Wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen aangenomen: welke keuzes moet u als werkgever maken?
De Eerste Kamer heeft op 30 mei 2023 met volstrekte meerderheid de Wet toekomst pensioenen aangenomen.
De Eerste Kamer heeft op 30 mei 2023 met volstrekte meerderheid de Wet toekomst pensioenen aangenomen.
Gisteren (30 mei 2023) heeft de Eerste Kamer met volstrekte meerderheid besloten tot een historische hervorming van het pensioenstelsel. Vóórdat de stemming plaatsvond, zijn verschillende moties ingediend op 22, 23, en 30 mei.
Momenteel vindt de behandeling van het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen plaats in de Eerste Kamer. Ook het wezenpensioen, en het eerder door ons gesignaleerde gemis, komt daarin aan bod.
Op 1 januari 2022 zijn de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), de Aanpassingswet Toetreding zorgaanbieders (AWtza), het Uitvoeringsbesluit Wtza (UbWtza) en de Uitvoeringsregeling Wtza (UrWtza) in werking getreden. De Wtza introduceert een meldplicht voor nieuwe en bestaande zorgaanbieders, een vernieuwde vergunningenprocedure die de toelatingensystematiek van de WTZi vervangt en stelt eisen aan de bestuursstructuur van vergunningplichtige instellingen (onafhankelijke interne toezichthouder). In dit blog wordt ingegaan op de gevolgen van de Wtza voor pgb-aanbieders.
Per 1 januari 2015 is de Participatiewet (‘PW’) in werking getreden. In een blogreeks van drie blogs gaan wij in op de vraag hoe deze wet zich verhoudt tot de drie stelselwetten: de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (‘Wmo’), de Wet langdurige zorg (‘Wlz’) en de Zorgverzekeringswet (‘Zvw’). Aan de hand van een aantal uitspraken van het afgelopen jaar lichten wij de verhouding tussen de PW en de stelselwetten toe en staan wij stil bij de vraag wanneer een van deze stelselwetten als voorliggende voorziening kwalificeert. In de eerste blog van onze blogreeks zijn wij ingegaan op de verhouding tussen de PW en de Wmo. In deze blog bespreken wij de verhouding tussen de PW en de Wlz.
Per 1 januari 2015 is de Participatiewet (‘PW’) in werking getreden. In een blogreeks van drie blogs gaan wij in op de vraag hoe deze wet zich verhoudt tot de drie stelselwetten: de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (‘Wmo’), de Wet langdurige zorg (‘Wlz’) en de Zorgverzekeringswet (‘Zvw’). Aan de hand van een aantal uitspraken van het afgelopen jaar lichten wij de verhouding tussen de PW en de stelselwetten toe en staan wij stil bij de vraag wanneer een van deze stelselwetten als voorliggende voorziening kwalificeert. In deze eerste blog bespreken wij de verhouding tussen de PW en de Wmo.
Diefstal van bedrijfseigendommen door een werknemer, een naar vergrijp waarvan de schade soms moeilijk is te verhalen. Dit bleek maar weer eens in een uitspraak van de kantonrechter Midden-Nederland waarin een werkgever slechts 5% van de werkelijk geleden schade kreeg vergoed.
Een schuldenaar kan op verzoek van zijn schuldeiser failliet worden verklaard als ‘summierlijk blijkt’ van het vorderingsrecht van de aanvrager en van minimaal twee schulden bij verschillende schuldeisers (waarvan in ieder geval één opeisbaar). Wordt het faillissement uitgesproken, dan staan in beginsel de rechtsmiddelen van verzet, hoger beroep en cassatie open. Maar kan het vonnis ook worden herroepen?
Op 2 mei jl. heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden arrest gewezen in een pensioenkwestie tussen het pensioenfonds StiPP en een door de gemeente opgerichte personeelsvennootschap waar medewerkers die vallen onder de reikwijdte van de Participatiewet in dienst zijn (Zuidhoek-Flex). StiPP is door het Hof in het ongelijk gesteld. Een uitspraak die zeker ook impact kan of zal hebben op de pensioensituatie van andere gemeenten en werkbedrijven met zo’n personeelsvennootschap.
Een vennootschap mag gemaakte winst doorgaans als dividend aan haar aandeelhouders uitkeren. Neemt het bestuur van de vennootschap de voorwaarden voor een dividenduitkering niet in acht en kan de vennootschap niet doorgaan met het betalen van haar opeisbare schulden? Dan kan de dividenduitkering grond voor aansprakelijkheid vormen. Hoe dat zit, bespreken wij dit artikel.
Als belastingplichtige kan het voorkomen dat je het niet eens bent met een aanslag of een fiscaal dwangbevel dat door de Belastingdienst is opgelegd. In dergelijke gevallen is het belangrijk om te weten wat je rechten zijn en welke stappen je kunt nemen om tenuitvoerlegging van het dwangbevel te voorkomen. In dit artikel gaan we hier nader op in.
Afgelopen vrijdag (28 april 2023) heeft het ministerie van Financiën de Voorjaarsnota 2023 (de Voorjaarsnota) gepresenteerd. De Voorjaarsnota bevat in bijlage 12 beleidsvoornemens om zogenoemde opmerkelijke ‘belastingconstructies’ te bestrijden. Een aantal van deze beleidsvoornemens zal een grote impact hebben voor de vastgoedpraktijk. Wij lichten de voorgenomen beleidsopties nader toe in deze blog. Daarnaast gaan wij kort in op de ontwikkelingen ten aanzien van box 3.