ROZ-model Winkelruimte 2022 bevat nadelige omissie voor verhuurders
In het nieuwe ROZ-model voor Winkelruimte 2022 ontbreekt een voor verhuurders belangrijke bepaling die eerder wel in de modellen van de ROZ was opgenomen.
In het nieuwe ROZ-model voor Winkelruimte 2022 ontbreekt een voor verhuurders belangrijke bepaling die eerder wel in de modellen van de ROZ was opgenomen.
De Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) heeft een nieuw modelcontract met bijbehorende algemene bepalingen gepresenteerd dat gebruikt kan worden bij de verhuur van 290-bedrijfsruimte.
Den Haag is voornemens meer huur(prijs)bescherming voor huurders van woonruimte te creëren. In dat kader zijn twee wetsvoorstellen en een ingrijpend plan van Minister Hugo de Jonge voor het zogenoemde ‘middensegment’ verschenen. Hieronder treft u – in het kort – een toelichting op deze ontwikkelingen.
In het vakblad Vastgoedrecht (VGR 2022/5) gaan advocaten Kristel Verkleij en Rutger Fabritius in op de vraag wanneer een verhuurder een alternatief moet benutten en zich (bij opzegging van 290-bedrijfsruimte) niet op dringend eigen gebruik kan beroepen.
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in maart 2021 een arrest gewezen dat 1 november 2022 pas is gepubliceerd. In dat arrest past het hof een specifieke variant van de afstemmingsregel uit het Zonshofje I-arrest toe. Een koers die wat mij betreft is toe te juichen.
In een opvallende uitspraak heeft de rechtbank Den Haag op 12 januari jl. (publicatie 19 augustus jl.) de vorderingen van de verhuurder om de huurder te veroordelen bepaalde investeringen uit te voeren afgewezen wegens gebrek aan belang (artikel 3:303 BW). Deze uitspraak is opvallend, aangezien een dergelijke afwijzing in de praktijk weinig voorkomt.
In een recent arrest van 22 april 2022 heeft de Hoge Raad antwoord gegeven op de gestelde prejudiciële vragen met betrekking tot de toepassing van het woningwaarderingsstelsel in de gevallen waarin geen WOZ-waarde van het gehuurde bekend is of wanneer deze geen goed beeld geeft van de waarde van het gehuurde. De Hoge Raad overweegt dat de minimum WOZ-waarde in dergelijke gevallen in beginsel niet geschikt is voor de beoordeling van de redelijkheid van de overeengekomen huurprijs. Een redelijke toepassing van het woningwaarderingsstelsel biedt volgens de Hoge Raad ruimte om op andere wijzen de waarde van de verhuurde woning te bepalen.
Het komt steeds vaker voor: een online-supermarkt waarbij de boodschappen in een mum van tijd thuis worden bezorgd. Deze “flitsbezorging” (ook wel darkstores genoemd) brengt nieuwe bestuurs- en huurrechtelijke vraagstukken met zich mee. In een recente uitspraak oordeelt de rechtbank Den Haag dat een beoogd gebruik voor flitsbezorging niet kwalificeert als detailhandel zoals omschreven in de planregels. Hierdoor gebruikt de flitsbezorgingsdienst het pand in strijd met het geldende bestemmingsplan en mag de gemeente handhavend optreden.
In een recent arrest heeft de Hoge Raad een overzicht gegeven van de huidige lijn in de jurisprudentie met betrekking tot een opzegging van 290-bedrijfsruimte op grond van dringend eigen gebruik. In dit artikel vertel ik u meer over een dergelijke opzegging en de lijn die de Hoge Raad bevestigd heeft.
De Hoge Raad heeft afgelopen vrijdag (21 januari 2022) een arrest gewezen waarin is geoordeeld dat een WKO-installatie kwalificeert als een onroerende aanhorigheid. De verhuurder mag in dat geval de kapitaals- en onderhoudslasten niet als servicekosten bij de huurders in rekening brengen. Dit mag slechts via de kale huurprijs.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 24 december 2021 bevestigd dat een huurder van bepaalde bedrijfsruimte zoals horeca, een supermarkt of een winkel recht heeft op een huurkorting als gevolg van de door de overheid genomen coronamaatregelen.
De Hoge Raad heeft vandaag (19 november 2021) antwoord gegeven op de gestelde prejudiciële vragen betreffende de bemiddelingskosten die Airbnb in rekening brengt aan huurders. De Hoge Raad acht het in rekening brengen van bemiddelingskosten aan de huurder bij verhuur voor korte termijn toegestaan.