maatschappelijke organisaties (Wtmo) ingediend bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel wil ongewenste buitenlandse beïnvloeding van Nederlandse maatschappelijke organisaties tegengaan en bevat daartoe regels die buitenlandse donaties aan maatschappelijke organisaties inzichtelijk moeten maken. In dit blog bespreken we de achtergrond en de inhoud van het voorstel en gaan we in op de enkele mogelijke implicaties van dit wetsvoorstel voor zorginstellingen en ANBI’s.

Aanpassing vrije artsenkeuze (voorlopig) van de baan

In een brief van 13 oktober 2020 liet Minister De Jonge weten geen aanleiding meer te zien tot aanpassing van artikel 13 van de Zorgverzekeringswet (Zvw) dat de vrije artsenkeuze van patiënten waarborgt. De Minister houdt de mogelijkheid open de wet in de toekomst alsnog aan te passen.

Hoge Raad over de Wet verplichte ggz: geneesheer-directeur die tevens psychiater is mag medische verklaring afgeven

Ingevolge artikel 5:4 van de Wet verplichte ggz wijst de officier van justitie die ambtshalve of op aanvraag een verzoekschrift voor een zorgmachtiging voor een betrokkene voorbereidt een geneesheer-directeur aan. De geneesheer-directeur, werkzaam bij een zorgaanbieder, bereidt het zorginhoudelijke deel van de te verzoeken zorgmachtiging voor. In dat verband draagt de geneesheer-directeur ervoor zorg dat een medische verklaring wordt opgesteld door een psychiater. In zijn uitspraak van 2 oktober 2020 oordeelt de Hoge Raad dat die medische verklaring ook kan worden opgesteld door de geneesheer-directeur zelf indien deze tevens psychiater is en aan de voorwaarden van artikel 5:7 Wet verplichte ggz is voldaan.

Zorgvrijstelling vennootschapsbelasting: zijn de statuten en de governance van uw zorginstelling vóór 1 januari 2021 op orde?

In de besluiten van 20 december 2018 en 25 november 2019 heeft de Staatssecretaris van Financiën voorwaarden opgenomen met betrekking tot de toepassing van de zorgvrijstelling in de vennootschapsbelasting door zorginstellingen. Hieronder vallen ook zorginstellingen die (ook) gebruik maken van een of meerdere zorg-BV’s. Bestaande zorginstellingen krijgen tot en met 31 december 2020 de gelegenheid hun statuten en governance overeenkomstig deze besluiten aan te passen, waardoor de zorgvrijstelling ook na deze datum van toepassing blijft. In onze artikelen van 1 maart 2019 en 10 januari 2020 is hier op ingegaan. In dit artikel wordt een samenvatting gegeven van de voorwaarden van de zorgvrijstelling en komt het overgangsregime aan bod.

Wijzigingen Wet langdurige zorg aanstaande

Vorige week sloot de consultatieronde naar de wijziging van de Wet langdurige zorg. In deze blog leggen wij kort uit welke wijzigingen de wetgever voornemens is om door te voeren.

Hoge Raad: machtiging voortzetting crisismaatregel mag andere vormen van verplichte zorg bevatten dan de crisismaatregel

De Wet verplichte ggz voorziet thans niet expliciet in de mogelijkheid voor de rechter om in een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel andere vormen van verplichte zorg op te nemen dan die op grond van de (voorafgaande) crisismaatregel zijn toegestaan. Dit kan onwenselijk zijn op het moment dat gedurende de crisismaatregel of machtiging zelf blijkt dat andere vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn. Recentelijk is een wetsvoorstel ingediend tot aanpassing van de Wet verplichte ggz op dit punt, op grond waarvan ook andere vormen van verplichte zorg kunnen worden opgenomen in de machtiging tot voortzetting. In zijn arrest van 5 juni 2020 oordeelt de Hoge Raad reeds in lijn met deze voorgestelde wetswijziging.

1
...
3 4 5 6 7 8